Heeft u de reclame van Maandag gezien? Arme ambtenaren! Konden ze vroeger in alle rust en luwte hun saaie werk doen tot aan hun pensioen – de spotternijen op feestjes waren de prijs die ze graag betaalden voor de aangename voorspelbaarheid der dagen – nu moet het helemaal anders. Het is tijd voor de ambtenaar 2.0. (Dat hele 2.0 klinkt zo langzamerhand behoorlijk 1.0, trouwens.)
Het bedrijf dat de ambtenaar de nieuwe tijd in gaat loodsen is Maandag, detacheerder voor de publieke sector. Als er ergens op een school, een ministerie of een gemeente mensen nodig zijn, en dat komt nog al eens voor met al die reorganisaties, dan kan Maandag die leveren. Ik heb de commercial (alles in één take hè, dat is reuze belangrijk) een stuk of vijftig keer bekeken, maar snap er weinig van. Het is één grote hollefrasenparade over mensen ‘die groen bloed door hun aderen hebben stromen. Constructieve onruststokers, die outside the box denken, maar inside the box handelen’. Het moet en zal allemaal hip en fris worden. Arme ambtenaren, arme overheid, arm land.
‘Hallo, met Jolien van Maandag.’
Ha Jolien, ik heb jullie commercial gezien ik vind hem behoorlijk onbegrijpelijk.
‘Er zitten veel termen in, ja. Heel veel mensen zijn gestruikeld over inside the box en outside the box.’
O ja?
‘Ja. We hebben nog een meting bij marketing hoe hij is geland, maar in de markt blijkt dat mensen uit het veld zich er wel heel erg in herkennen.’
De markt of de overheid?
‘Ja sorry, onze doelgroep is de publieke sector, inderdaad.’
Jullie hebben het over ‘Mensen met frisse energie, die van aanpakken weten’.
‘Je moet constructieve onruststokers hebben. Mensen met de kennis van inside the box, hoe het eraan toegaat op het werkveld, maar ook van buiten, van outside the box. Die kunnen zeggen: ‘Jongens dit gaat zo niet langer. We moeten veranderingen aanbrengen’.’
De mensen van jullie moeten ergens verandering aanbrengen?
‘Eigenlijk wel. Constructieve onruststokers die zeggen: ‘Misschien houden jullie nu niet van mij, maar het moet wel gebeuren!”
Iemand met groen bloed die zegt: ‘We gaan het allemaal heel anders doen?’
‘Precies.’
Jullie bieden ook gewoon leraren aan?
‘Ja.’
Een geschiedenisleraar hoeft toch geen constructieve onruststoker te zijn die processen verandert?
‘Je hebt hippe leraren, maar je hebt ook oude stoffige leraren geschiedenis en Duits die zeggen: ‘Pak het boek maar op tafel.’ Die denken: moet ik meegaan in deze modernisering, moet ik begrijpen wat Instagram is, moet het allemaal zo hip?’
En jullie zeggen: ‘Ja, het moet zo hip.’
‘Nou, als je er één leraar 2.0 bij hebt zitten, terwijl de andere leraren er nog graag het boek bij pakken, dan is dat lastiger samenwerken.’
Juist in de publieke sector kunnen ze dit goed gebruiken?
‘Daar kunnen ze wel tussen de regels door lezen dat wij snappen hoe het zit en dat zij snappen dat wij dat weten.’
Help mij even tussen de regels door lezen.
‘Nou, dat we met constructieve onruststoker bijvoorbeeld bedoelen dat we niet zomaar de boel gaan omgooien, maar dat het wel ons plan is om grote rigoureuze veranderingen aan te brengen.’
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal