Ik geloof niet dat we nog te redden zijn, maar ik doe toch mijn best

TeunColumns & verhalen

Vijf voor twaalf - Een klok met in het midden de aarde heeft als grote wijzer een brandende lucifer die de kleine wijzer nadert, die ook een lucifer is

Heeft het nog zin om je druk te maken? Hoe blijf je vechten tegen de bierkaai, terwijl inmiddels wel duidelijk is hoe een enorm die bierkaai is? Zijn we niet te laat? Als je ziet hoe we in korte tijd de hele aarde verkloten, dan is het moeilijk de moed erin te houden. Het liefst zou ik mijn stoel in een hoek van de kamer willen schuiven, een biertje opentrekken en heel hard schreeuwen: ‘We are all gonna die!’ Ook los van de nakende zondvloed is dat een zekerheidje.

Of je optimistisch of pessimistisch bent is een karakterkwestie

Ik ben dus helemaal niet optimistisch. Nooit geweest ook. Of je optimistisch of pessimistisch bent, heeft denk ik weinig te maken met de realiteit buiten jezelf. Het is een karakterkwestie. Kijk je zonnig naar het leven en de toekomst of zie je de bui al hangen? Soms hoor je iemand zeggen dat het je taak is (als politicus, als ouder, als mens) om optimistisch te zijn: ‘Anders geef je het meteen op.’

Dat is een denkfout. De optimist gaat ervan uit dat het toch wel goed komt en kan achteroverleunen. Maar de pessimist die uit het goede hout is gesneden, gaat uit van het falen, de mislukking, de totale ondergang, maar legt zich daar niet bij neer. Die zal alles doen wat in zijn macht ligt om zijn eigen ongelijk te bewijzen. Bijna tegen beter weten in. Zo modderen we voort. We proberen op een minder belastende manier te leven, we spreken ons uit, we voeren actie en stemmen op de goede partijen (ik lees deze laatste zin terug en bedenk me dat we die eigenlijk op steigerhout moeten schilderen met daarvoor de woorden ‘In dit huis:’).

We hebben die hele schepping/evolutie naar onze hand gezet

Terug naar de ellende. Wat zijn wij mensen toch ongelooflijk arrogant. We hebben die hele schepping/evolutie naar onze hand gezet. Alles wat erin zit, persen we eruit. We maken kippen die bijna elke dag een ei leggen, koeien die alleen nog uit permanent volle melkuiers bestaan en zeugen met meer tepels die om de haverklap zwanger zijn.

Intussen laten we ook de aarde zo snel opwarmen dat mijn fatalistischer vrienden al zeggen dat elke inspanning nu tevergeefs is. De verschrikkelijke zeespiegelstijging is niet meer te stuiten. Ook de delfstoffen die we nodig hebben om onze verwoestende, maar heerlijke levensstijl intact te houden, raken op.

Hoever kunnen we onze planeet nog uitwringen?

Wat is de oplossing die de mensen met geld en invloed voor ogen hebben? Op andere plekken zoeken en die ook kapotmaken. Elon Musk, die ooit een milieuridder leek met zijn elektrische auto’s, stuurde een energieverslindende raket de ruimte in, net als een paar andere gefrustreerde miljardairs. Moeten we een lege planeet gaan koloniseren om daar ons verwoestende trucje te herhalen?

Ook hier op aarde hebben ze nog plekjes op het oog om leeg te roven. De diepzee, die van niemand is en dus van iedereen, is favoriet. Diep op de oceaanbodem mijnbouw plegen om waardevolle metalen naar boven te halen. Dat levert natuurlijk enorme vervuiling op en veroorzaakt onherstelbare schade aan de natuur (eeuwenoude koralen en vissen die soms honderden jaren oud kunnen worden).

Hoever kunnen we onze planeet nog uitwringen? Genoeg is genoeg. Laat Nederland zich aansluiten bij de landen die vinden dat de diepzee met rust gelaten moet worden. Geef deze ouwe pessimist eens ongelijk.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht