In de slagerswereld wemelt het van de holle frasen. Vandaag de twee holste: de diervriendelijke en de vegetarische. Die zijn best gek, want de diervriendelijke slager is niet diervriendelijk en de vegetarische slager is geen slager. De vegetarische slager is overigens wel weer diervriendelijk. Snapt u het nog?
Maar Teun, roept u nu, dat van die vegetarische slager is een beetje flauw. Die man, overigens de eega van Marianne Thieme, dat mag ook wel eens gezegd want zo’n kans zouden we bij ‘een vrouw van’ nooit laten lopen, bedoelt dat met een knipoog! Hij staat zelfs op de foto in een slagersjas met een groot hakmes in de ene hand en een bos wortelen in de andere. Dat is voor de grap, jongen! Dat kan zijn, maar verdikkeme zeg, waar houdt de knipoog op en begint de holle frase?
Alles aan het bedrijf is hol. Het maakt voedsel dat moet lijken op ander voedsel. Daar worden dan ook nog pseudo- ambachtelijke, ouderwets aandoende namen aan gegeven waar je een beetje een nare smaak van in de mond krijgt. Zo heb je het vleesch: Kipstuckjes, rauw gehackt, rul gehackt, gehacktbal, gerookte speckjes en biefstuckreepjes (wat de Q voor Marqt is, is de ck voor de vegetarische slager) en je hebt de visch : de visvrije Tonyn en de visvrije Gamba’s. Lees die laatste twee nog eens terug. Dat is toch baarlijke nonsens?
Voor de voormalig vleeseter kan dit voer in een behoefte voorzien. Je mist die gehaktbal zo erg dat je je heil maar bij de gehacktbal zoekt. En de smaak is best goed. Toch ben ik er geen liefhebber van. Altijd pleit ik voor zelf gekookt en gebakken eten van simpele ingrediënten. Moet je dan als vegetariër met vleeslust opeens toch aan het bewerkte voer, met ingrediënten als suiker, zetmeelsiroop, gemodificeerd zetmeel dextrose, verdikkingsmiddel, carrageen, gebrande suiker, aroma, gistextract en palmvetpoeder? Rommel zonder vlees. Van mij mag u, maar mij is het te gefabriekt. Er zijn genoeg heerlijke vegetarische gerechten waar je vlees(vervangers) helemaal niet mist.
Dan de diervriendelijke slager. Dat is ook een mal begrip. Je kunt nog zo lief zijn tegen een dier, als je dat dier vervolgens doodmaakt, is vriendelijkheid wel een beetje voorbij. Moord en vriendelijkheid gaan wat mij betreft – ik ben niet eens vegetariër – maar moeilijk hand in hand. Diervriendelijke slager Offers&Offers in Den Haag schrijft erover op op de site: ‘Het lijkt bijna niet mogelijk, maar ze bestaan echt: Diervriendelijke slagers.’ Hoe mogelijk is dat dan? Ik bel met de slagerij.
Snapt u dat ik dat gek vind klinken?
‘Nee.’
U verkoopt vlees van dieren die zijn doodgemaakt om op te eten, toch?
‘Ja.’
Dat lijkt mij niet zo diervriendelijk.
‘Nou, ze hebben een heel goed leven gehad. Wat je in de supermarkt koopt is allemaal puin. Daarbij vergeleken vind ik mijzelf netjes. Maar het is hypocriet natuurlijk…’
Wat is hypocriet?
‘Nou, dat ze toch geslacht worden, natuurlijk.’
Dus in die zin is het een raar begrip?
‘Tuurlijk, tuurlijk.’
Diervriendelijk is het ook niet echt.
‘Nee, nou ja, het is maar net hoe je het noemt, natuurlijk.’
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal