‘Is het einde van de döner kebab in zicht?’ ‘Döner kebab mogelijk met uitsterven bedreigd.’ ‘Einde dreigt voor döner kebab door EU’. De afgelopen week stonden er apocalyptische berichten in de kranten over het lekker vette broodje scheervlees dat na een avond stappen altijd zo’n goed idee lijkt. En dat allemaal omdat die pennenlikkers uit Brussel weer eens een regeltje moesten bedenken om ons het leven zuur te maken.
Waar gaat het nu precies om? Die draaiende vleespalen worden meestal niet door de uitbaters van de snackzaakjes zelf bereid, maar komen kant-en-klaar ingevroren uit een fabriek. Om het vlees sappig en mals te houden en te voorkomen dat het uit elkaar valt en dus niet aan de paal blijft zitten, doen fabrikanten er fosfaat bij.
De Europese Commissie komt nu met een voorstel om fosfaat in vleesbereidingen juist toe te staan, maar het Europees parlement is daar tegen. Uit onderzoek is gebleken dat fosfaat slecht voor het hart zou zijn. Als het parlement tussen 11 en 14 december definitief tegen het fosfaatgebruik in de vleesindustrie stemt, dan zou het weleens het einde van de fabrieksdöner kunnen zijn. Even voor de Eurosceptici: grofweg gezegd is dus de Europese Commissie voor de döner en tegen uw gezondheid en het Europees parlement precies omgekeerd. Je kunt niet alles in Brussel op één hoop gooien.
Een goeie döner bestaat uit verschillende stukken gekruid vlees die op elkaar worden gedrukt op een spit. Vaak zit er wat vet tussen voor de smaak en sappigheid. Dat spit draait rond langs een staande gril, waarna de Dönermeister de buitenste, gegaarde laag er met een lang mes of een soort scheerapparaat afhaalt. In de fabriek wordt döner anders gemaakt. Daar wordt het vlees vermalen tot een enorme gehaktbal die om de paal wordt gekneed. Kennelijk hebben de dönerpalen die op deze manier worden gemaakt fosfaat nodig. De döner wordt dus niet bedreigd, de fabrieksdöner wel.
Jaren geleden testten we döner met de Keuringsdienst van Waarde. Van de tien lamsdöners bleek er maar één daadwerkelijk voor honderd procent uit lamsvlees te bestaan. Deze, van een kraampje aan de Dappermarkt in Amsterdam, kwam niet uit de fabriek, maar was zelfgemaakt en verdomde lekker. In onze test van döner die pretendeerden van lam gemaakt te zijn, kwamen we ook rund, kalkoen, kip en een mix van verschillende vleessoorten tegen. Eén bleek zelfs van varken gemaakt. In de dönerfabriek, waarvan de waar op tal van plekken wordt verkocht (en soms dus als lam), werd ons zelfs verteld dat lamsvlees helemaal niet geschikt is om (op hun manier) döner te maken. Ze gebruikten voornamelijk rund.
Met döner wordt veel gesjoemeld. En goed is het ook niet voor je: een broodje bevat zo’n duizend calorieën en vaak veel te veel zout. Dat beetje fosfaat kan er ook nog wel bij. Je eet döner niet voor de gezondheid. Maar mogen we als klant alsjeblieft weten wat we eten? Is de döner van de fabriek of zelfgemaakt? Welk vlees zit erin (certificaat graag) en welke additieven zijn er gebruikt? Als we dat allemaal weten, kunnen we zelf bepalen hoe ongezond, duur en vooral lekker we willen eten.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal