Ooit lang geleden, kreeg ik nog weleens een echt kerstpakket. Zo’n houten kistje gevuld met houtkrullen en een keur aan culinaire curiosa: paté uit blik, ragout, pretzels, Turks fruit, kersenbonbons, tamme kastanjes op siroop, een zakje studentenhaver, een potje stemgember, zilveruitjes en een half flesje wijn. Heerlijk vond ik het. Het ouderwetse kerstpakket wist precies mijn cadeautjesgenotsplekje te raken.
Dat begon al met die houtkrullen. Hoe rijker de doos ermee gevuld was en hoe meer de kerstcadeautjes aan het zicht werden onttrokken, des te beter. Dit was een grabbelton voor volwassenen. Wie vond het nou niet leuk om met zijn kleine kindervingertjes door de snippers te woelen en ondertussen elk verpakt cadeautje te voelen om het ideale geschenk eruit te vissen? Het kerstpakket bracht al deze gelukkige herinneringen terug. En dan mocht je ook nog alle cadeautjes houden!
Hoe meer, hoe beter
Ook leuk: de hoeveelheid presentjes. Op cadeautjesgebied ben ik een absolute kwantiteitsman: hoe meer, hoe beter. Wie wil er geen rijk gevulde doos met spiegeltjes en kraaltjes? Dat je graait en nóg een potje met dubieuze inhoud aantreft. Heerlijk. Die dubieuze inhoud zelf wekt ook veel vreugde op. Een blik in een andere wereld, een schaduwrealiteit waarin mensen blikken ragout openen, opwarmen en in een bladerdeegbakje schenken. Bladerdeegdekseltje erop en genieten maar! Eén zo’n pakket kon bewerkstelligen waar een schrijver een heel boek voor nodig had: er werd je een heel, tot dan toe onbekend, leven getoond.
Of, vroeg ik me weleens af, bestonden die levens helemaal niet? Werden die culinaire prullaria speciaal voor het kerstpakket gemaakt van oude fabrieksresten? Producten die nog net te goed waren voor veevoer, maar voor normale menselijke consumptie niet meer geschikt? Zou er in de voedselindustrie een speciale kerstpakkettencategorie bestaan? Hoe dan ook: het traditionele kistje met zaagsel zette de verbeelding aan het werk. Dat is op cadeaugebied het hoogst haalbare.
De basisprincipes van cadeaus geven
Nu is het bij veel bedrijven anders. Je krijgt een maand voor Kerst een mail waarin de keuzes voor het kerstcadeau aan je worden voorgelegd: wil je een bon van een postorderbedrijf, een leuke gadget of een sweater met logo van de organisatie waarvoor je werkt? Graag je maten even invullen en dan kun je je cadeautje op 19 december ophalen bij de administratie. Voor de praktische mens handig, je krijgt niet wat je niet wilt, maar wat is daar de lol van?
Bij cadeaus zijn er toch een paar basisprincipes: de gever bedenkt wat leuk is om te geven (een snipperdoos met echt lekkere dingen zou ook een optie kunnen zijn) en de ontvanger weet van te voren niet wat hij krijgt. Anders kun je net zo goed rond Kerst een kleine bonus op het salaris geven. Niet romantisch, niet gezellig, maar altijd welkom.
Een goede jaarwisseling, lieve lezers
Een subcategorie is de fles wijn. Geregeld krijg ik ze van verschillende opdrachtgevers opgestuurd. Leuk natuurlijk. Wat nog leuker is: je kunt het gegeven paard tegenwoordig in de bek kijken. Met de app Vivino scan je het etiket, waarna de prijs en beoordeling van de wijn worden getoond. Weet je meteen hoezeer de opdrachtgever/ baas je waardeert. Dat kan behoorlijk onthullend zijn. De Volkskrant scoorde gelukkig heel goed. Daarom zal ik ook volgend jaar deze stukjes blijven schrijven. Een goede jaarwisseling alvast, lieve lezers.
Deel dit bericht