In Bar Laat: Teun en Yvette over hun nieuwe boek Etenstijd!

TeunIn de media

Screenshot van Teun van de Keuken en Yvette van Boven bij Bar Laat waar ze praten over hun nieuwe boek Etenstijd!

Na honderden afleveringen van hun podcast Etenstijd! verschijnt nu een heuse papieren versie van deze culinaire show. Ook het boek staat weer vol tips, verhalen en antwoorden over eten.

Aan tafel bij Bar Laat vertellen Teun en Yvette van Boven over dit boek dat nadrukkelijk géén kookboek is, maar wel een culinair boek. Het is een boek boordevol tips rondom eten: ‘Hoe maak je een saus, wat is een goede ui, welke pannen heb je nodig, welke messen heb je nodig, hoe vind je een goed restaurant.’ Dat soort vragen.

Bonen in Etenstijd!

Teun en Yvette delen hun liefde voor aubergines en bonen. Beiden eten veel peulvruchten, logisch want die zijn naast gezond, ook lekker en hartstikke goedkoop. Dankzij Teun heeft Yvette nu ook een snelkookpan, waardoor die bonen ook nog eens vreselijk snel gaar worden. Allemaal te lezen in het boek Etenstijd!, uiteraard.

Aubergine

Het is een lelijk feit dat de aubergine is ons land niet erg geliefd is. De reden? Nederlanders weten er gewoon niet zo goed hun weg mee. Teun gelukkig wel en hij kookt er zowat dagelijks mee, bijvoorbeeld een pasta alla Norma.

‘Wees niet bang voor veel olijfolie,’ geeft Teun ons mee. Een harde, niet goed gekookte aubergine is natuurlijk het afschuwelijkste wat er is.

Kiezen voor avontuur

Laat het maar aan Teun over zijn tafelgasten nog een goede tip mee te geven. Want hoe kies je een restaurant als je ergens bent waar het eten niet goed is, of er maar één tentje is en dus geen keuze? ‘Kies dan nooit iets avontuurlijks van die kaart.’

Bar Laat terugkijken

Bekijk hier de uitzending van Bar Laat van donderdag 31 oktober 2024 met presentator Tim de Wit. Naast Teun van de Keuken en Yvette van Boven, praten ook Suse van Kleef en Malou Petter mee.

Voorkant boek Etenstijd

Bestel hier het boek Etenstijd!

Deel dit bericht

Het enige wat helpt tegen de keurmerkenjungle is honderden logo’s verbieden

TeunColumns & verhalen

Een persoon zoekt in het donker met in de hand een zaklamp

Het was mij even ontgaan, maar Milieu Centraal, de voorlichtingsorganisatie die mensen helpt bij het maken van duurzame keuzes, heeft weer eens een actie om ons te helpen in de winkel alleen de juiste stickertjes op verpakkingen serieus te nemen.

De Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal

Uit onderzoek dat de organisatie heeft laten uitvoeren, blijkt dat een derde van de consumenten echte keurmerken niet van onechte kan onderscheiden (valt me nog mee). Bijna de helft wil een verbod op neplogo’s. Daarom voert Milieu Centraal nu een licht op de zenuwen werkende campagne met ‘Jasper de keurmerkenpadvinder’.

Jasper de Keurmerkenpadvinder van Milieu Centraal

Ook heeft Milieu Centraal een nieuwe keurmerkenwijzer geïntroduceerd: ‘We willen dat consumenten die in de winkel twijfelen over een keurmerk, gemakkelijk via hun telefoon de Keurmerkenwijzer erbij kunnen pakken en zichzelf snel van informatie kunnen voorzien. Vindt iemand dierenwelzijn het belangrijkste, dan staan met een druk op de knop de keurmerken bovenaan die het meest ambitieus zijn op het gebied van dierenwelzijn. Hetzelfde geldt voor milieu of arbeidsomstandigheden.’

De lijdensweg van Milieu Centraal

Bij het lezen van het bericht voel ik meteen drie m’s opkomen: meewarig, moe en medelijden. De lijdensweg van Milieu Centraal volg ik al jaren op de voet. Er zijn gewoon veel te veel keurmerken: honderden echte, die dan dus weer meer of minder goed scoren op de doelen die ze zeggen voor te staan, maar ook honderden neppe. Steeds weer probeert Milieu Centraal ons te helpen een weg door het donkere woud van keurmerken te vinden.

Zo schreef ik al in 2016 over de introductie van elf topkeurmerken die we uit ons hoofd moesten leren. In 2022 kwam Milieu Centraal weer met een nieuwe lijst van écht écht goede keurmerken die we serieus moeten nemen. Het mocht allemaal niet baten. Nu zitten we met een jolige padvinder en moeten we in de winkel met een druk op de knop checken hoe betrouwbaar een keurmerk is.

Los van een paar idioten zoals ik…

Hoewel bij de vernieuwde Keurmerkenwijzer ‘de nadruk sterk op het verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid van de tool’ ligt, voorspel ik dat ook dit niet gaat werken. Los van een paar idioten zoals ik, gaat niemand bij elk logootje checken hoe betrouwbaar het is en of er eventueel betere alternatieven zijn.

Mijn advies uit 2018 om voor elk nieuw keurmerk er tien uit te gooien, lijkt me nog steeds goed. Nog beter: als er twaalf zijn die echt goed en betrouwbaar zijn, verbied dan alle andere. Elke hint naar eerlijkheid, milieu- en diervriendelijkheid op verpakkingen die buiten deze top twaalf valt, moet subiet van de verpakking af. Nieuwe keurmerken die beter zijn dan bestaande, kunnen na strenge toetsing worden toegelaten. De slechtere vervallen dan. Een kind kan de was doen.

Nu ga ik iets anders doen

Los van zelf koken met echte uien en wortels (met betrouwbaar Europees Eko-keurmerk), zonder pakjes en zakjes, is het voor klanten bijna ondoenlijk om in winkels de juiste keuze te maken. Ik heb geprobeerd jullie hier de afgelopen jaren een beetje bij te helpen. Ook probeerde ik de grootste leugenachtige rommelproducenten aan te pakken. Nu ga ik iets anders doen. Met liefde en weemoed zal ik aan jullie en aan deze mooie plek in deze mooie krant terugdenken. Dank!

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Afbeelding: Gerd Altmann via Pixabay

Capri-Sun wil van de papieren rietjes af, maar het is beter om Capri-Sun bij het grofvuil te zetten

TeunColumns & verhalen

Plastic rietjes in de vorm van het woord TRASH op een strand

Capri-Sun is een petitie begonnen om het verbod op rietjes in Europa terug te draaien. Dat de fabrikant dit wil, is te begrijpen. De papieren exemplaren gaan niet lekker door het vliesje van hun drinkzakjes heen. Klanten klagen daar ook over. Capri-Sun heeft er ook een mooi milieuverhaaltje bij verzonnen: voorheen waren de zakjes van verschillende materialen gemaakt, waardoor ze niet konden worden gerecycled. Inmiddels zijn ze helemaal van één soort plastic, waardoor het nu wel kan, maar die papieren rietjes moeten dan weer anders worden gerecycled en dat kunnen de Capri-Sun-drinkers niet aan!

Capri-Sun is te zoet en niet gezond

Misschien zit het probleem eerder bij die consumenten, dan bij de rietjes. Waarom zou je dit drankje überhaupt kopen? Het is te zoet en niet gezond. Die sapzakjes waarin het spul zit, zijn infantiel. Als je ouder dan 8 bent, wil een normaal mens er niet mee gezien worden. Als je jonger bent, zou je er niet mee gezien mogen worden, omdat het drankje te veel suiker bevat en te zuur is waardoor je er je tanden mee kunt beschadigen. Het Voedingscentrum raadt daarom kinderen onder de 13 aan om alleen water te drinken. Ook daarna is het overigens een uitstekend idee om gezoete dranken te laten staan.

Voor je gezondheid kun je sowieso beter vruchten eten dan drinken, maar Capri-Sun (‘Het #1 drankje voor kinderen in de wereld’ met ‘altijd een natuurlijke smaak’) is niet eens een vruchtensap. Het bestaat voor het grootste deel uit water, daarna uit zo’n 10 procent vruchtensapconcentraat van ‘afhankelijk van de smaak een uitgebalanceerde mix van vruchtensappen’ en daarna uit suiker dat ‘het drankje niet alleen zoeter maakt’, maar ook ‘de fruitsmaak verdiept’ en ‘het drankje op een natuurlijke manier helpt te bewaren’. Het drankje is dus niet gezond en niet erg geschikt voor kinderen.

Er sneuvelen bomen voor Capri-Sun

En dan die verpakking en die rietjes. Capri-Sun ziet zichzelf als een milieubewust bedrijf. Zo zegt het op de website dat ‘er geen planet B is’. Mooi gevonden. Zo gebruiken ze voor hun kartonnen verpakkingen 60 procent gerecycled papier, waardoor ze de kap van 280 duizend bomen besparen! Wat een duizelingwekkend getal. Het is bijna niet te geloven dat er (nog steeds) zo veel bomen sneuvelen voor dit drankje.

De Capri-Sunzakjes zijn een symbool van consumptie-incontinentie. Mensen kunnen niet even wachten met drinken tot ze ergens rustig zitten, maar moeten, hup! wanneer de behoefte zich opdringt, meteen aan een rietje lurken. En als de zakjes leeg zijn, dan kunnen ze ook makkelijk met rietje en al in de natuur worden geslingerd, zonder dat ze überhaupt ooit in een recyclinginstallatie terechtkomen.

Flesjes

Het zou daarom beter zijn als het bedrijf op flesjes zou overgaan. Dat had Capri-Sun zelf ook bedacht. Maar toen het op X op die mogelijkheid hintte, waren de reacties niet mals. Ook op TikTok toonden consumenten hun ongenoegen: ‘Dat maakt Capri-Sun, Capri-Sun. Als je in een flesje zit, dan ben je gewoon een drankje. Geef me het zakje, geef me het rietje.’

Het is vaak te makkelijk om consumenten voor alles verantwoordelijk te houden voor alles wat er misgaat, maar in het geval van Capri-Sun is het duidelijk dat de wereld aan domme klanten ten onder gaat.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Afbeelding: Filmbetrachter via Pixabay

De Nutri-score is een rot systeem, dat ten onrechte de indruk wekt gezond voedsel te promoten

TeunColumns & verhalen

Een blok boter met erop een gezichtje van suikerklontjes

Danone gaat in de hele EU de Nutri-score van zijn drinkyoghurts verwijderen. Sinds het algoritme van het gezondheidslogo iets is veranderd, waarbij het suikergehalte in melk- en yoghurtdranken strenger wordt beoordeeld en vergeleken met frisdranken, komen die producten van Danone slechter uit de bus. Die slechte scores wil het bedrijf liever niet aan zijn klanten laten zien en dus heeft het besloten ze van zijn verpakkingen te verwijderen.

Selectief winkelen met de Nutri-score

Dit is natuurlijk vreemd. Waarom kan een bedrijf zelf bepalen wanneer het de score wel of niet gebruikt? Dat vindt Foodwatch ook. In een felle verklaring roept de consumentenorganisatie de EU op om het logo voor alle verpakkingen verplicht te stellen: ‘Zo niet, dan kan elk voedselbedrijf naar believen de Nutri-score wel op gezonde, maar niet op ongezonde producten plakken.’

Daar heeft de voedselwaakhond gelijk in. De bedoeling van de Nutri-score is juist om consumenten te helpen een gezondere keuze te maken. Dan moet iedereen wel meewerken. Selectief winkelen (of verkopen) met het logo helpt dan niet.

Nutri-score is een rot systeem

Toch verbaast het mij dat Foodwatch, een fantastische en fijn activistische consumentenorganisatie, zo enthousiast is over de Nutri-score. Het is namelijk een rot systeem, dat ten onrechte de indruk wekt gezond voedsel te promoten, terwijl écht gezond eten er niet voor in aanmerking komt.

Gek genoeg kan alleen bewerkt voedsel zo’n stickertje krijgen en bijvoorbeeld verse groente en fruit niet. Terwijl dat natuurlijk direct de hoogste score zou krijgen. Waarom is dat? Omdat de Nutri-score ook de fabrikant moet stimuleren zijn producten zo gezond mogelijk te maken. Sectororganisatie GroentenFruithuis: ‘Nutri-score is vooral gericht op productverbetering. Bij verse groenten en fruit is die mogelijkheid er niet.’

De Nutri-score komt tot stand door een rekensom. Ongezonde ingrediënten zoals suiker, zout en vet krijgen minpunten, vezels en eiwitten krijgen positieve punten. Dat wordt allemaal bij elkaar opgeteld en afgetrokken en vervolgens komt daar een score uit. Veel zout kan dus worden gecompenseerd met extra eiwitten.

Verwarrend Voedingscentrum

Voor het Voedingscentrum bijvoorbeeld is te veel zout of te veel suiker per definitie ongezond, ook als je er een ander gezonder ingrediënt aan toevoegt. De hoogte van de score (een groene A voor gezond, een rode E voor ongezond) geldt binnen een categorie: diepvriespizza’s worden vergeleken met diepvriespizza’s en chips met chips. Een hoge score wil dus niet zeggen dat een product ook werkelijk gezond is, alleen maar minder ongezond dan de andere chips, frisdrank en pizza.

Het voedingscentrum geeft dan ook een verwarrend advies over de Nutri-score: ‘Kies je een product dat buiten de Schijf van Vijf staat? Dan geven wij het advies om dat niet te veel en niet te vaak te eten. Aanvullend kun je Nutri-score bij deze producten gebruiken door te kiezen voor een product met een samenstelling die volgens Nutri-Score beter is. Maar een product met een A of B is dus niet per se gezond.’

Laten we ermee ophouden

De Nutri-score is verwarrend, werkt knutselen met voedsel in de hand en staat niet op producten die echt gezond zijn. Laten we ermee ophouden en gewoon weer gaan koken met herkenbaar onbewerkt voedsel zoals groente en fruit dat niet uit een fabriek komt.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Afbeelding: congerdesign via Pixabay

X is onder Musk een gevaar voor de democratie geworden. Ga weg bij X!

TeunColumns & verhalen

Pictogram van het verwijderen van een gebruiker

De Braziliaanse opperrechter Alexandre de Moraes heeft na een slepend conflict gelast dat Twitter onmiddellijk uit de lucht moet worden gehaald. Al sinds 2020 doet de rechter onderzoek naar het verspreiden van fakenieuws en het steunen van antidemocratische bewegingen in zijn land via het platform. Ook liet de rechter in 2023 de X-accounts van aanhangers van Bolsanaro blokkeren die ervan werden verdacht betrokken te zijn bij de bestorming van het congres, hooggerechtshof en het presidentieel paleis.

X weg uit Brazilië

Kortom: de rechter probeert activiteiten op sociale media (ook andere dan Twitter) aan te pakken die de democratie en de rechtsstaat bedreigen. X-baas Elon Musk was hier woedend over, weigerde de rechterlijke uitspraken uit te voeren en besloot het X-kantoor in Brazilië te sluiten. Omdat buitenlandse bedrijven die in Brazilië actief zijn, verplicht zijn er een vertegenwoordiging te hebben, besloot de rechter Twitter in het land te sluiten.

Musk, die zichzelf graag afschildert als ridder van het vrije woord, plaatste vervolgens berichten op zijn eigen platform waarin hij Moraes een neprechter en ‘Voldemort’ noemde. Beschaafd en sympathiek als we van Musk en X gewend zijn.

Vies en vunzig

Nu is Twitter, tegenwoordig X, natuurlijk al jaren een beetje vies en vunzig. Toch had en heeft het goede en plezierige kanten. Zo worden er leuke interviewfragmenten, en filmpjes van (oude) muzikanten en voetballers gedeeld. Alle serieuze nieuwsmedia brengen er razendsnel hun actuele bevindingen. Ooit kon je er zelfs nog prettige discussies met wildvreemden voeren op een aangename toon.

Helaas is dat aangename in de loop der jaren steeds meer vervangen door haat en gif. Al jaren wordt het cliché ‘afvoerputje’ gebruikt. Het gekke met dat soort clichés is, dat je de betekenis ervan vergeet. Twitter en afvoerputje zijn een paar geworden, net als Parijs en lichtstad. Maar verder hoor je nooit iemand over afvoerputjes of lichtsteden (nou ja, heel soms plakt iemand het epiteton op Eindhoven). Het zegt niks meer. Je vergeet dat het om een riool gaat waar stinkende poep doorheen gaat.

X is een gevaarlijk platform en een gevaar voor de democratie

Sinds Twitter in handen is van de machtswellustige narcist Musk is het probleem groter geworden dan een onprettige toon. X is een gevaarlijk platform geworden dat, zoals de Braziliaanse opperrechter goed begrijpt, een gevaar is voor democratie. Musk zelf is sinds de aanslag op Donald Trump fervent aanhanger van de leider van de MAGA-beweging. Hij steunt zijn campagne met enorme bedragen, hield een kritiekloos gesprek met hem op zijn eigen platform en laat talloze pro-Trump en anti-Harrisfilmpjes op X delen. Zelf deelde hij een deepfake filmpje, dat tegen de richtlijnen van X ingaat, waarin Kamala Harris allemaal idiote dingen zegt.

Ga weg bij X!

Zelf heb ik Twitter verlaten na de overname door Musk. Anderen hoor ik nog twijfelen over zo’n stap. Soms gebruiken ze het argument dat ze het platform niet alleen aan idioten willen overlaten. Ze zien zich als laatste bewakers van de redelijkheid op X. Dat is een kulargument dat naar zelfoverschatting riekt. Het sociale medium is inmiddels een instrument geworden om de democratie te ondermijnen en duistere krachten aan de macht te helpen. Als weldenkend mens wil je daar niet aan bijdragen. Hoe meer mensen het verlaten, hoe minder succesvol het kan zijn. Ga weg bij X!

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Afbeelding: Raphael Silva via Pixabay

Ondanks alle sjoemelpraktijken van fabrikanten moeten wij, de consumenten, steeds maar weer de juiste beslissingen nemen

TeunColumns & verhalen

Een vrouw van wie het brein zichtbaar is, heeft moeite om een beslissing te nemen

‘Ik ben niet cynisch, ik ben realistisch.’ Dat zegt de rechtse mens die elke hoop op een betere wereld heeft laten varen en wijsheden als ‘eten of gegeten worden’ debiteert. Het is een vreselijke houding die iedere inspanning, iedere ambitie in het leven nutteloos maakt. Moedeloos word je ervan. Het is goed om hierbij aan te tekenen dat deze zogenaamde realistische cynicus altijd tot de eters en nooit tot de gegetenen behoort. Wie prooi is, moet wel blijven geloven in betere tijden. Dat heet overleven.

Rommel van schofterige bedrijven

Toen Appelsientje een ‘vleugje zuivel’ aan zijn drankjes toevoegde, zogenaamd om de klant ter wille te zijn, maar in werkelijkheid om de suikertaks (even precies: de belasting op suikerhoudende dranken) te ontlopen, omdat die om wonderlijke historische redenen niet op zuivel wordt geheven, was ik niet verbaasd. En zeker niet geschokt. Die bedrijven zijn nu eenmaal schofterig. Hun enige raison d’être is geld verdienen. Dus: laagwaardige ingrediënten gebruiken, producten marketen op doelgroepen die er het meest gevoelig voor zijn (kinderen) en zo min mogelijk belasting betalen.

En de rommel vaak ook nog als gezond en duurzaam verkopen, met mooie plaatjes van glimmende groenten met een paar mooie dauwdruppels erop, bijvoorbeeld. Of door producten die niet volkoren zijn, toch zo te noemen. In dat geval is er sprake van misleiding. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit heeft 190 producten die volkoren werden genoemd, zoals koekjes, crackers en pasta, onderzocht. 51 daarvan waren niet volkoren. Het verbaast me wederom niet, maar ik vind het wel triest.

Kies voor volkoren

lk vertel mensen altijd dat ze volkoren moeten kiezen. Volkoren is volkoren als de hele graankorrel is gebruikt, inclusief het vliesje dat eromheen zit. Juist in die hele korrel zitten alle vezels. Dat is gezond en goed voor je darmen. Bloem is meel waar alle goeds uit is gezeefd. Daarvan maak je wit brood. Of je kleurt het met mout die tijdens het bakproces verbrandt en dan is het brood bruin.

Aan de kleur kun je dus niet zien waarmee je van doen hebt. Daarvoor moet je op de ingrediëntenlijst kijken. Bij gezond brood is al het meel volkorenmeel. Honderd procent. Bij de bakker vraag je het aan degene die achter de toonbank staat. Die weet het helaas ook niet altijd. Een paar keer heb ik op mijn vraag of een brood volkoren was het antwoord gekregen ‘ja, het is spelt’ (spelt is een graansoort waarvan je de hele korrel kunt gebruiken (volkoren), maar die ook als bloemvariant wordt gebruikt), of ‘ja, het is desem’ (dat betekent alleen dat het brood is gerezen zonder bakkersgist en kan ook zowel wit als volkoren zijn). Veel bakkers zijn tegenwoordig slechts afbakkers.

Laten die fabrikanten zelf voor hun rommel opdraaien

De producenten van nep-volkorenproducten misleiden hun klanten. Het verbaast me niet. Maar waar ik wel pissig van word, is dat ondanks alle sjoemelpraktijken van fabrikanten wij, de consumenten, steeds maar weer de juiste beslissingen moeten nemen in de supermarkt. Als wij onethische, milieuvervuilende en/of ongezonde waar kopen, dan zijn wij verantwoordelijk voor de misstanden. Laten die fabrikanten zelf voor hun rommel opdraaien. Als ze dat niet willen, moet de overheid ze daartoe dwingen

Deze rubriek heet ‘de consument’. Alsof het om ons draait. Maar onze invloed is beperkt. Na de vakantie maar eens nadenken over een nieuwe naam.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Afbeelding: Chen via Pixabay

Au pairs goed voor culturele uitwisseling? Uitbuiting zal je bedoelen

TeunColumns & verhalen

Uitbuiting, een poppetje draagt drie grote zakken met geld, het poppetje ernaast heeft er maar eentje

Buitenlanders en cultuur zijn niet in de mode, maar als we die twee kunnen combineren om vreemdelingen goedkoop rotklusjes te laten doen, dan knijpen we graag een oogje toe. In een spotje van Nina.care spraken twee mannen licht geaffecteerd over de au pair: ‘Thomas! Hoe is het? En met jullie nieuwe au pair?’ ‘Ze is echt super leuk en de kindjes zijn echt dol op haar. We hebben zo veel meer rust in huis.’ ‘Gaaf concept die culturele uitwisseling.’ ‘Nou echt! En 500 euro per maand is zoveel goedkoper dan we betaalden bij de opvang’.

Au Pairs en ‘culturele uitwisseling’

Kennelijk bestaat er een mogelijkheid jonge mensen tijdelijk naar Nederland te halen voor ‘culturele uitwisseling’. Ze komen hierheen om over onze cultuur te leren en iets van hun eigen cultuur te delen. Het heeft grotendeels een vrijwillig, niet-commercieel karakter. Pre-Schoof vonden we dat een mooi streven.

Inmiddels hebben talloze au pairbureaus hun bedrijfsmodel op deze regeling gebouwd. Ze halen mensen hierheen als vrijwilliger, die geen salaris, maar zakgeld krijgen en laten ze hard werken. Omdat het officieel om een uitwisseling gaat, mogen ‘de taken die uw au pair zal verrichten binnen uw gezin geen doel op zich zijn’. Daarom moet het gastgezin ook af en toe een cultureel uitstapje organiseren. Toch zullen de bureaus en de klanten voornamelijk opgetogen zijn over de goedkope oppas in huis.

Nina.care

Bij Nina.care betaal je 500 euro per maand plus kost en inwoning voor dertig uur werken in de week. Daarvoor levert Nina toppers: ‘Naast het feit dat we een VOG, legalisatie van de geboorteakte en een medische keuring eisen, vragen we onze au pairs ook nog het hemd van het lijf. We kunnen het ons kunnen veroorloven extra kieskeurig te zijn en alleen de allerbesten door te laten.’ Leve de culturele uitwisseling.

Complete Au Pair rekt het begrip ‘goede doel’ op

Complete Au Pair, dat gespecialiseerd is in Filipijnse au pairs, legt het zo uit: ‘De au pair is een vrouw* (*kan ook een man zijn) van tussen de 18 en 25 jaar oud, die in het kader van culturele uitwisseling aan een Nederlands gastgezin als volwaardig gezinslid gaat deelnemen. Filipijnse au pairs staan bekend om hun uiterst lieve, verantwoordelijke, bescheiden, betrouwbare en zorgzame karakter.’

En de uitwisseling: ‘Het gastgezin en de au pair worden door deelname een geweldige ervaring rijker. Zo draagt het gastgezin bij aan het goede doel om de au pair de kans te geven het bijzondere Nederland en de Nederlandse cultuur te ervaren. Het gastgezin maakt kennis met de bijzonder liefdevolle en zorgzame Filipijnse cultuur.’ Knap hoe het begrip ‘goede doel’ wordt opgerekt.

Een au pair voor 2,50 per uur!

Moeten die au pairs ook nog iets doen? ‘Ter compensatie voor de faciliteiten** ( **kost- en inwoning, reiskosten, verzekering en zakgeld van tussen de 300 en 340 euro per maand), draagt de au pair maximaal dertig uur per week bij aan taken binnen het gezin. De taken zijn bijvoorbeeld stofzuigen, opruimen, koken, of de hond uitlaten. Ook is een au pair uitstekend geschikt om op kinderen te passen of naar school te brengen.’

Je maakt een bedje op, laat de au pair mee-eten met de maaltijd die zij/hij zelf heeft gekookt en voor dertig uur per week werken krijgt hij/zij 300 euro per maand. Dat is 2,50 euro per uur! Uitbuiting is een betere term dan culturele uitwisseling.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Afbeelding: Benoît DE HAAS via Pixabay

Slagingspercentages van scholen zeggen niet veel, dat kan en moet eerlijker

TeunColumns & verhalen

Een diploma-uitreiking verbeeld door een grote steen en een aantal kleine stenen

In deze periode worden er op verschillende scholen diploma’s uitgereikt. Prachtige bijeenkomsten zijn het, waar leraren hun leerlingen toespreken. In het beste geval blijkt dat docenten die kinderen, die inmiddels jongvolwassen zijn, ook echt hebben gezien, niet alleen als mensen die niet alleen goede en minder goede cijfers haalden, maar ook als personen met dromen, tegenslagen, veerkracht en begeestering.

Trots over slagingspercentages

Bij zulke toespraken voel je de liefde, de weemoed over een periode die wordt afgesloten en de spanning en opwinding over wat komen gaat. Wat zijn die leraren toch geweldige mensen, die de kinderen begeleiden in de ontwikkeling van ‘brugpiepers met veel te grote rugzak’ (een beeld dat onvermijdelijk in veel praatjes voorbijkomt) tot zelfstandig denkende kritische wereldburgers. Die leraren doen zoveel meer dan de kroost een vak leren.

Bij zulke avonden en middagen wordt ook vaak gesproken over het slagingspercentage. Vol trots vertelt een schoolhoofd dat het dit jaar weer ruim boven de 90 procent ligt. De ouders klappen vol trots. Wat een goede school! Die percentages worden vervolgens in gidsen afgedrukt waarop ouders en toekomstige leerlingen mede hun keuze bepalen. Is dat terecht?

Rijke wijken en moeilijkere wijken

Ik wilde het hier eens niet hebben over de belangrijke factor van de locatie van de school die kan samenhangen met het opleidingsniveau en financiële situatie van de ouders. Bij gestudeerde, rijke ouders is de kans groter dat ze veel meer middelen inzetten, zoals dure bijles, om hun kinderen te laten slagen. Mensen met minder geld kunnen dat eenvoudigweg niet betalen. Is een school in een rijke wijk met elitekindjes met een hoog slagingspercentage beter dan een school met iets mindere resultaten in een moeilijker wijk? Of is het juist knapper om in het laatste geval resultaten te halen?

Hoge slagingspercentages bij gymnasia

Ik wilde het over iets anders hebben. Dat slagingspercentage gaat over het laatste jaar van school: hoeveel kinderen van het examenjaar zijn aan het eind van dat jaar met een diploma de deur uitgelopen? Uiteraard zegt dat getal wel iets. Namelijk hoe groot de kans is áls je al die jaren bent doorgekomen, dat je de opleiding ook succesvol afrondt. Maar die ‘als’ is wel heel belangrijk. Veel gymnasia bijvoorbeeld, hebben heel hoge slagingspercentages, maar de hoeveelheid leerlingen die het redt vanaf de eerste tot en met de zesde klas is juist extreem laag. Dat is maar zo’n 60 procent. De rest is dus onderweg afgevallen. Dat begint al in de eerste. Kinderen die op categorale gymnasia in de eerste niet overgaan, moeten direct van school af.

Op deze scholen maken ze het onderwijs en de toetsen gedurende zes jaar dus extreem moeilijk. Heel veel leerlingen halen de eindstreep niet. Of dat erg is, weet ik niet. Ik wil het besmette woord ‘topsport’ niet gebruiken, maar in ieder geval worden slimme en leergierige leerlingen maximaal uitgedaagd en daar zit iets goeds in.

Eerlijker beeld

Maar dat pronken met het slagingspercentage heeft ook iets kroms. Met zoveel afvallers wordt toch de indruk gewekt dat iedere scholier die kans maakt de goede scores van scholen te verpesten, vóór het examenjaar moet worden weggejaagd met heel veel stof en heel moeilijke toetsen. Om een eerlijker beeld te krijgen, lijkt het me daarom een goed idee om in de schoolgidsen voortaan niet alleen die slagingspercentages te vermelden, maar ook het percentage van brugklasleerlingen dat op een school in de voorgeschreven tijd het eindexamen haalt.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Afbeelding: WOKANDAPIX via Pixabay

Een ton op de bank saai? Wat een dedain

TeunColumns & verhalen

Mannenhanden omsluiten een klein spaarvarkentje

‘Daar zit je dan met je ton op de bank. Wel een beetje saai.’ Deze decadente, stuitende tekst hoorde ik onlangs voorbijkomen in een radiospotje. Saai om veel geld op je rekening te hebben? Slaapverwekkend? In andere reclame-uitingen van dit bedrijf zag ik ook nog een ton langskomen die ergens stond te verstoffen. De bezitter ervan was het geld bijkans vergeten.

Sukkels

Het zou je maar overkomen dat je zo veel geld hebt dat je je niet meer kunt herinneren dat je een dergelijk groot bedrag op de rekening hebt staan. Er gaat iets mis met onze maatschappij als er mensen zijn voor wie dat mogelijk is. En die mensen ook nog eens voor saai uitmaken. Sukkels. Want met dat geld kunnen ze nuttiger en leukere dingen doen: Make money smile!

Als ik de reclame mag geloven – wat je uiteraard nooit zomaar moet doen – zijn er twee problemen die het bedrijf wil oplossen met die ingekakte ton op de bank. Banken geven lage rentes, waardoor tonnen nauwelijks groeien. Die liggen te slapen en doen niks leuks. Ze moeten ‘in beweging komen’. Als je nu (met minimaal een ton) bij Make money smile-mensen belegt, krijg je een hogere rente. Met dat geld verstrekken zij weer leningen aan kleine ondernemingen (mkb’ers), die soms geld te kort komen voor hun bedrijfsvoering.

Het is voor een goed doel!

Bij gewone banken is het kennelijk vaak lastig leningen te krijgen. Die banken worden nu dus overgeslagen en het geld van mensen met een tonnetje te veel wordt gebruikt voor deze leningen. Hiermee kunnen ze ‘niet alleen een solide rente verdienen, maar ook direct bijdragen aan de groei van deze ondernemingen’. Het is dus nog voor een goed doel ook!

Hoe goed en sympathiek dit allemaal is en of bedrijven door die leningen uiteindelijk juist niet in de schulden worden gejaagd, kan ik niet beoordelen. Maar jongens, die tekst! Dat zal wel weer heel reclameachtig, provocerend en aandacht genererend bedoeld zijn. En het werkt, want ik schrijf er nu ook over. Dat vind ik ook vervelend en is vaker een probleem bij deze rubriek. Daarom noem ik de naam van het bedrijf ook niet, maar even googelen en je hebt hem gevonden. Speurwerk mag beloond worden.

Weinig bezit is niet saai, dat is stressvol

Het vermogensverschil in Nederland is groot. Deze krant schrijft over het CBS-rapport Materiële Welvaart, gebaseerd op gegevens uit 2022: ‘Van het totale vermogen van de Nederlandse huishoudens was 4 procent in handen van de laagste inkomens en 33 procent van de hoogste inkomensgroep. Huishoudens met een eigen woning bezaten 48,1 duizend euro (exclusief de waarde van de eigen woning, huurders in doorsnee 3,7 duizend, dus ruim 44 duizend minder. De laagste inkomensgroep had in doorsnee 1.000 euro aan bezit’. In doorsnee betekent dat sommige mensen nog minder hebben. Dat is niet saai, dat is stressvol.

De rijke Nederlander is helemaal niet de hardwerkende Nederlander

Het lullige is dat je met geld geld maakt. Met een ton op de bank kun je beleggen en slapend rijk worden. Dat loont meer dan werken. De rijke Nederlander is helemaal niet de hardwerkende Nederlander. Hard werken is voor losers. De rijke Nederlander is iemand die een saaie sukkel is als hij zijn geld niet laat groeien. De gemiddelde Nederlander, die keihard werkt om zijn huur te kunnen betalen, die kan zijn geld helemaal niet laten lachen. Die droomt van een ton op de bank. Wat een dedain.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Afbeelding: Charles Thompson via Pixabay

Als het topsporters om de gezondheid gaat, moeten ze eerst eens kritisch naar hun sponsors kijken

TeunColumns & verhalen

Uitgeknipte gekleurde papieren letters vormen samen het woord B I N G O geprikt op een prikbord

Topsporters laten zich niet graag in met politiek. Over complottheorieën over omvolking, de klimaatcatastrofe en de vernietiging van de rechtsstaat zul je ze zelden horen. Waarom eigenlijk niet? Die renners, springers, fietsers hand-, basket- en voetballers zijn toch ook burgers die deel uitmaken van een maatschappij? Mannen en vrouwen die zich zorgen maken over de toekomst van henzelf en hun kinderen? Misschien zijn ze bang hun populariteit te verliezen als ze zich uitspreken?

Bezuinigingen op de sport

Toch jammer. Het was prachtig hoe voetbalgrootheid Kylian Mbappé tijdens een persconferentie op het EK opriep te gaan stemmen en waarschuwde tegen extremisme. In een wereld waar bestuurders de kreet dat ‘politiek en sport gescheiden moeten blijven’ alleen lijken te gebruiken om in zee te gaan met dubieuze regimes en foute bedrijven, vond ik dit een verademing.

Maar nu, met het extreemrechtse kabinet in aantocht, laat een groep prominente Nederlandse (ex-)topsporters zich dan eindelijk toch uit over politiek. Over omvolking, de bezuiniging op ontwikkelingshulp of toch de rechtsstaat? Niets daarvan. De sporters maken zich druk om de bezuinigingen op de sport.

Daar kan ik smalend over doen, maar dat zal ik nalaten. Ik heb me als schrijver ook druk gemaakt om de verhoging van BTW op boeken en cultuur (ook over omvolking, klimaat, ontwikkelingssamenwerking en de rechtsstaat overigens), omdat ik het belangrijk vind dat boeken en cultuur beschikbaar blijven voor iedereen. In Het Parool las ik trouwens een mooie suggestie van Jona van Loenen om deze verhoging gewoon door te laten gaan, maar óók ieder kind dat in armoede opgroeit een boekenbon van 100 euro te geven en het hele gezin een gratis museumkaart. Dan doe je aan werkelijke herverdeling en verheffing. Het bedrag van de boekenbon mag omhoog, maar verder een mooie suggestie.

Sport is belangrijk

Nu betogen die sporters dat sport reuze belangrijk is. Dat is ook zo. Als je kijkt naar onze gezondheid dan zijn drie dingen essentieel: goede voeding, voldoende beweging en genoeg ontspanning. In ons stressvolle bestaan waarin we nergens tijd voor lijken te hebben, staan ze allemaal onder druk: we eten rotzooi, sporten te weinig, bewegen ons voort op fatbikes en andere gemotoriseerde voertuigen en slapen te kort. Geen wonder dat de topsporters zich zorgen maken.

Oud-schaatser Erben Wennemars bijvoorbeeld, vindt het ‘onbegrijpelijk dat de waarde van sport niet wordt ingezien’. Het gaat hem vooral om de (volks-)gezondheid. Hij is dan ook blij dat NOCNSF er niet meer op inzet om bij de beste tien sportlanden van de wereld te horen, maar om in 2032 het gezondste land ter wereld te zijn.

Idiote gokreclame

Dat is inderdaad een prachtige ambitie. Maar daarmee is wel iets geks aan de hand. Want welke overheidsmaatregel raakt de sporters het meest? De verhoging van de kansspelbelasting! Hierdoor daalt het bedrag dat Nederlandse Loterij aan de sport betaalt met een kwart. Dat is 12,5 miljoen euro. Heel vervelend, vooral omdat ontzettend veel sportverenigingen daarvan afhankelijk zijn, maar natuurlijk wel terecht.

Als je een gezond land wil zijn, moet je gokken niet stimuleren, maar terugdringen. Het is idioot dat de hele sportwereld is vergeven van reclames die gokverslaving aanmoedigen. Net zoals het idioot is dat sporters Cola en Red Bull aanprijzen. Dus boos zijn over sportbezuinigingen is begrijpelijk, maar als het je werkelijk om de gezondheid gaat, moet je ook kritisch naar je sponsors kijken.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Afbeelding: Christian Oehlenberg via Pixabay

Deel dit bericht