Maak voedselwetten en schaf de Stichting Reclame Code af

TeunColumns & verhalen

Twee wetboeken en een hamer

De nieuwsbrief van Foodwatch, waarop ik ben geabonneerd, was laatst vrij alarmerend. De organisatie die het moet hebben van financiële donaties, die ze normaal gebruikt om campagnes te voeren voor eerlijk, veilig en gezond voedsel, vroeg nu om geld voor juridische ondersteuning.

Kindermarketing verboden

De zaak is vrij merkwaardig: Foodwatch had bij de Stichting Reclame Code (SRC) een klacht ingediend tegen een bedrijf dat in supermarkten vruchtendrankjes verkocht die werden aangeprezen met afbeeldingen van kinderidolen. Bij deze stichting klop je aan als je reclames misleidend vindt, maar ook als je vindt dat er sprake is van onoorbare kindermarketing. Een van de regels voor kindermarketing is dat reclame met kinderidolen die gericht is op kinderen tot en met 6 jaar (dus tot 7 jaar) verboden is. Foodwatch verloor de zaak, omdat de Commissie oordeelde dat deze tieneridolen op 7 jaar en ouder waren gericht.

Maar daarmee was de kous niet af. Het bedrijf dat de zaak had gewonnen, was woedend, betichtte Foodwatch van het aanbrengen van materiële (flesjes die al door supermarkten uit de schappen waren gehaald), immateriële en reputatieschade en wil daarvoor een schadevergoeding van 15 duizend euro. Een van de verwijten van het bedrijf is dat Foodwatch voor de ‘frontale aanval’ koos door naar direct naar de SRC te gaan in plaats van eerst te komen overleggen. Mij lijkt dat het iedereen vrijstaat klachten over reclames in te dienen. Als Foodwatch niet betaalt, dan stapt het bedrijf naar de rechter. Voor die rechtsgang vraagt de voedselwaakhond nu dus om donaties.

Een wonderlijk orgaan als de Stichting Reclame Code

Misschien zou dit nooit zo uit de hand zijn gelopen als wij in Nederland strikte, duidelijke wetgeving hadden over kindermarketing en het oordeel daarover niet overlieten aan een wonderlijk orgaan als de Stichting Reclame Code, die model staat voor de Nederlandse behoefte tot zelfregulering van het bedrijfsleven.

In deze stichting die reclames moet beoordelen zitten vier partijen aan tafel: de vertegenwoordigers van de belangen van de adverteerders (de bedrijven), de media, de reclamemakers en als vierde de consumenten en de maatschappij. De maatschappelijke belangen leggen het in aantal dus altijd af tegen de commerciële, die eerder geneigd zouden kunnen zijn regels soepel te interpreteren.

De Commissie beoordeelt reclame-uitingen nooit vooraf, maar pas achteraf, na klachten. Adverteerders kunnen dus lukraak reclames de wereld in slingeren die niet deugen. Pas na een officiële klacht kan een reclame-uiting verboden worden, maar dan is die eerst dus al wel geruime tijd getoond. Als de reclame verboden wordt, is het maar de vraag of hij ook daadwerkelijk wordt verwijderd, want daarop controleert de commissie niet.

Maak voedselwetten en schaf de Stichting Reclame Code af

In Nederland vinden we het makkelijk als bedrijven zelf hun regels maken en er zelf op toezien dat ze worden nageleefd. Dat leidt tot waterige besluiten. Maartje Poelman, één van de Nederlandse wetenschappers die betrokken is bij PEN, het Policy Evaluation Network, dat het beleid van diverse Europese landen vergelijkt op het gebied van het stimuleren van gezonde voeding, zei eerder het niet gek te vinden dat Nederland op dit gebied matig scoort: ‘We hebben tien jaar een neoliberale regering gehad die maximaal heeft ingezet op individuele keuzevrijheid en gericht is op vrije marktwerking. Als de politieke wil er niet is, dan lukt het niet. Ook is er een strakke lobby van de industrie. Daardoor komt die gezondere voedselomgeving er maar niet.’

Maak voedselwetten en schaf de Stichting Reclame Code af.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Kranten, betaal je medewerkers beter

TeunColumns & verhalen

Een stapel kranten. Afbeelding: congerdesign via Pixabay.

Soms verschijnt deze column achter een betaalmuur, misschien nu ook wel. Mensen zonder abonnement kunnen hem dan niet lezen. Vaak leidt dit tot verontwaardiging bij niet-abonnees. Of op z’n minst tot een licht passief-agressieve opmerking op sociale media als ‘Kan het stuk niet lezen. Betaalmuur. Jammer.’

Abonnement

Dat is gek. Stel je hoort iemand enthousiast praten over zijn groentetas. Omdat hij een abonnement heeft, krijgt hij elke week een zwik knollen, kolen en wortelgewassen (de vrolijke seizoenskost van de winter) thuisbezorgd. Lyrisch praat hij over de pastinaak van deze week. Je raakt enthousiast en wil die pastinaak ook.

Eis je dat je gesprekspartner jou er ook een paar geeft? Vraag je op hoge toon om gratis pastinaken bij de verkoper van de tas? En zucht je geïrriteerd als niemand de pastinaken voor niets aan je wil geven: ‘Ik kan ze niet eten. Geen abonnement. Jammer.’? Ik denk het niet. Je laat de verrukkelijke witte wortels aan je neus voorbijgaan, of je neemt een abonnement.

Journalistiek voor niks

Bij journalistiek ligt dat anders. Hoewel er door heel veel mensen hard wordt gewerkt om elke dag een krant te maken, niet alleen door de stukjestikkers van wie de naam wordt afgedrukt, maar ook door vormgevers, fotografen, drukkers, illustratoren en eindredacteuren, verwachten veel nieuwsconsumenten de artikelen voor niks te kunnen krijgen.

Misschien omdat er ook gratis ‘nieuwssites’ bestaan, die voor weinig geld stukken van anderen overnemen en nauwelijks personeel hoeven te betalen. Die wekken de indruk dat journalistiek gratis is. Niets is minder waar. Goede journalistiek kost veel geld. Als je ziet hoeveel werk er in zo’n krantje zit, dan is de prijs van een abonnement nog behoorlijk schappelijk (dat niet iedereen het kan betalen, zegt meer over de trieste verhoudingen in ons land).

Inflatiecorrectie

Nu is die schappelijke prijs van kranten het afgelopen jaar wel fors gestegen. Volgens het FD is bij NRC het populairste abonnement zo’n 10 procent duurder geworden en bij de Volkskrant circa 9 procent. Daarnaast zijn ook de advertentie-inkomsten gestegen. Logisch, als je de klappen van de inflatie wil opvangen. Alleen hebben de werkgevers er de afgelopen twee jaar niet voor gezorgd dat de makers van de kranten, dus niet alleen de stukjestikkers, maar ook de fotografen, illustratoren, drukkers en eindredacteuren, ook voor die inflatie werden gecorrigeerd. En de meesten van hen verdienen al heel weinig en hebben niet het geluk, zoals ik, elders ruim voldoende geld te verdienen.

Uiteraard zijn ze daar verbolgen over. Zeker omdat het geld er wel is. Wat het nog schrijnender maakt is dat de aandeelhouders van DPG en Mediahuis (uitgever van NRC) het de afgelopen twee jaar wel ontzettend goed hadden: de dividenduitkering bij Mediahuis steeg in 2022 met 17 procent en bij DPG verdubbelde de uitkering tot 80 miljoen euro. Terwijl de prijzen van de kranten hoger werden en de medewerkers sappelden, streken de aandeelhouders miljoenen op.

Betalen

Er wordt nu onderhandeld over een nieuwe cao. Het bod van de werkgevers is vooralsnog te karig. Daarom voeren de krantenmakers voorzichtig actie. Vooralsnog heel lieflijk, met berichten op sociale media en een werkonderbreking van een uur (die de gedreven schatten natuurlijk in eigen tijd weer compenseren). Zeker een sociale krant die dagelijks schrijft over onrecht in de wereld, moet de eigen werknemers én de talloze freelancers voldoende betalen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

De zuivelindustrie strijdt tegen vegan bedrijven vooral om zichzelf te beschermen, niet de consumenten

TeunColumns & verhalen

Brood met mes en boter

Als fabrikant mag je een hoop onzin op verpakkingen zetten. Je mag appelsap frambozensap noemen als je er 0,1 procent framboos aan toevoegt, je mag zeggen dat een cake ‘volgens oma’s recept’ is gebakken, zonder dat ooit een grootmoeder zich ermee heeft bemoeid en je mag brood een Duitse fantasienaam geven die de ridicule indruk wekt dat het gemaakt is van graan uit het bos.

Vegan producten en juridische procedures

Dat diepvriespizza’s in de doos nauwelijks lijken op de verleidelijke foto’s op de doos, vindt niemand gek. Fabrikanten mogen ons misleiden. Daar kun je leuke en schokkende televisieprogramma’s over maken, maar uiteindelijk lijkt iedereen dat te accepteren.

Er is één uitzondering: als je plantaardige versies van dierlijke producten maakt, word je overladen met kritiek en juridische procedures. Enige jaren geleden wilde de Europese Commissie, aangespoord door de vleeslobby, verbieden dat vleesvervangers namen als ‘worst’, ‘hamburger’ en ‘schnitzel’ zouden dragen. Het Europees parlement stemde tegen: als je duidelijk zegt dat het om vleesloze producten gaat, zoals ‘vegetarische hamburger’, dan is het toegestaan.

Elke verwijzing naar zuivel is uit den boze

Vreemd genoeg wordt over zuivelvervangers anders geoordeeld. Op de site van Eurowet lees ik: ‘Niet-zuivelproducten mogen geen ‘melk’, ‘yoghurt’ of ‘boter’ genoemd worden. ‘Ook woorden als ‘imitatie’, ‘smaak’, ‘vervanger’, of iets soortgelijks mogen niet.’ Dus niet alleen sojamelk en havermelk zijn verboden, elke verwijzing naar zuivel is uit den boze.

Waarom? Officieel om consumenten te beschermen, die per ongeluk dierloze zuivel zou kunnen kopen. Het domme van deze redenering is dat consumenten deze producten juist kopen omdát ze veganistisch zijn. Ze willen iets dat smaakt als melk, of boter (of vlees), maar dan duurzamer en zonder dierenleed. Daarom staan woorden als ‘vegan’ en ‘plantbased’ duidelijk op de verpakking. De fabrikanten willen geen vleeseters in het ootje nemen, ze willen niet-vleeseters een alternatief bieden.

Vegan boter mag geen boter heten, maar ook geen margarine

Nu is de Nederlandse producent Mister Kitchen van veganistische boter (sorry, vetsmeersel) ‘Droomboter’ het haasje. Volgens de officiële definities mag het spul geen boter heten, maar ook geen margarine. Maar omdat het is gemaakt op basis van cacaoboter (net als pindakaas, kokosmelk, shea butter en body butter een plantaardig product dat wel een zuivelnaam mag hebben!), vindt de fabrikant dat hij het wel boter mag noemen.

De Nederlands Zuivel Organisatie (NZO) verzet zich daar tegen; zij dreigt met een kort geding als het bedrijf niet stopt met deze naam. Immers: ‘Droomboter is niet gemaakt van producten afkomstig uit melkklieren van dieren’. Ook de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit heeft de fabrikant een officiële waarschuwing gegeven en ligt er een particuliere klacht bij de Reclame Code Commissie.

Gek genoeg heeft De NZO geen bezwaar tegen de ‘Botergoudvarianten’ van Campina met een te laag percentage melkvet: ‘Daar zit wel boter in. In Droomboter zit gewoon nul boter, dat gaat ons echt te ver.’ Dus je mag wel met de definities van roomboter marchanderen als je er een beetje dierenproduct in stopt? Of speelt misschien mee dat Campina lid is van de NZO?

Dat mensen zich vergissen is uitgesloten

Het slaat allemaal nergens op. De regels en definities van boter zijn gemaakt in een tijd toen duurzaamheidsvraagstukken nauwelijks speelden, er minder over dierenwelzijn werd nagedacht en er weinig plantaardige alternatieven waren. Nu kiezen mensen bewust voor die alternatieven. Dat ze zich vergissen is uitgesloten. Op de verpakking van Droomboter staan werkelijk overal termen als ‘zonder zuivel’, ‘vegan’, ‘koevrij’, ‘plantaardig’ en ‘plantbased.’

De zuivelindustrie wil niet de consument beschermen, maar zichzelf.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Lachend hadden ze het over Geert Milders. Jongens, wat een grap! De nihilistische leegte

TeunColumns & verhalen

Als consument van de NPO verwacht ik meer van de politieke duiders. De publieke omroep heeft een publieke taak, die verder gaat dan scoren en goede kijkcijfers. Onderzoeken en informeren, grondige journalistiek, horen tot de kerntaken. Helaas is ook Hilversum al enige tijd bevangen door het waanidee dat kijkcijfers en kwaliteit hetzelfde zijn: hoe meer kijkers, hoe beter het programma kennelijk is. Als je zo denkt, is het logisch dat je alles doet en laat voor die goeie scores.

Saai scoort niet

Laten: je verdiepen in partijprogramma’s en de ideologie van partijprogramma’s en nieuwsgierig de waarheid boven tafel proberen te krijgen. Dat is saai, en saai scoort niet.

Tekenend voor deze houding is een gesprekje dat Jort Kelder bij de nationale publieke talkshow Op1 had met Jesse Klaver. Kelder verweet GroenLinks-PvdA draconische belastingplannen. Klaver legde uit waarom dit volgens hem niet klopte. De andere presentator Welmoed Sijtsma onderbrak hem. Het verhaal was te ingewikkeld. Klaver antwoordde verbouwereerd dat belastingen nu eenmaal ingewikkeld zijn en dat hij het recht had zich tegen aantijgingen te verweren.

Toen Mona Keijzer (BBB) vervolgens ook begon te roepen dat de kiezer hieraan geen touw kon vastknopen, was het punt weg. We gingen weer door. Hou het leuk! Informatiedichtheid nul.

Alsof politiek een spel is

Doen: vermaak en spanning creëren en de politiek als wedstrijd zien. Wie doet het goed en wie doet het slecht? Wie heeft knappe trucs en wie is de sukkel die niet aan de verwachtingen voldoet?

De peilingen waren een lekker hulpmiddel voor deze benadering. Elke dag kwamen nieuwe koersen binnen die lieten zien wie er hot was en wie not. De duiders gingen er volledig in mee. Vrijwel elke analyse koppelde knap of zwak optreden aan goede of slechte peilingen. Alsof politiek een spel is zonder maatschappelijke betekenis.

Lachend hadden ze het over Geert Milders

En dus waren de duiders op verkiezingsavond gezellig aan het keuvelen over de ‘enorm verrassende uitslag’. Ze lachten wat af en leken het allemaal reuze spannend te vinden. Voor hen was Wilders een gewone kandidaat die vooral slim en goed campagne had gevoerd. Lachend hadden ze het over Geert Milders. Jongens, wat een grap! De nihilistische leegte.

Dat het verkiezingsprogramma nog steeds dezelfde rabiate taal en maatregelen kent als we van de PVV gewend zijn, doet er kennelijk niet toe. Want Geert, die premier wil zijn van alle Nederlanders (hoe dan?, lees het programma!), had deze plannen in de ijskast gezet. Sinds wanneer accepteren en geloven journalisten dat politici hun programma als niet relevant (erewoord!) verklaren? In plaats van hem daar scherp over te bevragen, vinden ze het vooral slim en knap.

De rabiate plannen van ‘Geert Milders’

Uiteraard kwamen op de uitslagenavond de rabiate plannen van Wilders niet ter sprake. Evenmin dat grote delen van de Nederlanders zich door deze uitslag onveilig voelen. Laat staan dat iemand Wilders extreem-rechts durfde te noemen, wat in vooraanstaande buitenlandse media wel op grote schaal gebeurde.

Plooiden de Haagse verslaggevers zich al naar de nieuwe werkelijkheid of hadden ze gewoon geen benul van de gure tijd die was aangebroken? Wisten ze dat Wilders over hun eigen beroepsgroep eerder had getwitterd dat ‘journalisten – uitzonderingen daargelaten – tuig van de richel’ zijn? En dat de PVV de financiering van de Publieke Omroep volledig wil stopzetten? Hun lach op het feest van de democratie zou weleens hun laatste kunnen zijn.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Geloof maar niet dat de VVD een ‘verbeterd recept’ biedt

TeunColumns & verhalen

Letterblokken vormen de zin It is marketing

De afgelopen jaren heb ik geregeld betoogd dat we niet gereduceerd moeten worden tot consumenten. Dat we meer zijn dan kopende mensen die maatschappelijke ontwikkelingen vooral kunnen sturen door wat we wel en niet aanschaffen. We kunnen ons land ook vormgeven door goede betrokken burgers te zijn. Daarom moet het primaat weer bij de politiek komen te liggen, die ethische normen vastlegt. Wij zouden moeten proberen die politiek te beïnvloeden, ook door te stemmen.

Laagwaardig en goedkoop

Maar wat blijkt? De consumentenrot heeft ook de politiek aangetast. Een deel van de politici wil helemaal geen betrokken burgers, maar alleen hun stem. Voor hen zijn wij slechts consumenten die met marketingtrucs van het bedrijfsleven kunnen worden binnengehaald.

De Duitse Verbraucherszentrale deed ooit onderzoek naar producten die werden verkocht met ‘verbeterd recept’ op de verpakking. De organisatie had duizenden artikelen in haar database en kon de ingrediënten voor en na ‘de verbetering’ vergelijken. Wat bleek? In het overgrote deel van de producten die een positieve transformatie zouden hebben doorgemaakt waren de ingrediënten in werkelijkheid slechter geworden: dure kwaliteitsproducten waren vervangen door laagwaardiger en goedkoper spul.

Gaat de VVD het nu anders doen?

De VVD beweert haar recept ook te hebben verbeterd. Keer op keer worden, tussen de kreten door dat de PvdA het land kapotmaakt en dat de middenklasse er bij haar het best aan toe is, dezelfde mantra’s herhaald: geen waterige compromissen meer en niet terugkijken maar vooruitkijken. En o ja, de asielzoekers moeten nu echt worden tegengehouden. Doodmoe word je ervan. En ook een beetje woedend. Want wie heeft al die jaren het land geregeerd? En kapotgemaakt? Wie heeft kabinet na kabinet de staatssecretarissen geleverd die verantwoordelijk waren voor asiel (en te weinig opvangplaatsen)? Juist. De VVD.

Maar dat is terugkijken en niet vooruitkijken. Nu ben ik historicus en vind ik terugkijken nuttig. Ik zou willen weten wat de VVD heeft geleerd van al dat wanbeleid. Heeft de VVD spijt van de toeslagenaffaire en de aardbevingen in Groningen? Gaat de VVD het nu anders doen?

Dat er niet eens de bereidheid is daarop te reflecteren, zegt genoeg. Dat de partij Henk Kamp, zonder wroeging over zijn rol in toeslagenaffaire én aardbevingen, erelid heeft gemaakt (zie de geweldige tirade van Peter Pannekoek bij Dit Was het Nieuws!) zegt nog meer. De ingrediënten zijn misschien niet verslechterd, maar ook niet verbeterd. De VVD is nog steeds dezelfde hardvochtige partij die macht om de macht wil. En Dilan Yesilgöz die elke aanval soepeltjes pareert, is gewoon Mark Rutte op hakken. Heel behendig.

Zoals ook het een-tweetje tussen haar en Rutte, dat hij te lang was blijven zitten, handig was geregisseerd. Politieke duiders vinden het razend knap. Ze zijn zo druk bezig met het spel, dat ze vergeten het over de inhoud (met dezelfde onwelriekende ingrediënten) te hebben. Misschien omdat ze het zich kunnen permitteren. Hebben ze het zelf te goed om te begrijpen hoe ingrijpend politieke beslissingen kunnen zijn?

Zogenaamd inhoudelijke campagne

Ook bij Geert Wilders. In de NRC podcast Haagse Zaken werd glunderend verteld dat hij zich nu zo slim gematigd opstelt: ‘Dat spelen met verwachtingen past ook bij de superscherpe politicus die hij is.’ Als de duiders de hele tijd vooral kirren over de handigste en slimste spelers van het spel, dan zouden kiezers ook kunnen gaan denken dat het allemaal hierover gaat. In deze zogenaamd inhoudelijke campagne verliest de inhoud het van de marketing.

Afbeelding: Gemma Villalba via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Misschien moeten we in de geest van de jaren tachtig een boycotje tegen Shell beginnen?

TeunColumns & verhalen

Aandeelhoudersvergadering Shell, demonstratie voor congresgebouw door mensen die een olieboycot tegen Zuid Afrika willen.

Enkele weken geleden schreef ik over de Greenwashingcampagne van Shell, dat zich met gelikte advertenties groen wil voordoen. Ik zag pas later dat die groenpoetsreclames ook in deze krant waren verschenen. Nu wil ik niet keer op keer over hetzelfde bedrijf schrijven, maar als ze om de haverklap in de fout gaan, maken ze het me erg moeilijk. Zeker als ze het zo vaak en zo smerig doen als Shell.

In Rusland

De afgelopen week kwam RTL nieuws met een onthulling die zo onthutsend is dat ik toch maar weer over dit cynische en verwoestende olieconcern schrijf. Wat blijkt? Shell doet nog steeds zaken met Rusland! Op de website van RTL lees ik dat het bedrijf zelf het probleem niet ziet. Het had immers alleen beloofd zich helemaal ‘uit alle Russische olie en gas terug te trekken in lijn met overheidsregels’. Oftewel: alles wat niet expliciet is verboden, is toegestaan.

Citroentjesfris allemaal. Shell verdient flink aan deze dubieuze morele positie en ook het Russische regime profiteert ervan: ‘Shells zakenpartner Rosneft meldt zelfs trots op zijn website dat het de grootste belastingbetaler in Rusland is. Het bedrijf zelf is niet gesanctioneerd door de EU, maar CEO Igor Setsjin is dat wel. Volgens de EU is Setsjin een van Vladimir Poetins belangrijkste adviseurs.’

Moreel kompas

Het hoeft niemand te verbazen dat Shell zo’n slecht afgesteld moreel kompas heeft. Dat is altijd zo geweest. In de jaren tachtig werd er flink druk uitgeoefend op bedrijven om te vertrekken uit Zuid-Afrika met zijn apartheidsregime. Shell bleef gewoon zitten. De oproepen tot boycot van het olieconcern werden steeds heviger. Legendarisch werd de sticker met verwijzing naar de ‘Shell helpt’-slogan uit die tijd: onder een afbeelding van de gele schelp waar bloed uitdroop, stond de tekst: ‘Shell helpt apartheid in Zuid-Afrika.’ In de kringen waarin ik opgroeide was die overal te zien.

Ook in Nigeria speelt Shell al jaren een kwalijke rol. Sinds eind jaren vijftig pompt Shell olie op in de Nigerdelta met verwoestende gevolgen. Lekkages van oude, kapotte pijpleidingen zorgden voor een van de grootste milieuvervuilingen ter wereld, veroorzaakten armoede en ziektes, dwarsboomden de visserij en maakten een groot deel van de regio onleefbaar. Toen de bevolking in opstand kwam, werden negen activisten opgehangen door het militair regime. Shell werd in 2021 aansprakelijk gesteld voor de schade door de lekkages en veroordeeld tot compensatie.

Shell vindt protestbewegingen maar lastig en probeert die met behulp van dure advocaten monddood te maken. Zo eist het bedrijf van Greenpeace een duizelingwekkende schadevergoeding van 2,1 miljoen dollar omdat actievoerders een olieplatform in zee hadden bezet. Shell wil Greenpeace wereldwijd verbieden te protesteren op Shell-infrastructuur in zee en in havens. Gebeurt dit toch, dan kunnen de claims oplopen tot maar liefst 8.6 miljoen dollar. De astronomische bedragen lijken vooral bedoeld om de lastige milieubeweging uit te schakelen.

Boycot Shell

Miljoenen liters fossiele brandstof oppompen, je verhaal groenwassen, foute, oorlogszuchtige regimes steunen en activisten monddood maken; ik zou er niet graag reclame voor maken. Misschien moeten we er in de geest van de jaren tachtig een boycotje tegenaan gooien?

Afbeelding: Aandeelhoudersvergadering Koninklijke Nederlandse Shell, demonstratie voor congresgebouw door mensen die een olieboycot tegen Zuid Afrika willen, 19 mei 1982. Foto: Marcel Antonisse, Nationaal Archief/ Anefo

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Wie wil dat er minder arbeidsmigranten naar Nederland komen, moet bij de werkgevers beginnen

TeunColumns & verhalen

Lege kartonnen doos die openstaat, Wie wil dat er minder arbeidsmigranten naar Nederland komen, moet bij de werkgevers beginnen

Nederland is voor de consument een ontzettend gaaf land. Vooral omdat er ontzettend veel te consumeren valt. Niet alleen de winkelstraten, maar bijna alle straten liggen vol met lekkere waar die we in onze monden kunnen proppen. En dan is er nog een hele hoop andere rommel die we kunnen kopen.

Impulsaankopen

Goedkope kleren die net zolang (een paar maanden) meegaan als de mode en allerlei prullaria, waar bijvoorbeeld tuincentra vol mee liggen. Nee, niet de planten. Die maken, ook al zou je anders vermoeden, maar een heel klein deel uit van de collectie. Het grootste gedeelte is gevuld met decoratieve elementen, snuisterijen en hebbedingetjes die je nooit doelgericht gaat kopen. Ook voor onze trouwe viervoeters en gewervelde vrienden met vinnen en kieuwen.

De hele nering is, net als het fastfood op elke straathoek, gericht op impulsaankopen. Dat blijkt een geweldig businessmodel. We kunnen onze impulsen maar moeilijk de baas en kopen ons suf aan rommel waarvan we niet wisten dat we het wilden hebben. Op Koningsdag stallen we alles wat nog een beetje heel is uit op een kleedje en verkopen het voor een paar grijpstuivers aan anderen met een sterke koopimpuls. Alles wat niet wordt verkocht, wordt met kleed en al achtergelaten of weggegooid. De rotzooi is definitief vuilnis geworden.

Arbeidsmigranten

Veel van deze rommel wordt of onder slechte arbeidsomstandigheden in het verre buitenland gemaakt, of onder slechte arbeidsomstandigheden door buitenlanders in Nederland. Arbeidsmigranten dus. Als zij niet zelf aan de lopende band spullen maken, of in grote kassen plantjes in potjes zetten, dan zorgen ze wel dat de rommeltjes die elders gemaakt zijn tot ons komen via distributiecentra.

Overal in het landschap verrijzen onooglijke vierkante dozen die het consumeren van ons en onze buren mogelijk maken. Pakketjes worden er af en aan gereden. We offeren ons land op aan de God van de consumptie. Natuurschoon? Wie kan het schelen! Er kan gedistribueerd, verdiend, gewerkt en geconsumeerd worden! Door onze praktische, nuchtere aard en handelsgeest maken we van ons land het lelijkste land ter wereld.

Schimmige uitzendbureaus

Maar nu wil Pieter Omtzigt aan dit consumptiefeest een einde maken. Hij wil de hoeveelheid arbeidsmigranten die in Nederland worden toegelaten beperken tot vijftigduizend. Hoe hij dit wil doen is onduidelijk. Veel van die arbeidsmigranten komen uit de EU en mogen hier dus gewoon aan het werk.

Maar als Omtzigt iets wil, dan gebeurt het gewoon. Die man heeft bovenmenselijke krachten. Misschien mag ik hem in alle nederigheid een suggestie doen? Begin niet bij het tegenhouden van de arbeidsmigranten, maar bij de werkgevers. Zorg dat zij niet via schimmige uitzendbureaus mensen inhuren (die hen met rare constructies uitbuiten), maar ze zelf inhuren.

Verplicht dat als ergens een doos of een kas wordt geopend, vaak door een trotse wethouder die mooie woorden over werkgelegenheid en economie rondbazuint, meteen ook de woonruimte wordt geregeld. Nu willen werkgevers wel de arbeid, maar kan de rest ze niet schelen, waardoor de arbeiders met velen tegelijk in slechte, soms gevaarlijke woningen terechtkomen.

Als de eisen strenger worden, worden die nieuwe dozen misschien wel nooit gebouwd. Dat is helemaal niet erg: de distributie is voor het grootste deel voor het buitenland en de werkgelegenheid voor mensen die van elders worden gehaald. Ook onze economie redt het prima zonder nieuwe dozen. Het land wordt mooier, er blijft meer ruimte over en de arbeidsmigranten hebben geen reden meer hierheen te komen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Kom op Shell, wees geen watje en kom er eerlijk voor uit dat je een stinkbedrijf bent

TeunColumns & verhalen

windmolens in de schemering

Shell flikt het weer, zo blijkt uit een mooie foto van het Dagblad van het Noorden die ik kreeg opgestuurd. Op de linker krantenpagina zien we een advertentie van de fossiele reus. In het schelplogo van het bedrijf is een plaatje van een windmolen geplakt. Ernaast staat ‘Het begint met één windmolen.’ en eronder in grotere letters: ‘En voor je het weet bouw je aan vier windparken op zee.’

Shell is dat bedrijf van de olie en het gas

De groene zelffelicitatie gaat verder: ‘Iedereen kent Shell van olie en gas. Intussen werken we op steeds meer plekken in Nederland ook aan schonere energie. Zo bouwen we mee aan vier windparken op de Noordzee. Samen zijn ze goed voor bijna 10 procent van de stroom die Nederland nu nodig heeft.’

Een opvallende advertentie. Mooi dat Shell zelf begrijpt dat we (iedereen zelfs!) het bedrijf vooral van olie en gas kennen. Dat kun je wel proberen onder het tapijt te vegen, maar het is gewoon zo. Dan kun je het maar beter ruiterlijk toegeven. Maar er is een maar! Shell werkt inmiddels ook aan ‘schonere energie’. Dat ‘schonere’ vind ik mooi. Shell had ook gewoon voor ‘schoon’ kunnen kiezen.

‘Schonere energie’

Er kunnen twee redenen zijn waarom het olieconcern dat niet heeft gedaan: Óf het bedrijf vindt windenergie weliswaar schoner dan olie en gas, maar ook weer niet brandschoon. Als je kijkt naar het productieproces van windmolens en het recyclingprobleem van afgeschreven windmolens dan is daar iets voor te zeggen.

Óf ze zijn bang dat als ze windmolens schoon noemen, ze olie en gas impliciet vies noemen: ‘U kent ons van (smerige) olie en gas, maar we produceren nu ook schone windenergie.’ Door te zeggen dat windenergie schoner is dan gas en olie, worden die laatsten niet volledig gedemoniseerd.

Shell wil meer winstgevende olieprojecten

Dan de rechterpagina van de krant. Een artikeltje van de economiebijlage met daarboven de kop ‘Shell schrapt 200 banen bij duurzame energie’. In het stukje wordt uitgelegd dat de vorige topman van het bedrijf, de Nederlander Ben van Beurden, de duurzame activiteiten fors had uitgebreid, maar dat de nieuwe baas, Wael Sawan, het rendement wil verhogen en daarom 15 procent in de Low-Carbon Solutions-afdeling schrapt.

Volgens hem gaat de overgang naar duurzame energiebronnen niet snel genoeg om zomaar af te stappen van olie en gas. In The Guardian lees ik dat deze nieuwe topman zich meer op meer winstgevende olieprojecten wil richten en zijn gasactiviteiten wil uitbreiden, ondanks waarschuwingen van klimaatexperts die zeggen dat dit niet te verenigen is met het doel om de klimaatopwarming onder de twee graden te houden.

Greenwashing

Dat een bedrijf zo rücksichtslos de aarde verwoest in plaats van zich in te zetten voor een transitie naar ‘schonere energie’, is natuurlijk vreselijk. Maar dan reclame maken met die paar schamele groene inspanningen is cynisch en stuitend. Shell is niet de enige die dat doet.

Uit onderzoek van klimaatwebsite De Smog naar de online activiteiten van zes fossiele reuzen, blijkt dat bijna tweederde van hun social media posts een groen beeld van hun activiteiten schildert, terwijl zo’n 80 procent van hun activiteiten fossiel is. Onderzoeker Geoffrey Supran, van Harvard noemt dit het toppunt van greenwashing: ‘act dirty, talk green’.

Hou daarmee op! Wees geen watje en kom er eerlijk voor uit dat je een vies verwoestend stinkbedrijf bent.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

De plastictaks was vooral symboolpolitiek: een idioot en slecht uitvoerbaar plan

TeunColumns & verhalen

Een plastic bekertje ligt als afval in de branding van de zee, De plastictaks was vooral symboolpolitiek: een idioot en slecht uitvoerbaar plan

In de goeie ouwe tijd, toen Twitter nog Twitter heette en leuk was, twitterde de befaamde GroenLinkser Huub Bellemakers uit Nijmegen (inmiddels bekend van de motie tegen de monarchie op het PvdA-GroenLinks-congres) dagelijks zijn ‘Goh van de dag’. Hij liet een bericht zien dat je wist dat ging komen en zette er dan ‘Goh’ boven. In die onschuldige dagen genoten we daarvan.

Plastictaks

Ik moest eraan denken toen ik laatst een bericht las over de plastictaks, die een paar maanden geleden is ingevoerd. Winkeliers moesten het gebruik van de handige, maar vervuilende kunststof door hun klanten ontmoedigen door er extra geld voor te vragen. Uiteindelijk zou die heffing leiden tot de zo gewenste plasticloze maatschappij: consumenten zouden enorm schrikken van het extra bedrag en daarom zelf voor alternatieven zorgen, bijvoorbeeld door eigen bakjes mee te nemen naar de snackbar.

Winkeliers zouden het geld van de heffing kunnen investeren in alternatieve, milieuvriendelijke bakjes, bekers en verpakkingen. Tot nu toe is er niets van terechtgekomen. Klanten betalen zonder geklaag iets meer voor hun patatbakje en een deel van hen slingert het nog even vrolijk in de berm of op het strand. Van massaal zelf meegebrachte bakjes is niets bekend. Nu wil de Kamer alweer van de maatregel. Goh.

‘Plastictaks is niet te handhaven, fraudegevoelig en niet goed uitvoerbaar’

Goh, omdat iedereen met een beetje gezond verstand dit had kunnen voorspellen. De taks was slecht doordacht. Dat zei de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport al toen zij, nog voor de invoering, advies gaf. De inspectie noemde de maatregel ‘niet te handhaven, fraudegevoelig en niet goed uitvoerbaar’, onder andere omdat bijna een half miljoen bedrijven ermee te maken hebben. Ga die maar allemaal controleren.

Heel idioot aan het plan was, dat er niet was vastgesteld hoeveel geld bedrijven hun klanten moesten vragen voor het plastic. Snackbars en supermarkten besloten daarom tot een tarief van 1 cent. Een bedrag dat bij de gemiddelde klant niet tot gedragsverandering zal leiden. Een slecht en onuitvoerbaar plan dus, symboolpolitiek. Of, zoals de VVD het noemt, ‘ondernemertje en consumentje pesten’. Waarom zijn mensen bij de rechtse liberalen altijd klein? En waarom denken ze dat er een doelbewust plan is bij de overheid (waar de VVD al jaren de machtigste is) om deze mensjes te pesten? Zoals het waardje is vertrouwt hij zijn gastjes.

Plastic weggooien is reuze zonde

Het is wel jammer. In Nederland gooien we iedere dag negentien miljoen plastic bekers en verpakkingen weg. En zelfs als dat in de vuilnisbak gebeurt en dus niet naar een soep in de oceaan stroomt, is dat reuze zonde. Plastic wordt van aardolie gemaakt en voor het overgrote deel niet gerecycled. En dus maar één keer gebruikt. Dat is goed voor 3,4 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.

Hoe meer we kunnen hergebruiken, hoe beter. En als dat niet kan, dan graag recyclen. Dat is nu heel moeilijk, omdat er te veel verschillende plastics met andere eigenschappen en kleurtjes worden gebruikt, waar recyclebedrijven niks mee kunnen. In de supermarkt zie je veel verpakkingen die ‘recyclebaar’ zijn, maar heel weinig verpakkingen van gerecycled plastic. Het zou een goede eerste stap zijn als de overheid bedrijven, waar mogelijk, gaat verplichten gerecycled plastic te gebruiken. En anders, zoals de inspectie zegt, wegwerpplastic gewoon te verbieden. Benieuwd wat de ondernemertjes en consumentjes daarvan vinden.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Chiquita doet net of je met bananen borstkanker buiten de deur kunt houden

TeunColumns & verhalen

Screenshot van de Chiquita website met informatie over de campagne PINK POWER Breast Cancer Awareness Month sticker tegen borstkanker

Chiquita staat op tegen borstkanker. Daar kwam ik achter toen ik op Instagram een roze tegel zag met daarop twee vrijwel identieke afbeeldingen van hun bekende logo, de in een geelblauwe jurk gestoken vrouw met een hoed vol tropische vruchten. Eronder de tekst ‘Small change big difference.’

Roze stickers en Chiquita

Uit de uitleg op de site blijkt het nobele doel van de fruitgigant: ’Ter ere van de Breast Cancer Awareness Month in oktober geeft Chiquita zijn iconische blauwe sticker opnieuw een roze make-over die past bij de Pink Ribbon, een internationaal symbool voor het bewustzijn van borstkanker.’ Wow, een roze sticker op alle bananen! Voor Chiquita is geen zee te hoog als het om deze rotziekte gaat. Het bedrijf is het vooral om ‘het bewustzijn van preventie en vroegtijdige opsporing’ te doen.

In het kader van de preventie (neem ik aan) kun je na het statement over de roze sticker meteen doorklikken naar het hoofdstuk ‘recepten’. Hier lees ik dat ‘onze bananen geweldige ingrediënten zijn in talloze gezonde recepten.’ En dat ‘we weten dat borstkanker nog niet genezen is. Echter, zijn we voorstander van het idee dat we preventie onze beste kans kunnen geven door een gezonde levensstijl.’

‘Een Chiquita bananen-smoothie a day keeps the doctor away’

Boven een recept voor een bananensplit met havermout prijkt: ‘Dit recept voldoet aan de voedingsrichtlijnen van de American Cancer Society.’ Maar even verderop staat toch ook even de disclaimer ‘De American Cancer Society ondersteunt geen enkel product of dienst.’ Verderop lees ik: ‘Wij geloven dat bananen het beste fruit zijn voor de gezondheid, en dit recept zal ook een gelovige van jou maken’ en ‘Een Chiquita bananen-smoothie a day keeps the doctor away, luidt een Amerikaans gezegde’.

Dit is toch wel erg kras. Ze formuleren het heel slim, met hun ‘Amerikaans gezegde’, maar hier wordt toch omfloerst de suggestie gewekt dat je de dokter (en dus borstkanker) buiten de deur kunt houden met Chiquitabananen. Natuurlijk maakt een gezonde leefstijl uit, maar kanker is toch vooral een combinatie van vette pech en erfelijkheid (ook dikke pech). Dit riekt naar reclame over de ruggen van patiënten.

Bananencultuur

Het is sowieso wrang dat Chiquita zich opwerpt als prediker voor preventie en gezondheid. Niet alleen heeft het bedrijf een verleden van onfrisse inmenging in de politiek van Latijns-Amerikaanse landen (‘bananenrepublieken’) en is het veroordeeld voor het betalen van paramilitaire organisaties in Colombia, ook is het veelvuldig in het nieuws vanwege het intensief gebruik van pesticiden, die geregeld met vliegtuigen over bananenplantages worden gespoten.

De bananencultuur is een monocultuur. Enorme stukken regenwoud zijn gekapt voor eindeloze bananenplantages, van wereldwijd bijna uitsluitend één ras, Cavendish. Daarom zijn bananen uitermate gevoelig voor ziektes en resistentie tegen bestrijdingsmiddelen. Door de pesticides raken bodems uitgeput en het grondwater vervuild.

Ziek door bananen

Ook zijn arbeiders op plantages er ziek van geworden, zoals fairetradeorganisatie Max Havelaar eerder in een rapport schreef: ‘Onvruchtbaarheid, afwijkingen bij het nageslacht, maag- en huidkanker en aandoeningen aan neus, ogen en vingernagels zijn veel voorkomende gevolgen.’ Elders las ik over de verschrikkelijke ziektes die de bananenteelt onder arbeiders in Costa Rica veroorzaakte, waar meer landbouwgif per hectare werd gebruikt dan waar ook in de wereld en over het gebruik van verboden pesticides, waaronder het dodelijke Paraquat in Ecuador. Tegen al deze ellende kan een roze stickertje weinig uitrichten.

Afbeelding: Screenshot van de Chiquita-website met informatie over de campagne PINK POWER tegen borstkanker

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht