Oermelk is niet-wetenschappelijk hypeproduct

TeunColumns & verhalen

En koe wordt gemolken met een melkmachine.

Heeft u die uitgebreide reclame voor ‘oermelk’ gezien, afgelopen dinsdag, zo rond acht uur ’s avonds op NPO 1? Nee, niet in het STER-blok voor het NOS Journaal, ook niet erna, maar tijdens! Ik weet niet hoe Vecozuivel het voor elkaar heeft gekregen, maar ín het nieuws zat een 2 minuut 14 durend loftrompetfilmpje over hun wonderdrank. Een commercial van die lengte op primetime kost kapitalen.

Eerst spreekt Rob Trip ons toe: ‘Er komt oermelk, net zoals er speltbrood is van de bakker.’ En zoals ossenworst van de slager en spruitjes van de groenteboer. Rob, wat wil je hier nu mee zeggen? Dat oermelk net als speltbrood een hypeproduct is, waar onnozele kokosoliegorgelaars gezondheidsvoordelen in zien, die door geen enkel wetenschappelijk bewijs worden gestaafd? Was het maar waar.

De presentator presenteert vrolijk verder: ‘Dat kan een oplossing zijn voor mensen die last krijgen van gewone melk. Dat zeggen althans de voorstanders, want wetenschappelijk bewijs is er niet. Maar hoe dan ook, in het buitenland is deze A2-melk een groot succes.’ Oftewel: laten we niet over dat wetenschappelijk bewijs zeuren en laten we vooral ook geen wetenschapper aan het woord laten om zijn bezwaren toe te lichten. Het is een succes!

Verslaggever Rob Koster bezoekt een stal met wonderkoeien en vertelt: ‘Het doorfokken van koeien heeft de eiwitstructuur van melk veranderd in A1-melk. Deze melk kan leiden tot buikklachten bij mensen. De melk van de oerkoe (A2) zou lichter verteerbaar zijn.’ Ongelooflijk, alsof Vecozuivel het zelf heeft geschreven!

Hoe zit het echt? Doodnormale koeien, waar helemaal niks oers aan is, geven A1- óf A2-melk. Dat zie je niet aan de koe, daarvoor moet je de melk testen. Het enige wat Vecozuivel doet, is de melk scheiden en de A2-variant, die we dus al jaren dronken, duurder verkopen. A1 en A2 hebben een licht verschillende eiwitstructuur, maar het is niet bewezen dat de ene gezonder is dan de ander. Of zoals de boer het in de reportage uitlegt: ‘Wetenschappelijk is het misschien niet onderbouwd, maar ik ken heel veel mensen die zeggen: daar heb ik baat bij.’

Dat is precies waar Vecozuivel ons hebben wil. Wetenschappelijke claims kan en mag het bedrijf helemaal niet maken, maar als het onze voedselangst en ons baat-het-niet-dan-schaadt-het-niet-gevoel weet aan te wakkeren, dan is het kassa. Menno Boermans van Vecozuivel: ‘Een op de vijf mensen heeft last van vage klachten die voortkomen uit het gebruik van zuivel. Dat is de doelgroep waarop wij ons richten: de vrouw in de overgang, de man die lijdt onder spanning op zijn werk…’

Dan mag u dus iets op de verpakking zetten als ‘kan helpen bij vage klachten’?
‘Exact, ja, exact.’

Met zowel ‘kan’ als ‘vaag’?
‘Ja, omdat die vage klachten altijd lastig zijn te omschrijven. Het is bijna proefondervindelijk hoe iemand erop reageert. Er zal ongetwijfeld ook bij een aantal mensen een placebo-effect inzitten.’

Boermans is zeer te spreken over de NOS-reportage: ‘Het is werkelijk een gekkenhuis, we worden overspoeld door positieve reacties.’

Het journaalitem was geweldige marketing?
‘Als je het als marketingtool zou willen zien, dan werkt het zeker voor ons. Daar ben ik eerlijk in.’

Afbeelding: Wolfgang Ehrecke via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal