Sinds dit jaar is de Nutri-score officieel door de overheid ingevoerd: een voedsellogo met kleuren en letters, waarbij producten met een donkergroene A ‘een betere samenstelling’ hebben dan die met een donkerrode E. De bedoeling van die kleur-lettercombinatie is om consumenten te helpen betere keuzes te maken. Dat is fijn, want goede keuzes maken is moeilijk. Niet alleen in de supermarkt, maar ook in de rest van het leven. Hadden we maar een Nutri-score voor het hele bestaan.
De Nutri-score is de uitkomst van een ingewikkeld algoritme
Terwijl producten alleen in de schijf van vijf (de officiële overheidsrichtlijn van het Voedingscentrum) komen als ze helemaal gezond zijn en niet te veel suiker, zout en verzadigd vet bevatten, is de Nutri-score de uitkomst van een ingewikkeld algoritme waarbij gezonde en ongezonde ingrediënten bij elkaar opgeteld en afgetrokken worden. Gezonde ingrediënten in een product (bijvoorbeeld vezels, of eiwitten) kunnen een overdaad aan suiker of zout compenseren.
Fabrikanten kunnen de samenstelling van hun producten dus aanpassen om een betere score te krijgen. Doen ze dit door de hoeveelheid ongezonde ingrediënten te verlagen, zoals onlangs tot woede van snackfans met het zoutgehalte Dorito’s gebeurde, dan is dit vanuit gezondheidsoogpunt toe te juichen. De score van het zoutje ging van C naar B.
Bedrijven kunnen hun score ook verbeteren door ingrediënten aan hun voeding toe te voegen. Een schep eiwitpoeder bij de suikerrijke kwark kan zomaar een gezondere aanduiding op je verpakking opleveren. De consument krijgt dan natuurlijk nog steeds te veel suiker binnen. Tegenover de NOS voorspelde Voedingswetenschapper IJsbrand Velzeboer dat ‘de waterkraan zou opengaan’: Door extra water aan producten toe te voegen, worden ze minder calorierijk. Qua gezondheid schiet je er weinig mee op, maar de Nutri-score wordt er wel beter van.
Nutri-score werkt niet
Het grootste probleem met de Nutri-score is dat hij niet aansluit bij de schijf van vijf. Net als eerder bij het versmade Vinkje, geeft de Nutri-score alleen de relatieve gezondheid aan van een product binnen zijn categorie. Als een diepvriespizza of een saus een groene A of B scoort, dan is die niet per se gezond, maar wel minder ongezond dan andere sauzen en pizza’s in dezelfde categorie.
Het Voedingscentrum geeft daarom het verwarrende advies om ‘het logo vooral te gebruiken voor producten buiten de schijf van vijf: staat het product in de schijf van vijf, dan weet je dat het gezond is. Staat het product er niet in, dan kun je op Nutri-score letten. Maar ‘een product met een A of B is dus niet per se gezond en wij geven het advies om dat niet te veel en niet te vaak te eten’. Het idee van het voedsellogo was toch om in één oogopslag te kunnen zien of een product gezond was of niet? Dit werkt niet.
Fabrikanten overladen ons met rotzooi
Bovendien lost de Nutri-score het belangrijkste probleem niet op. 80 procent van het aanbod in de supermarkt is ongezond. Fabrikanten overladen ons met rotzooi. In die ongezonde hooiberg moeten wij een paar gezonde spelden zien te vinden. Dat is bijna onbegonnen werk, Moeten wij dan dankbaar zijn dat rommelproducenten ons willen helpen een ‘gezondere keuze’ te maken? Ligt de verantwoordelijkheid weer eens bij de consument? Dank je de koekoek. Maak het aanbod maar gezonder. Misschien dat een suikertaks helpt.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant
Deel dit bericht