Hoe kom je in drie zinnen van ‘Hi Teun’ via een typering van de tijdgeest naar een proefpakket voor biologische thee?

TeunColumns & verhalen

Screenshot van website van YOGI TEA met voorbeelden van vijf theesoorten

In mijn mail zit een bericht van een man. Laten we hem om privacy redenen Marco noemen. Ik ken Marco niet, maar hij mij kennelijk wel, want hij heft zijn mailtje amicaal aan met ‘Hi Teun’. Daarna valt hij met de deur in huis: ‘Dit is het tijdperk van bezinning.’ Waar heb je het over, Marco die ik niet ken? Waarom vul je mijn mailbox met analyses van ons tijdgewricht? Of hebben we dronken in het café zitten ouwehoeren over filosofie en geschiedenis en wil jij het inzicht met me delen dat zich vanochtend tegelijk met de kater aan je openbaarde? Als dat zo is ben ik het (en jou) compleet vergeten. Sorry, man.

Bezinning in een kopje thee

De mail gaat verder. Na een zin over duurzaamheid, zingeving en gezondheid begint Marco over een theemerk. Het is fantastisch, bezinning in een kopje. Marco is er zo enthousiast over dat hij mij gratis een proefverpakking met drie verschillende smaken aanbiedt. Wat is dit voor gast? Hoe kom je in drie zinnen van ‘Hi Teun’ via een typering van de tijdgeest naar een proefpakket voor biologische thee?

Als ik ook iets over deze tijd mag zeggen, dan stel ik vast dat Marco lijdt aan twee kwalen van nu: een gebrek aan focus en een veel te grote ontvankelijkheid voor spullen.

Jij geeft niets om bezinning

De eerste zin van je mail intrigeerde me, Marco. Waaraan merk je dat we van een jachtig tijdsgewricht dat draaide om succes en materiële zaken zijn overgegaan naar een spirituele fase in de geschiedenis waarin we meer nadenken over onze plaats in de schepping? Ik was bereid mij open te stellen voor jouw analyse en verrast te worden. Maar dan sla je mij in het gezicht met je aanbieding voor biologische thee! Dan ben je dus puur materieel bezig.

Heb je misschien zelfs financiële belangen in deze thee-onderneming, Marco? Misschien gebruik je je filosofietjes alleen maar om het gesprek te starten om vervolgens keihard reclame te maken. Jij geeft niets om bezinning.

Yogi Tea met meer dan zestig smaakmelanges

De rest van de mail gaat alleen nog over de thee. Ik lees dat het merk avant-gardistisch is, op ayurvedische leest is geschoeid, authentieke ingrediënten bevat die voor een pure smaakbeleving zorgen en ongeëvenaard de lekkerste is. Dat het niet alleen lekker smaakt, maar ook goed is voor de body. Dat het theemerk zijn missie ademt. Dat alle theemelanges een exotisch tintje hebben en een heilzame uitwerking hebben op geest en ziel. Dat het merk met plezier de groeiende vraag naar meer variatie beantwoordt met meer dan zestig verschillende melanges en dat dit het eerste theemerk was dat op het label van een theezakje een mooie spreuk toevoegde: ‘Een hartverwarmende opkikker.’

Je mag je Yogi Tea houden

Hi Marco, in een tijd van bezinning zou er geen groeiende vraag naar meer variatie bestaan en zou je die zeker niet beantwoorden met meer dan zestig smaakmelanges. Dan hoefden we niet steeds meer en nieuw en anders, maar zouden we tevreden zijn met één of twee. In een tijd van bezinning zouden we zeker geen mooie spreuk op ons theezakje willen. In tijd van bezinning zouden we een goed gesprek kunnen hebben zonder dat je me iets probeerde te verkopen Jammer, Marco. Je mag je Yogi Tea houden.

In tijd van bezinning zouden we een goed gesprek kunnen hebben zonder dat je me iets probeerde te verkopen Jammer, Marco. Je mag je Yogi tea houden.

Afbeelding bovenaan: Screenshot van website van Yogi Tea

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

‘De overheid moet ook meer doen’, is een heel raar zinnetje in een voorlichtingsfilmpje van de overheid

TeunColumns & verhalen

Campagne van de overheid met de titel Zet ook de knop om

Op televisie wordt een heel lieve overheidsspot uitgezonden die ‘Zet ook de knop om’ heet. Een vader, ouwe witte man met grijs haar en stoppelbaardje, type sympathieke boomer, is nogal sceptisch als hij op televisie rampberichten over het klimaat ziet. ‘Klimaat, lastig hoor’, zucht hij. Zijn dochter spreekt hem bestraffend maar liefdevol toe: ‘Pap, serieus, we moeten allemaal meer doen. Anders verandert het leven op aarde voorgoed.’

‘De overheid moet ook meer doen’

We zien beelden van overstromingen en bosbranden. De dochter houdt met een vriendinnetje een spreekbeurt waarin zij zegt dat ondernemingen nóg duurzamer kunnen ondernemen. Haar vriendinnetje vult aan: ‘De overheid moet ook meer doen’, en zij gaat weer verder met ‘Precies! En wijzelf ook natuurlijk.’

Hierna belanden we in zo’n typisch gemoedelijk preapocalyptisch voorlichtingsfilmpje uit de jaren negentig, waarin we werden opgeroepen spaarlampen te gebruiken en de kraan niet te laten lopen tijdens het tandenpoetsen. Druppels die wij als burgers en consumenten op een steeds heter wordende plaat moeten gooien om een immens probleem aan te pakken.

‘De overheid moet ook meer doen’, is een heel raar zinnetje in een voorlichtingsfilmpje van de overheid. Is de overheid nu via overheidspropaganda de overheid aan het aansporen klimaatvriendelijker te handelen? Is dat een efficiënte besteding van publieke middelen? Is het niet handiger als de minister even naar zijn ambtenaren loopt om ze tot duurzamer beleid aan te zetten?

‘En wijzelf natuurlijk ook’

Ook wordt de overheid wel heel snel afgehandeld. Na het vreemde zinnetje pakt onze jonge protagonist meteen over met ‘En wijzelf natuurlijk ook’. De overheid is genoemd, die moet ‘meer doen’ en daarna hoeven we het er niet meer over te hebben. De olifant kan de kamer uit. Maar wat is dat meer? Wat moet de overheid doen? Als je dan via de tv met je ambtenaren communiceert, wees duidelijk. Meer wat?

Daar wil de overheid het liever niet over hebben. Het gaat erover wat wij moeten doen: ‘Anders omgaan met energie, anders omgaan met spullen, anders reizen en anders eten.’ Gezemel, gerommel in de marge, lief hobbyisme uit een tijd dat de situatie nog niet zo ernstig leek. Dat weet de overheid zelf ook.

Fossiele subsidies

Volgens recent onderzoek geeft ze 37,5 miljard aan fossiele subsidies. Dat is meer dan de 35 miljard die het kabinet voor klimaatmaatregelen heeft gereserveerd. Wat moeten wij dan nog met onze goede gedrag? Natuurlijk kun je over die 37,5 miljard discussiëren. Wat valt precies wel onder subsidies en wat niet? Maar stel dat je met een ander uitgangspunt op 20 miljard euro uitkomt? Dan is het nog steeds krankzinnig.

De overheid zorgt ervoor dat grootverbruikers van energie honderd keer minder energiebelasting betalen dan kleine middenstanders en burgers. Op vliegtuigkerosine en brandstof voor de scheepvaart wordt geen accijns geheven en op vliegtickets geen BTW. Ook de productie van kunstmest is accijnsvrij.

Anders reizen? Vliegen wordt goedkoop gehouden door de overheid en het openbaar vervoer wordt nauwelijks gesteund. Anders eten? De biologische landbouw die geen (gesubsidieerde) kunstmest gebruikt is alleen daardoor al duurder. Anders met energie omspringen? En Tata en Shell dan, die zo veel minder voor hun gas betalen dat ze het lachend kunnen laten lopen? Die kleine lieve schattige aanpassingen in ons leven zullen heus wel iets opleveren, maar de overheid moet inderdaad meer doen. Veel meer. Wij zijn niet gek.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Stop met dat bedrijfje spelen en behandel de NS als een openbare nutsvoorziening

TeunColumns & verhalen

Een trein van NS staat stil op Amsterdam Centraal Station

Als consument heb ik een innige relatie met de klantenservice van bedrijven. Is een product niet bezorgd, kapot of snap ik het niet, dan bel ik de helpdesk. Problemen met rekeningen of verhoogde tarieven? Even de telefoon pakken. Hoewel even? Van keuzemenu’s tot verkeerde afdelingen en drukte die momenteel langer dan normaal is: het kan eindeloos duren voor je de juiste persoon aan de lijn hebt.

Chatbots zijn behoorlijk dom

Dat is frustrerend. Ook voor de bedrijven zelf. Die willen daarom het liefst helemaal niet meer met ons telefoneren. In een stuk in de NRC las ik dat veel bedrijven telefoonnummers verstoppen en chatbots naar voren schuiven. Dat zijn computers die Laura of Frank heten. Ze zijn behoorlijk dom, snappen je vraag niet en verwijzen je naar informatie op de site waar je niet om hebt gevraagd. Gelukkig kun je ook chatten met echte medewerkers.

Dure treinkaartjes bij NS

Ik besloot mijn geluk te beproeven bij de NS. Al jaren ben ik klant van dit bedrijf, dat ik niet helemaal een echt bedrijf vind, omdat het volledig staatseigendom is. Economen vinden dat vast dom van mij. NS- directeur Wouter Koolmees ook. In deze krant verantwoordde hij zijn salaris van 490 duizend euro: ‘We hebben veel complexe logistieke systemen. Die worden op een bedrijfsmatige manier gerund’.

De NS wil volgend jaar de treinkaartjes duurder maken met een inflatiecorrectie én een paar procent daarbovenop. Ook zou Koolmees de tarieven in de spits willen verhogen om de treinen dan leger te krijgen. Hij snapt niet waarom mensen juist in de spits willen reizen: ‘Het lijkt alsof reizigers denken: als ik naar kantoor ga, dan wil ik ook echt om half negen op de zaak zijn. Om maar te laten zien dat ze nog echt aan het werk zijn.’ Dit zegt meer over Koolmees dan over zijn klanten.

Prijsverhogingen zonder verbetering van service

Na een vruchteloze sessie met virtueel assistent Jens van de NS over de prijsverhogingen van treinkaartjes, vroeg hij mij of ik een echte medewerker wilde spreken. Dat wilde ik. Bijna twee uur later had iemand ‘Dat komt door de inflatie en verhoogde kosten’ getikt. Ik antwoordde: ‘De prijsverhoging is bovenop de inflatie. Paar procent erbij. Terwijl de service niet wordt verbeterd.’ Tien minuten later: ‘Goedenavond, ik neem de chat over. Als ik je goed begrijp wil je weten waarom de prijzen verhogen.’ ‘Ja.’ Na een stilte van een uur en tien minuten appte ik weer: ‘Hallo. U heeft de chat overgenomen en ruim een uur niets geantwoord.’

Vijfentwintig minuten later had weer iemand anders de chat overgenomen: ‘Als ik het goed begrijp, ben je het niet eens met de prijsverhogingen?’ Ik legde nogmaals uit dat ik prijsverhogingen zonder verbetering van de service niet begrijp. De medewerker antwoordde: ‘Mijn excuses voor de slechte service die je hebt ervaren. Ik zou hierover een klacht willen indienen zodat we onze service verbeteren en ook een beter product leveren.’ Na ruim vier uur ben ik murw gebeukt.

‘NS, stop met dat bedrijfje spelen’

Als dit een voorbeeld is van de bedrijfsmatige aanpak van de NS, dan ben ik niet enthousiast. Stop met dat bedrijfje spelen en behandel de NS als een openbare nutsvoorziening, die mensen helpt die op het OV zijn aangewezen. Kies voor het klimaat en jaag mensen niet de auto in. Stel een directeur aan die de reizigers begrijpt. Voor een normaal salaris.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Samenleven en compassie zijn er door jaren neoliberaal bestuur uit geramd. Alles draait om verdienen en uitgeven.

TeunColumns & verhalen

Kermit heeft briefjes van honderd euro in zijn ene hand en tassen in de andere hand, is gaan winkelen, in een neoliberale wereld draait het om geld verdienen en uitgeven

Zo’n twintig jaar geleden begon het grote afschuiven van verantwoordelijkheden van bedrijven naar consumenten. Ik herinner me hoe we televisieprogramma’s maakten over de erbarmelijke werkomstandigheden in de chocolade-industrie. We filmden mensen (kinderen) die waren geronseld om te werken op cacaoplantages, niet betaald kregen en gedwongen werden te werken. Volgens de definities van de Verenigde Naties was er sprake van gedwongen (kinder-)arbeid en moderne slavernij.

‘De consument wil het!’

We vroegen de fabrikanten hoe dit mogelijk was. Konden ze hun waar niet op een eerlijke wijze maken? Hun antwoord was altijd dat de consument (nooit ‘consumenten’, maar altijd ‘de consument’, als één anoniem, maar toch solide blok met dezelfde wil) dit nu eenmaal wilde. Als die geen moderne slavernij wilde, dan zou hij de door slechte arbeidsomstandigheden bezoedelde waar niet kopen.

Dit veronderstelt overigens dat consumenten van elk product weten hoe het is gemaakt en dat is niet zo is. Bedrijven namen dus zelf NUL verantwoordelijkheid voor de misstanden die met hun producten waren gemoeid. Als klanten afgehakte kinderhandjes wilden, dan zouden ze dat met liefde verkopen. De consument wil het!

Ik nam een advocaat in de arm om mij veroordeeld te krijgen

Ook ik was de consument. Als het dan allemaal mijn verantwoordelijkheid was, dan moest ik er ook maar voor boeten. Op een dag at ik eenentwintig repen chocolade en klaagde mezelf aan voor heling: producten kopen die op criminele wijze waren verkregen/vervaardigd (zowel in de landen van de cacaoplantages als in Nederland was deze moderne slavernij illegaal) is strafbaar.

Ik nam een advocaat in de arm om mij veroordeeld te krijgen en een getuige die gedwongen in de cacao-oogst in Ivoorkust had gewerkt, vertelde zijn verhaal in de Amsterdamse rechtbank. Het was indrukwekkend. Uiteindelijk oordeelde de rechter dat er inderdaad sprake was van moderne slavernij in de cacao-industrie, dat zowel bedrijven als consumenten daar verantwoordelijk voor waren, maar dat ik niet veroordeeld kon worden, omdat (uiteraard) niet bewezen kon worden dat de getuige de cacaobonen had geoogst die ik had opgegeten.

Inmiddels is het consumentdenken algemeen aanvaard. Demonstranten die zich tegen fossiele subsidies keren, worden steevast bevraagd op hun persoonlijke keuzes. Zijn ze wel brandschoon, of doen ze ook weleens dingen die de aarde geweld aandoen? In het laatste geval (wat altijd zo is) moeten ze hun mond houden.

Neoliberaal bestuur

Het idee dat (alleen al vanwege de effectiviteit) zaken op een grotere schaal aangepakt moeten worden, dat de grootste vervuilers niet in de watten moeten worden gelegd met gunstige financiële voorwaarden maar tot de orde moeten worden geroepen, dat er in de wereld meer is dan kopen en verkopen, dat we een samenleving vormen en dat we onze toekomst kunnen bepalen via maatschappelijke actie én politiek (herinnert u zich deze nog?!), lijkt volkomen weg.

Samenleven en compassie zijn er door jaren neoliberaal bestuur uit geramd. Als bedrijven gesteund moeten worden om winst te maken, moeten wij gestimuleerd worden om te consumeren. Alles draait om verdienen en uitgeven. Hoe meer, hoe succesvoller. We lijken inmiddels slechts consumenten, die voor verandering alleen nog kunnen stemmen met onze portemonnee. Maar we zijn zoveel meer. We zijn buren, ouders, kinderen, broeders en zusters, collega’s, vrienden, geliefden, landgenoten en wereldburgers. Samen kunnen we de geschiedenis op talloze manieren een andere kant op duwen om ook de kleine consumentjes een fijn leven te geven. Fijne vakantie!

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Vertrouw het feminisme van bedrijven niet

TeunColumns & verhalen

Reclame van Maltesers over werkende moeders die chocolade verdienen

Als consument ben ik dol op algoritmes. Op mijn sociale media krijg ik doorgaans alleen advertenties te zien voor producten waarvan mijn oude witte mannenhartje sneller gaat kloppen. Steeds hebben ze het bij het rechte eind. Naar volle tevredenheid heb ik fietstassen, schriftjes en sweaters gekocht, waarvan ik niet eens wist dat ik ze wilde hebben.

‘Maltesers steunt vrouwen’

Ik mag mezelf dan als een kritische consument zien (dan pakken ze je juist!), ook ik val direct voor de kracht van goede reclames. Nadeel van die algoritmes is dat je nooit te weten krijgt welke spullen mensen uit andere bubbels gaan kopen zonder dat ze wisten dat ze ernaar verlangden.

Maar daar kwam een paar dagen geleden verandering in, toen een advertentie van Maltesers per abuis door mijn bubbelwand heen was gedrongen: ‘Elke vrouw verdient steun om alle ballen in de lucht te houden.’ Het bleek te gaan over de uitdagingen waar moeders voor staan.

Maltesers is er voor werkende moeders

Ik bezocht de website van de chocoladeballetjesfabrikant die ‘samen de last verlichten op een (h)eerlijk, lekker luchtige manier’ propageert: ‘Voor werkende moeders kan het een onmogelijke taak zijn om de behoeften van het gezin in evenwicht te houden, goed werk te leveren op het werk en alles te doen wat thuis gedaan moet worden’.

Er worden tips gegeven als ‘omarm imperfectie’ en ‘vier de positieve punten’. Verder wijst de chocoladefabrikant partners, familie en vrienden, managers en collega’s aan als hulpbronnen om de last te verlichten. Reuze mooi en sympathiek, maar wat hebben chocoladeballetjes hiermee te maken?

Chocola voor moeders die ten onder dreigen te gaan

Nadere research wijst uit dat er vaker een link wordt gelegd tussen chocola en moeders die ten onder dreigen te gaan in de hectische maalstroom van werk, opvoeding, huishoudelijke taken, een druk sociaal bestaan en een opwindend seksleven. Om dat allemaal vol te houden hebben ze ‘een moment voor zichzelf’ nodig.

Welverdiend en vaak met chocola: ‘Vooral als moeder, wanneer je lange tijd alle ballen in de lucht moet houden, is het goed om mama me-time te gaan nemen en dingen te doen waar je blij van wordt’. ‘Stap uit de vicieuze cirkel van dagelijkse verplichtingen, gewoontes en haast met onze speciale tijd voor jezelf- chocoladecadeaus.’ En: ‘Alleen maar huishouden, gezin, werk, sport en geregel. Waar is dat momentje met die reep chocolade nou gebleven??’

Bananen voor moeders

Het begrip voor de drukke moeders die niet aan zichzelf toekomen is groot. De oplossing komt meestal in cacaovorm, maar kan, volgens Chiquita, ook een banaan zijn: ‘Moeders cijferen zichzelf weg en zetten zich in voor het welzijn van anderen. Ze hebben veel gemeen met bananen – ze zijn praktisch, kunnen elke situatie aan en maken ons gelukkig. Ze houden alle ballen in de lucht – zetten zich honderd procent in voor werk en gezin – en vergeten toch nooit een verjaardag’.

De feministische handschoen van het grootkapitaal

Het is ontroerend hoe het grootkapitaal de feministische handschoen oppakt. Tussen alle hectiek tien minuten met een kop thee, een reep of een banaan en je kunt er weer tegenaan. Een verdomd me- momentje! Ga toch weg. Een kapitalistische oplossing in een systeem dat duidelijk niet ten faveure van vrouwen (laat staan moeders) werkt. Bedrijven varen hier wel bij, maar als we de positie van de vrouw willen verbeteren zijn radicalere veranderingen nodig. Dat zoethoudertje houdt de ongelijkheid alleen maar in stand.

Afbeelding: Screenshot van de website van Maltesers ‘Samen de last verlichten’

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Stop de spaarprogamma’s van luchtvaartmaatschappijen

TeunColumns & verhalen

Het loont om te vliegen bij de spaarprogramma's van de luchtvaartmaatschappijen

De spaarprogramma’s van luchtvaartmaatschappijen zoals Frequent flyers en Miles and More zijn pervers. Terwijl we minder moeten vliegen, zetten ze aan tot méér. Hoe vaker je in het vliegtuig stapt, hoe meer privileges je krijgt: extra beenruimte, kortere wachtrijen en upgrades. Veel vliegen kan je zelfs gratis vliegreisjes opleveren.

Het loont om te vliegen

Op de KLM-site leggen ze de experience points (XP)uit: ‘Elke keer dat u met KLM vliegt, krijgt u XP. Zodra u genoeg XP heeft verdiend, heeft u automatisch het volgende Flying Blue-niveau behaald en kunt u meteen van uw nieuwe voordelen genieten.’ Als je minder vliegt, loop je juist de kans op allerlei beloningen mis. Blijf dus vliegen!

Zelfs een korte vlucht naar Parijs of Londen, waarvoor je anders misschien de trein zou nemen, helpt om in de hoogste categorie te blijven, begrijp ik van de Flying Blue-medewerker met wie ik app: ’Indien u met KLM vliegt kunt u er zeker miles en XP mee verdienen.’

‘Dus het loont om te vliegen?’

‘Zeker. Met XP kunt u opklimmen in ons loyaliteitsprogramma en profiteren van vele voordelen.’

‘Zit er nog iets in het programma om het duurzamer te maken?’

‘Zeker. Bij Flying blue kunt u bij KLM Sustainable Aviation Fuel of CO2-compensatie afkopen bij iedere vlucht. Daarmee spaart u ook nog eens voor extra miles en XP.’

‘Dus je compenseert én je spaart miles en XP waarmee je misschien weer extra vluchten krijgt? Win win.’

‘Dat is inderdaad een win- winsituatie. Wij vinden het ontzettend belangrijk om hierover na te denken. Dankuwel dat u meedenkt aan onze moeder aarde:)’

In slaap gesust

Bert van Mourik van Natuur & Milieu vindt de situatie niet zo win-win: ‘Ze doen zogenaamd iets voor duurzaamheid, maar eigenlijk stimuleren ze daar meer vliegen mee.’

‘Dat is geen win-win-situatie?’

‘Het is een schijnvoorstelling, Meer vliegen is per definitie minder duurzaam dan minder vliegen. Je gaat meer vliegen en dus meer CO2 uitstoten. Dat wordt dan gecompenseerd door het planten van bomen die over dertig jaar de CO2-uitstoot weer opnemen en dan krijg je ook nog punten zodat je goedkoop weer een nieuwe vlucht kunt doen. Dat is de grootste onzin die er is.’

‘Bij Miles and More van Lufthansa kun je een Mindful flyer worden. Je compenseert de CO2-voetafdruk van je vlucht en steunt duurzame projecten die het klimaat beschermen. Als je de eerste keer hebt gecompenseerd, krijg je een digitale Climate supporter-badge, die je kunt delen op social media. Is dat wel goed?’

‘Dat is vooral goed voor Lufthansa en het vliegen zelf, dat op deze manier mooi in beeld komt. Er wordt de suggestie gewekt dat daar alles verantwoord gebeurt. Mensen worden ermee in slaap gesust.’

‘Is er een mogelijkheid dat je beter bezig bent voor het klimaat door te vliegen dan door niet te vliegen?’

‘Nee, die is er niet.’

‘Wat wil je dat er gebeurt met dit soort frequent flyer-programma’s?’

‘Ik zou graag zien dat ze verboden werden, want ze stimuleren gedrag dat slecht is voor het klimaat, ons leefmilieu en de geluidsbelasting voor omwonenden. Verbieden is lastig, maar in Duitsland worden die miles bijvoorbeeld als inkomen gerekend en moeten mensen daar inkomensbelasting op betalen. Zo’n aanpak lijkt me een minimum.’

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Als je een foutje maakt bij de verzekering van Samsung, kom je in een bureaucratische hel terecht

TeunColumns & verhalen

Een kapotte mobiele telefoon van Samsung met een pleister erop

Misschien ben ik er zelf te veel in gaan geloven. Zag ik mezelf niet meer als gewone consument, maar als een verheven versie daarvan. Iemand die haarscherp de listige trucjes van ‘Het Grootkapitaal’ doorziet. Een man die de kleine lettertjes niet meer hoeft te lezen, omdat hij die allemaal al kent. Dán pakken ze je. Dan hebben ze opeens andere, nog kleinere lettertjes die je doodvonnis kunnen betekenen. Niet voor niets was hybris zo’n belangrijk literair thema bij de oude Grieken. Met de held die zich verloor in vermetele overmoed, het lot tartte en het gezag van de goden negeerde, liep het slecht af.

Verzekering bij Samsung

Mijn telefoon was stuk. Omdat het duur was en ik alles kapotmaak, had ik het apparaat direct bij aankoop verzekerd op de site van Samsung. Ik liet het toestel per fietskoerier ophalen om het aan de andere kant van de stad bij het officiële servicepunt te laten repareren. Een dag later zat er een offerte in de mail. De reparatie was duur. Ik belde met Samsung om te vragen of die kosten direct uit de verzekering zouden worden betaald: ‘Dan moet u met Bolttech bellen.’ ‘Wie?’ ‘Bolttech, de verzekeraar.’

Samsung Care+ of Bolttech

Ik had nog nooit van Bolttech gehoord. Op de site heette het Samsung Care+. Ik belde. De medewerker leek geïrriteerd. Ik had het toestel niet naar het servicepunt mogen sturen: ‘U moet eerst een schadeclaim indienen en als die is goedgekeurd kan hij pas naar de reparatie. Als u de polis had doorgelezen dan wist u dat.’

‘Ik dacht dat de verzekering ook van Samsung was.’

‘In de polis ziet u dat het Bolttech is.’

‘Ik zie alleen Amtrust, een verzekeringsmaatschappij in Ierland.’

‘Als u verder leest ziet u ook Bolttech.’

‘Het heet Samsung Care+, dus ik dacht dat het van Samsung was.’

‘Samsung… Care plús, dat is dus niet Samsung. Het is een samenwerkingsverband.’

Ik diende de claim in, die snel werd goedgekeurd. Daarna mocht het toestel naar het servicepunt, waar het al lag. Ik mailde Samsung en hoorde twee dagen niks. Ik belde Samsung, legde uit dat de verzekering was goedgekeurd en dat het toestel op de plek lag waar het moest liggen. Ze konden aan de slag! De Samsungmevrouw dacht er anders over: ‘U heeft het toestel op een verkeerde manier aangemeld. Het enige wat u nu kunt doen is het óf ongerepareerd terug laten komen en opnieuw aanmelden, óf daarheen gaan en aanmelden met de verzekeringscode.’

‘Maar het ligt daar al.’

‘U heeft het verkeerd aangemeld.’

‘Kunt u het reparatienummer niet doorgeven aan de winkel?’

‘Nee. En u ook niet. Ze hebben geen telefoonnummer. Iedere keer als u ze belt, komt u bij ons uit.’

‘Wel vreemd, een telefoonwinkel zonder telefoon.’

‘We zijn ermee bezig een telefoonnummer te creëren.’

‘Geen zorgen, het komt goed’

Ik ben naar de winkel gefietst. Het personeel begreep het idiote van de situatie en stelde mij gerust: ‘Geen zorgen, het komt goed.’ Precies wat ik al die tijd had willen horen. Bij alle complexe systemen is er vaak maar één persoon nodig die menselijk is in plaats van bureaucratisch. Na een week kwam mijn toestel gisteren eindelijk thuis. Van mijn hybris is niks over.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Vattenfall doet aan groenwasserij met model Cara Delevingne en een flesje waternevel

TeunColumns & verhalen

Cara Delevingne in de reclame voor Vattenfall met een flesje watermist

Alle reclames gaan over heden en toekomst. Ze overtuigen je er eerst van dat je iets mist en bieden meteen de oplossing: koop ons product! Soms praten bedrijven expliciet over de toekomst met slogans als ‘Let’s make things better’, ‘Op weg naar 100 procent slaafvrij’ en ‘On the way to planet proof’. Dan zeggen ze: we zijn er nog niet, maar we doen ons best. Koop onze nog niet perfecte spullen vanwege onze goede intenties.

Cara Delevingne

Voor zo’n soort reclame heeft Vattenfall ‘model, actrice en klimaatvoorvechter’ Cara Delevingne weten te strikken. In een verwarrend spotje zien we hoe ze waternevel uit een flesje op haar gezicht spuit. Ze zegt: ‘Deze face mist is gemaakt met de uitstoot van fossielvrije waterstof. Waterstof kan voor een enorme omslag zorgen in hoe we industrieën van energie voorzien. Industriële uitstoot, schoon genoeg voor op je gezicht.’

Nu is dit geen reclame voor face mist maar voor Vattenfall. Wederom een bedrijf dat een niet-perfect product wil verkopen op basis van een stralende toekomst. Het filmpje sluit af met de woorden ‘Fossielvrij leven binnen één generatie’.

Chatten met Vattenfall

Maar hoe dan? Op de site vind ik weinig informatie, maar wel een chatmogelijkheid. Ik vraag:

‘Hoe worden jullie emissievrij binnen één generatie?’

‘Je spreekt met chatbot Nina. We willen een schonere, duurzamere wereld. Voor onszelf maar ook voor de generaties na ons. Daarom zorgen wij dat energie telkens groener wordt. Lees hier op onze site meer over onze 100 procent groene stroom. We wekken steeds meer duurzame energie op uit wind, zon en water. Totdat we volledig fossielvrij kunnen leven.’

Dat klinkt mooi, maar Vattenfall stoot nu nog heel veel CO2 uit. Daarom vraag ik Chatbot Nina wanneer ze hun centrales die op gas lopen, gaan sluiten.

‘Ik zet je door naar mijn collega’s. Je krijgt automatisch antwoord via WhatsApp.’

Een uur later krijg ik een app: ‘Hoi Teun, wat kan ik voor je doen?’

‘Hoe wordt Vattenfall in één generatie fossielvrij?’

‘Ga naar vattenfall.nl , hier zal alles duidelijk moeten worden, Teun.’

Niet dus. Ik bel Kirsten Sleven, campaigner klimaatrechtvaardigheid en energie van Milieudefensie.

‘Wat vind je van de reclame?’

‘Het is een sterk staaltje marketing. Vattenfall is al langer bezig met het inzetten op een schoon imago.’

‘Ze claimen fossielvrij te zijn binnen een generatie?’

‘Vattenfall heeft alleen in Nederland al zes gasgestookte centrales. Ik heb gekeken naar hun klimaatplannen, maar ze hebben geen tijdlijn voor het uitfaseren van gas. Fossielvrij binnen een generatie zonder duidelijk afbouwplan voor gas is ongeloofwaardig.’

‘En die waterstof?’

‘Er wordt heel weinig groene waterstof geproduceerd. Waterstof is heel kostbaar en inefficiënt en op grote schaal vraagt het een onrealistische hoeveelheid aan hernieuwbare energie en water.’

‘Is waterstof per definitie fossielvrij?’

‘Nee. Grijze waterstof bijvoorbeeld is op basis van aardgas. Alleen groene waterstof is fossielvrij.’

‘De reclame gaat niet expliciet over groene waterstof.’

‘Nee, precies. En los daarvan, zoveel werkende waterstofinitiatieven hebben ze überhaupt nog niet.’

‘Het is een beetje greenwashing?’

‘Het is een beetje een wassen neus. Als je hun klimaatplannen bekijkt en kijkt naar wat ze op dit moment doen, dan is het onvoldoende om te beweren dat je in een generatie fossielvrij wordt. Dan moet je veel harder aan de weg timmeren. Te beginnen met het stoppen met fossiel.’

Afbeelding: Videostill reclamefilmpje Vattenfall met Cara Delevingne

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Producenten schreven een brief voor behoud van fossiele subsidies; die brief rammelt aan alle kanten

TeunColumns & verhalen

Vijf schoorstenen op een rij waarvan er eentje rook uitstoot

Als consument ben ik gek op advertenties. De hele boodschap van een bedrijf gevat in een lekker beeld en pakkende slogan, heerlijk! Maar het is geen ijzeren wet dat je in een oogopslag hoeft te worden verleid. Neem Rutte, die een hele pagina volschreef over een vaasje, of denk aan de groep groot- industriëlen die vorige week een epistel liet afdrukken waarin ze zich uitspraken tegen het afschaffen van fossiele subsidies.

Dat epistel was eerder een ingezonden brief dan een klassieke advertentie. Maar dan betaald, waardoor hij zeker wordt geplaatst, op een fijn plekje in de krant, zonder te worden geredigeerd of ingekort. Alsof je je verhaal komt vertellen bij Harry Mens. Het privilege van mensen met geld.

Fossiele subsidies om te vergroenen?

In de advertentie wordt ‘namens meer dan 300 industriële bedrijven en branches’ eerst verteld hoe goed de industrie in Nederland al aan het vergroenen is. Er worden verbluffende resultaten behaald, maar dat proces zal in de soep lopen als ‘wat sommige fossiele subsidies noemen’ worden aangepakt of afgeschaft. Dat is oneerlijk, ‘zet groene investeringsplannen op losse schroeven én pakt slechter uit voor het wereldwijde klimaatprobleem’.

Dus bedrijven kunnen alleen maar vergroenen als ze miljarden aan steun krijgen voor het gebruik van fossiele brandstoffen? Echt? En wie zijn die ‘sommigen’ die het over ‘fossiele subsidies’ hebben?

Links bolwerk de Wereldbank, dat schreef dat impliciete subsidies in de vorm van belastingvoordelen en kortingen op fossiele brandstoffen een verwoestend effect op het milieu hebben? Of de 380 vooraanstaande Nederlandse economen die in het FD oproepen tot het stoppen van fossiele subsidies en verwijzen naar het (rode?) IMF, dat op zijn beurt spreekt van 6.000 miljard aan impliciete en expliciete subsidies? Die ‘sommigen’?

Fossiele subsidies zijn oneerlijke concurrentie voor het mkb

Om de mooie initiatieven van de ondernemers te tonen, verwijst de brief naar een site van het ETS-overleg, een groen samenwerkingsverband van werkgevers, VNO-NCW en middenstanders uit de mkb. Maar het mkb heeft de brief helemaal niet ondertekend. Dat is niet zo gek, want kleine ondernemers krijgen geen fossiele voordelen. Een buurtbakkertje betaalt soms wel twaalf keer meer per kuub voor zijn gas dan een broodfabriek. Alleen al vanwege de oneerlijke concurrentie vinden kleine ondernemers deze brief flut.

Onbewuste ondertekenaars

Er is meer vreemds aan de advertentie. Er staan namen van bedrijven en brancheorganisaties onder die niet eens wisten dat ze hadden getekend, zoals de frisdrankenvereniging FWS en de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW). De bierbrouwers staan er ook onder, maar Gulpener heeft zelf juist een brandbrief tegen fossiele subsidies ondertekend.

Ik vraag VNO-NCW hoe dit kan.

‘FWS had achteraf niet op de lijst moeten staan. Dat is een foutje. VEMW had niet begrepen dat ze onder de advertentie zouden komen. Dit is onderling helaas niet goed uitgewisseld.’

‘Om welke 300 bedrijven gaat het die achter deze brief staan?

‘Met branches en bedrijven die onder de brief staan vertegenwoordigen we in de praktijk meer dan 300 bedrijven die hard bezig zijn te verduurzamen en die zich zorgen maken over bijvoorbeeld de hogere energiebelasting op gas die eraan komt, terwijl ze niet op elektra kunnen overstappen.’

‘Er is geen concrete lijst met namen van bedrijven?

‘Met de branches en bedrijven die onder de brief staan vertegenwoordigen we in de praktijk veel meer dan 300 bedrijven die hard bezig zijn te verduurzamen.’

Ik ben benieuwd of we de komende dagen van meer onbewuste ondertekenaars zullen horen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Meer koeien zorgen helaas niet voor meer CO2-opslag

TeunColumns & verhalen

Veel koeien staan op een rij in een weiland naast een sloot

Tijdens een wandeling door de weilanden rond Abcoude stuitte ik op een banier van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond met daarop de tekst: ‘Ons gras zuivert uw lucht. 20.000 kg CO2 wordt hier vastgelegd.’

Dankzij de melkveeboeren wordt er juist CO2 opgeslagen!

Ik was verbaasd en verheugd. Als je de kranten openslaat en af en toe naar een wetenschapper luistert, dan slaat de klok negatieve verhalen over koeien en uitstoot, maar hier werd een heel ander verhaal verteld. Dankzij de melkveeboeren wordt er juist CO2 opgeslagen! Moeten we dan kniesorig mopperen dat die koeien die CO2-uitstoot eerst zelf hebben veroorzaakt, of moeten we blij zijn? Misschien hebben we niet minder, maar meer koeien nodig voor een schone lucht.

Bertus Doppenberg van de melkveehouders

Ik bel Bertus Doppenberg van de melkveehouders. Ons gesprek van een half uur waaiert alle kanten uit. Van snelwegen naar lachgas en de vermeende sublieme voetafdruk van de Nederlandse landbouw. Interessant, maar ik wil het over de CO2-opslag in gras hebben. Ik maak een beknopte samenvatting van de relevantste delen van ons gesprek, die hij ‘jammer genoeg’ heel kort vindt en ‘niet een stuk waar nou echt de wereld van ondersteboven raakt’.

‘Hoe hebben jullie die 20 duizend kilogram CO2 berekend?’

‘Je kijkt naar CO2-vastlegging op grasland, maisland of grond met akkerbouw en daar hebben wij een gemiddelde van genomen.’

‘Die graslanden zijn er voor de koeien, die broeikasgassen produceren. Is het niet vreemd om te zeggen dat de combinatie koeien en gras onze lucht zuivert?’

‘Vergelijk het met de stad met beton, daar is weinig groen. Dat doet niks, maar gewassen leggen CO2 vast.’

‘Er wordt netto door die koeien meer uitgestoten dan het grasland opslaat. Dan klopt die claim toch niet?’

‘Jawel, want dat perceel slaat die CO2 op en dat doet een stuk grond in de stad niet.’

‘In onze intensieve landbouw produceren koeien meer CO2 dan het grasland waarop ze grazen, kan opslaan.’

‘Waarom? Wie zegt dat?’

‘Wetenschappers.’

‘Als uw redenatie klopt, prima, dat zal. Dan is mijn reactie: gaan we onze landbouw dan verplaatsen naar het buitenland met een hogere voetprint?’

‘U wekt de indruk dat de koeien goed zijn voor de CO2-opslag.’

‘Dat is ook zo.’

‘Dat is natuurlijk niet zo.’

‘Ik denk van wel.’

Kan gras de CO2-uitstoot van koeien teniet doen?

De melkveehouders geven hoog op van de CO2-opslag door grasland, maar lijken te vergeten dat hun koeien de uitstoot eerst zelf hebben veroorzaakt. Hoe kijkt Jan Peter Lesschen, senior onderzoeker bodem en klimaat aan de Wageninger Universiteit hiernaar?

‘Dat gras neemt die 20 duizend kilogram CO2 per hectare wel op, maar het grootste deel wordt hetzelfde jaar weer uitgestoten, doordat het wordt opgegeten door de koeien en als CO2 weer de lucht ingaat. Gras slaat via de wortels wel wat CO2 in de bodem op, maar zeker niet zo veel als 20 duizend kilogram.’

‘Kun je door het grasland de uitstoot van de koeien tenietdoen?’

‘In het Nederlandse systeem met veel koeien per hectare is dat niet mogelijk. Koeien produceren meer broeikasgassen dan het gras kan opslaan.’

‘Er zijn te veel koeien?’

‘Ja, het grasland compenseert niet alles.’

‘Wat vindt u van deze poster?’

‘Een beetje misleidend.’

Jammer. Met meer melkkoeien (én weilanden) dringen we de uitstoot van broeikasgassen toch niet terug. De mus blijkt wederom dood.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht