Supermarkten, stop kinderen rotzooi te verkopen

TeunColumns & verhalen

baby kind taart suiker

Het Centraal Bureau Levensmiddelen (CBL), de brancheorganisatie van supermarkten, is een ongelooflijk labbekakkerige organisatie. Dat blijkt weer eens nu onderzoek van Unicef heeft uitgewezen dat driekwart van de ruim tweeduizend kinderproducten (snoep en ijs zelfs niet meegerekend) niet gezond genoeg zijn.

Schokkend

Ze bevatten te veel suikers, zout en calorieën en te weinig vezels. Van de kinderdrankjes voldoen maar elf van de 148 aan de criteria en van alle veertig onderzochte kindertoetjes niet één.

Helemaal schokkend is dat ook 69 procent van het babyvoedsel niet aan de richtlijnen voor gezonde voeding voldoet. Terwijl goede voeding in de eerste levensfase essentieel is voor een goede gezondheid in de rest van het leven.

‘Verantwoordelijkheid van de ouders’

Daarom wil Unicef dat supermarkten voortaan alleen nog maar gezonde producten in het babyschap zetten. Dat klinkt logisch, maar de kans daarop lijkt klein. Hier steekt de labbekakkerigheid van het CBL de kop op: ‘Het is de verantwoordelijkheid van de ouders. Er zijn genoeg gezonde producten in de winkel.’

Hoera, de supermarkten verkopen ook gezonde dingen! Een veelgehoorde verdediging als iemand op een misstand wordt aangesproken: ‘Er gaat ook heel veel goed bij ons bedrijf!’ Dat is als een man die zich schuldig maakt aan huiselijk geweld, die zegt dat hij zijn vrouw ook heel vaak niet slaat. Intussen gaan de supermarkten vrolijk door de ongezonde rommel bij de klanten te pushen door ze op een goede plek in de winkel te leggen en met vrolijke stripfiguurtjes en andere kindermarketing aan te prijzen.

Kritiek

Bij kritiek op producten in de supermarkten, of het er nu gaat om hoe ongezond ze zijn, of om de wijze waarop ze zijn geproduceerd, is het antwoord van het CBL steevast dat zij er niet voor verantwoordelijk zijn. De consument koopt die spullen en had beter moeten weten.

Als we die redenering extreem doortrekken, dan kunnen we ook zeggen dat wapenhandelaars geen blaam treft. Het is de klant die ervoor kiest een pistool te kopen. Wat die er vervolgens mee doet, moet hij zelf weten. Misschien schiet hij er mensen mee overhoop, misschien niet. Dat is de verantwoordelijkheid van de consument.

Handelaars en supermarkten hebben geen eigen morele verantwoordelijkheid. Ze zijn slechts een intermediair tussen aanbieder A en klant B. Ze krijgen hun percentje en stellen verder geen vragen. De vragen zijn allemaal voor de consument. Dat de supermarkt wel extra zijn best doet om zijn ongezonde rommel aan kinderen verkocht te krijgen, is kennelijk niet belangrijk. Ouders kunnen toch ook gezonde waar kopen?

Leefstijl

Vorige week schreef ik al dat bij veel ernstige ziektes leefstijl een belangrijke rol speelt. Als we niet roken, gezond eten en voldoende bewegen, is onze kans op die ziektes een stuk minder.

Maar als je eenmaal de verkeerde gewoontes hebt aangeleerd – zoals op jonge leeftijd te veel suiker, zout en vet te eten – dan is het verdomde moeilijk om er weer vanaf te komen. Daarom is het van essentieel belang dat we van jongs af aan gezond eten. Uiteraard spelen ouders daarin een rol, maar ook het aanbod in de supermarkt moet daarop worden afgestemd. Als die supermarkten dat zelf niet willen, dan moeten ze er maar toe worden gedwongen.

Gelukkig is betutteling sinds de coronatijd geen vies woord meer.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Waarom is corona belangrijker dan kanker?

TeunColumns & verhalen

corona zorg mondmasker

Dat coronavirus is natuurlijk ontzettend rottig, megabesmettelijk en het zou mij een lief ding waard zijn als we het de wereld uit kregen. Geen handen geven, wel handjes wassen en afstand bewaren dus. Als we ons daaraan houden kunnen we misschien ooit weer een normaal gezellig leven leiden. Maar één ding snap ik niet: waarom wordt corona zoveel belangrijker gevonden dan andere ziektes?

Angst om zorg te vragen

Een paar weken geleden bracht de NOS het nieuws dat er in coronatijden meer beenamputaties plaatsvonden dan normaal. Neem het Amphia Ziekenhuis in Breda. In andere jaren leidden bepaalde voetklachten in 15 procent van de gevallen tot beenamputaties, nu was dat 42 procent. Het gaat om patiënten die te lang hadden gewacht om met een wondje aan de voet naar het het ziekenhuis te gaan. Een arts van het ziekenhuis: ‘Een van de belangrijkste redenen is de angst die gecreëerd is om zorg te vragen.’ Ze vertelt dat patiënten niet naar de huisarts durfden, of alleen een telefonisch consult konden krijgen: ‘Maar deze patiënten moet je echt zien om te bepalen hoe ernstig de wond is.’

Dit bevestigt wat ik elders hoorde. Een vriendin van mij heeft maanden met een hernia rondgelopen omdat ze telefonisch verkeerd was gediagnosticeerd en niet langs mocht komen bij de huisarts. Ook sprak ik een neuroloog die normaal gesproken heel veel beroertes behandelt. Opeens bleven mensen met een beroerte weg. Waarschijnlijk omdat ze niet meer naar het ziekenhuis durfde te komen. Of niet werden doorverwezen. Hoe kan dat?

En dus ook kanker. Vorige week werd bekend dat er in het voorjaar vijfduizend kankerdiagnoses minder zijn gesteld dan in de afgelopen tien jaar. Vijfduizend! Dat is schokkend. We weten allemaal dat een vroege diagnose van kanker het verschil kan betekenen tussen leven of dood. Of tussen een vervelende behandeling en een heel erg nare, zware behandeling.

Dood aan de angst voor corona

Een huisarts vertelde mij dat ze op het hoogtepunt van de coronacrisis duimen heeft zitten draaien. Patiënten mochten niet langskomen op de praktijk, of werden in ieder geval ernstig ontmoedigd, en kregen een consult op afstand. Sinds het begin van de corona-uitbraak in Nederland zijn ruim 800.000 (!) minder verwijzingen naar het ziekenhuis gedaan dan verwacht.

Amputaties, kanker en beroertes. Hoeveel erger kan het zijn? Het voornaamste doel van de coronamaatregelen is altijd geweest om ruimte in de IC’s te houden. Niet alleen voor mensen met corona, maar voor iedereen die ze nodig had. De zorg moest op peil blijven. Dat is duidelijk niet gelukt. Als alle mensen met ernstige ziektes zorg mijden en er zelfs toe worden aangespoord dit te doen, dan is het middel erger dan de kwaal. Dan gaan mensen niet dood aan corona maar aan de angst voor corona.

Leefstijl

En dan nog iets. Aan ziektes als longkanker, beroertes, hartfalen, en COPD gaan meer mensen dood dan aan corona. Die ziektes zijn allemaal in een grote mate gerelateerd aan leefstijl: roken, alcohol, te veel en te ongezond eten en te weinig bewegen. Die mensen behoren grotendeels tot dezelfde risicogroep als de covidpatiënten. Voor hen gooien we nu de maatschappij op slot en dat doen we met liefde. Maar als we (kennelijk) zoveel om de volksgezondheid geven, dan wordt het tijd die leefstijl eens serieus aan te pakken

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Die uitermate knullige bierreclame riekt naar het aansporen van alcoholisme

TeunColumns & verhalen

Still reclamespotje 'Gouden momenten beleef je met bier'

Nadat ik een reclamespotje zag waarin Nederlandse brouwers ons willen aansporen meer bier te drinken, wist ik zeker dat het niks wordt met de anderhalve meter in de horeca.

Het is een merkwaardig filmpje. Je ziet wat obligate beelden van lachende, proostende mensen, vrolijk deuntje eronder uit de coronafilm van Frank Lammers ‘Dit zijn daaaagen van goud’ en aan het eind de voice-over: ‘De meest bijzondere momenten zijn vaak heel gewoon (…) Dat zijn gouden momenten. En die beleef je met bier.’ Bier, dus. Geen speciaal bier van een bepaald merk, maar gewoon bier. Waarmee wordt bevestigd wat we eigenlijk al wisten: zeker als het om pils gaat, maakt het niet uit wat je drinkt. Het is één pot nat.

Een uitermate knullig filmpje

Het is op zich sympathiek dat de jongste bediende van het reclamebureau ook eens de kans heeft gekregen een filmpje in elkaar te draaien. Waarschijnlijk was er weinig geld en aan zo’n gezamenlijke campagne kun je je ook niet echt een buil vallen: ‘Probeer jij deze maar, Evert! Er is nul budget.’ Dat zou bij een reclame voor Heineken of Grolsch, voor een filmpje dat direct invloed moet hebben op de omzetcijfers, nooit zijn gebeurd. 

Helaas is het daardoor een uitermate knullig filmpje geworden. Om te beginnen die tekst: ‘De meest bijzondere momenten zijn vaak heel gewoon.’ Nee, Nee en nog eens nee. Bijzonder is precies het tegenovergestelde van gewoon. Gewoon is gebruikelijk, alledaags. En bijzonder is, volgens Van Dale, ‘afwijkend van het gewone.’ Jongste bediende Evert beweert dus dat de meest van het gewone afwijkende momenten vaak ‘heel gewoon’ zijn. Een mindfuck, maar de brouwers vinden het allemaal prima.

Alcoholisme

Dat je gouden momenten deelt met bier is ook een dubieuze boodschap. Over specifieke merkreclame wordt gezegd dat die niet leidt tot meer alcoholconsumptie, maar alleen tot verschuiving binnen het alcoholgebruik. Dus: meer Heineken leidt tot minder Grolsch en meer Johnnie Walker tot minder Famous Grouse. Maar nu moeten we eenvoudigweg meer bier drinken om gouden momenten te beleven. Dat riekt naar het propageren van alcoholisme.

Anderhalve meter

Maar het gekst is dus die anderhalve meter. In het filmpje zien we voortdurend mensen veel te dicht bij elkaar zitten, staan en proosten. Coronaregels worden duidelijk niet in acht genomen. Heel bevreemdend, maar zou het een oud filmpje zijn? Integendeel. Het persbericht van Gouden momenten legt uit:

‘Uit onderzoek blijkt dat ‘minder ongedwongenheid’ momenteel het grootste obstakel is voor mensen om naar de horeca te gaan. Met de campagne Gouden Momenten willen we laten zien dat, met inachtneming van alle maatregelen, je volop samen kunt genieten op het terras, restaurant of café.’

Dat is een mooie boodschap. Alleen gebeurt het ‘volop genieten’ in dit filmpje totaal niet met ‘inachtneming van alle maatregelen’.

Je gezellig laten volgieten

Dat is ongelooflijk suf. Het gaat hier om een spotje dat van begin tot eind is bedacht, uitgetekend en geregisseerd. En dan lukt het die bierjongens en -meisjes nog niet om de hoofdrolspelers op gepaste afstand te houden. De boodschap lijkt daardoor eerder dat we ons gezellig kunnen laten volgieten en de regels aan onze laars kunnen lappen, omdat ‘minder ongedwongenheid het grootste obstakel’ is. Als het in een reclamespotje van bierbrouwers al niet lukt, dan wordt het in de horeca helemaal niks met de anderhalve meter.

Afbeelding: Still reclamespotje ‘Gouden momenten beleef je met bier’

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Het moet afgelopen zijn met de uitknijpketen die dier en milieu de kop kost

TeunColumns & verhalen

boer landbouw mest kruiwagen

De Nederlandse landbouw moet compleet op de schop. Het systeem van steeds grotere bedrijven die steeds meer produceren voor steeds minder geld, werkt niet meer. Er moet juist minder geproduceerd worden voor meer geld. 

Het is natuurlijk razend knap dat wij de tweede exporteur van landbouwproducten ter wereld zijn, maar het is ook een beetje absurd dat wij met geïmporteerde kunstmest en veevoer zoveel vee uit zo’n klein stukje aarde stampen. Ons stikstofprobleem komt toch echt voornamelijk door de gigantische veestapel.

Lokworst

Ooit maakten we met Keuringsdienst van Waarde een uitzending over leverworst. We waren tot de ontdekking gekomen dat deze feestworst in elke supermarkt precies 62 cent voor een halve kilo kostte. Niet 64 cent en ook niet 61, maar 62. Hoe kan dit? Die leverworst staat symbool voor wat er misgaat in ons voedselsysteem. Het is één van de producten waarop prijsbewuste klanten hun supermarkten uitkiezen. Is leverworst bij een andere winkel één cent goedkoper, dan doen ze hun boodschappen voortaan daar. De leverworst is een lokworst. Met een lekker lage prijs is de klant binnen en kan hij andere dingen kopen. Die 62 cent is kennelijk de absolute bodemprijs waarvoor de supermarkt de worst nog wil verkopen. Zoals de woordvoerder van een supermarkt mij zei: ‘We maken er geen verlies op’ ‘Wel winst?’, vroeg ik. ‘Heel weinig. Het is centenwerk.’ Zie daar de verklaring voor de wonderlijke prijs van 62 cent.

Uitknijpen

Maar bij de varkensslachter kostte een halve kilo vlees 75 cent. Het vlees is dus duurder dan de worst. En dan moet de fabrikant er ook nog een worst van maken. Hoe is dit mogelijk? Doordat én de boer én de worstfabrikant zijn product met verlies verkopen. Waarom? Omdat de leverworstfabrikant ‘zijn contacten wil behouden met de klant’.

Voor boeren geldt precies hetzelfde. De supermarkt noemt een prijs en als de boer daar niet mee akkoord gaat, dan koopt die supermarkt helemaal niks meer bij hem. Ook geen producten die wel winst opleveren. En zo zijn boeren constant bezig nog efficiënter te werken en nog meer te bezuinigen. De uitknijpketen loopt van supermarkt naar fabrikant naar de slachter naar boer en eindigt uiteindelijk bij de dieren.

Werkelijke prijs

Landbouworganisatie LTO Nederland heeft een enquête gehouden waaruit blijkt dat de gemiddelde Nederlander veel minder voor zijn eten betaalt dan hij zelf denkt. Ook vergeleken met andere Europeanen betalen wij belachelijk weinig voor ons voedsel. Als we voor een worst of karbonade werkelijk betalen wat hij kost, dan wordt hij duurder. Dat moet dan maar. Dat is beter voor ons milieu en beter voor de boer.  

Na de Tweede Wereldoorlog werd onder leiding van de legendarische landbouwminister Mansholt – waarvoor nog aandacht in Zomergasten – een grote reorganisatie van de landbouw doorgevoerd om honger voorgoed uit te bannen. Kleine stukjes land werden geruild en aan elkaar geplakt (ruilverkaveling) waardoor kleine boerderijtjes plaats moesten maken voor grote, gespecialiseerde bedrijven. Boeren gingen meer produceren en (aanvankelijk) meer verdienen. Het gemengde bedrijf verdween grotendeels en het landschap werd eentoniger. 

Nu is het tijd voor de volgende grote reorganisatie van de landbouw, die gepland moet worden voor de komende decennia. Hierbij moet alles draaien om natuur, milieu, dierenwelzijn én een goede prijs voor landbouwproducten.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Houden we meer van dieren dan van onze medemens?

TeunColumns & verhalen

aap thailand mishandeling kokosmelk dieren peta

Ruim een week geleden kwamen er verhalen in het nieuws over apen in Thailand die werden getraind om kokosnoten te plukken. De arme beesten werden de boom ingejaagd om soms wel duizend van die vruchten per dag te plukken. Ter vergelijking: een mens zou er niet meer dan tachtig op een dag uit de bomen kunnen halen.

Volgens de grootste dierenrechtenorganisatie ter wereld, PETA, werden de apen ingezet als ‘plukmachines’. De organisatie vond acht kokosplantages waar apen werden ingezet en ook nog eens een aantal apenscholen waar de dieren werden getraind. Ze zaten in veel te kleine hokjes of vastgeketend aan autobanden. Je reinste dierenmishandeling, dus. Dat was schrikken. Voor dierenliefhebbers in het algemeen en voor veganisten in het bijzonder. Want waar zou al die kokosmelk terecht zijn gekomen?

De afgelopen zes weken heb ik uitsluitend veganistisch gegeten. Dus ik at geen vlees en vis, maar bijvoorbeeld ook geen zuivel. Dat is lastig, maar voor veel producten blijken goede vervangers op de markt: havermelk voor de koffie en werkelijk heerlijke kokosyoghurt.

Wat nu als er een dierenleed aan deze yoghurt ten grondslag zou liggen? Geen veganist die hem dan nog zou willen eten. En ik ook niet. Om die reden willen veel veganisten bijvoorbeeld ook geen margarine (of, zoals dat soms hip wordt genoemd ‘plant based butter’) waar palmolie in zit. Voor de verbouw van palmolie wordt namelijk tropisch regenwoud gekapt. Dit leidt tot dierenleed en zelfs tot het uitsterven van bedreigde dierensoorten. 

Boycot

Het nieuws over de zielige aapjes en de daarmee gepaard gaande trieste beelden leidde tot een storm van protest. PETA riep op geen kokosproducten uit Thailand meer te kopen en ook Carrie Symonds, milieuactiviste en verloofde van de Britse premier Boris Johnson riep supermarkten op deze waar te boycotten.

En wat gebeurde er? Binnen een mum van tijd hadden zowat alle supermarkten actie ondernomen: ze hadden uitgezocht waar hun kokosproducten precies vandaan kwamen en hoe daar ter plekke werd gewerkt. Voedsel dat met die met apenexploitatie was vervaardigd ging van de schappen. Ook Albert Heijn heeft inmiddels beloofd te stoppen met bepaalde Thaise kokosmelk.

Italië en Spanje

Reuze mooi, natuurlijk. Dit soort ellende moet worden uitgebannen. Maar toch zit mij iets dwars. Eerder maakten we met de Keuringsdienst van Waarde een reeks uitzendingen over uitbuiting van migranten in de tomatenteelt in Italië en de groentekassen in Spanje. We vroegen de Nederlandse supermarkten of zij konden garanderen dat voor de producten in hun schappen niet onder dergelijke erbarmelijke omstandigheden werd gewerkt. Geen enkel bedrijf wilde reageren.

Uiteindelijk werd een dame naar voren geschoven die namens de hele branche voor de camera niks mocht zeggen. Het zou veel te ingewikkeld zijn om van alle artikelen te achterhalen of ze op een eerlijke manier waren vervaardigd en bovendien lag de verantwoordelijkheid in Spanje en Italië en niet bij de supermarkten die die spullen verkochten.

Lieve knuffelbare dieren

Nu blijkt – gelukkig – dat bij dierenmishandeling supermarkten razendsnel alles over een product te weren kunnen komen en ook razendsnel hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Waarom kan dat dan niet als mensen worden uitgebuit en uitgeperst? Is de lobby van dierenrechtenactivisten sterker dan die van strijders voor mensenrechten? Of voelen we meer voor lieve knuffelbare dieren dan voor onze medemens?

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Voor mensen die in de kindertijd zijn blijven steken, is een groentepizza wellicht een uitkomst

TeunColumns & verhalen

bloemkool in je pizza

‘Pizza, jouw favoriete groente.’ Sinds kort zie ik posters met deze absurde tekst overal in tramhokjes hangen. Eerst dacht ik dat het om een flauwe grap ging. Zo’n typische reclametruc om argeloze voorbijgangers met een vreemde, licht provocerende mededeling in verwarring te brengen om dan later – in ronde twee van de handig uitgedokterde campagne – met tromgeroffel te onthullen waar het werkelijk om ging: ‘haha, je dacht toch niet dat we pizza werkelijk wilden gelijkstellen aan groente? We hebben een courgette ontwikkeld in de vorm van een pizza, die we de Pizza Courgette hebben genoemd. Mijn favoriete groente! Haha!’

Helaas is het geen flauwe grap. De reclamemakers zien deze pizza werkelijk als groente. En de makers van de pizza’s zelf ook.

Pizza die voor groente moet doorgaan

Jaren geleden ontstond er ophef omdat het Amerikaanse Congres pizza als een groente wilde laten registreren. Of, nou ja, ze wilden dat de tomatensaus op de pizza’s (en patat) als groente gold om de plannen van Obama te dwarsbomen, die gratis schoollunches gezonder wilde maken. Wij moesten hier hartelijk lachen om die malle Amerikanen. En nu hebben wij dus pizza die voor groente moet doorgaan. Misschien wel beter dan groente, want de makers zeggen triomfantelijk: ‘Geen enkel goed verhaal begint met een bak sla.’

Op de website volgt een tekst die zo geëxalteerd is dat je je afvraagt wat de schrijvers hebben geslikt: ‘Wij geloven in een wereld waar je niet hoeft te kiezen tussen; play hard, work hard, zweten in de sportschool of feesten tot in de vroege uurtjes. Een wereld waar fast-food fit-food wordt en waar pizza jouw healthy pleasure is. Met die droom zijn we begonnen, en we did it!’ Dit gaat dus over pizza hè, niet over mensenrechten, ongelijkheid of armoede. Over pizza: ‘Doe mee, samen kunnen we verandering eisen en de impact vergroten.’ Door pizza te eten.

Witbrood, zeg maar

Maar waarom is die pizza nu groente? Omdat er groente in zit. Dan is een loempia ook groente. Zo heb je pizzabodems met paprika, courgette en bloemkool. Neem de courgettebodem. Die is 195 gram en het eerste ingrediënt is gewoon ordinaire bloem. Witbrood, zeg maar. Niks gezonds aan. Zit normaal niet in groente.

En dan bestaat hij uit 34 procent courgette. Dat is 66 gram groente. Best weinig groente voor je favoriete groente. En dan bepaalt vooral wat je op die pizzabodem doet, hoe gezond hij wordt: met veel kaas en salami blijft een pizza met een courgettebodem ongezond. Zelfs als je daar nog groente op doet. Als je de bodem gezonder wilt maken, dan vervang je de bloem door volkorenmeel. Maar zelfs de paprikabodem ‘with wholegrain’ (slim geformuleerd) bestaat nog voor 22 procent uit witte bloem.

Leer verdomme eten

Pizza is geen groente. En dat hoeft ook niet. Van deze campagne gaat de verkeerde boodschap uit dat je groente kunt vervangen door pizza en dat groente alleen lekker is als je haar goed verstopt. Zoals ouders die hun kinderen stiekem toch nog wat gezonds weten te voeren. Zo creëer je weerzin tegen groente. Al die kinderen die nooit hebben geleerd dat aubergine, courgette, paprika, bloemkool en sla hartstikke lekker zijn, ontwikkelen hun smaak nooit. Voor mensen die in de kindertijd zijn blijven steken, zijn deze pizza’s wellicht een uitkomst.

Leer verdomme eten. Mijn favoriete groente is groente.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Bullshitbanen worden beter gewaardeerd dan vitale beroepen

TeunColumns & verhalen

coronavirus masker vrouw vitale beroepen

Lieve zorgmedewerkers,

Wij Nederlanders geven niks om jullie. Dat was natuurlijk altijd al zo, maar op het hoogtepunt van de coronacrisis leek dat even anders. Jullie werden benoemd tot ‘vitaal beroep’ omdat jullie werk doen dat noodzakelijk is om de samenleving draaiende te houden. Dan stel je wat voor, zou je zeggen. Dat mag gewaardeerd en beloond worden. Maar niet dus.

Vitale beroepen

Tijdens een pandemie begrijpt iedereen hoe belangrijk jullie zijn. De mensen zijn bang en voelen zich afhankelijk van jullie. Terwijl wij de afgelopen maanden afstand hielden van andere mensen omdat zij corona zouden kunnen hebben, behandelden jullie dagelijks patiënten die het virus hadden. Zonder zeuren gingen jullie aan het werk.  Zonder zeuren en vaak ook zonder voldoende beschermende middelen. Met gevaar voor eigen leven. Zeker achtduizend zorgmedewerkers werden ziek en jullie hebben collega’s aan het virus verloren. Zorghelden, zoals wij jullie allemaal noemden. Hartstikke mooi en goed van jullie.

Maar tegelijkertijd: dat moest toch al te denken geven? Dat je als zorgheld, als uitoefenaar van een vitaal beroep naar het front werd gestuurd zonder voldoende bewapend te zijn? In de ziekenhuizen was het lang schipperen met de mondmaskers, om maar te zwijgen over de verzorgingstehuizen en thuiszorgmedewerkers.

Het was hartverwarmend dat wij allemaal voor jullie klapten, zelfs de koning, koningin en de prinsesjes klapten mee! – maar jullie liepen meer risico dan nodig. Wat is dat voor waardering?

Terug bij het oude normaal

De afgelopen week werd er in de Tweede Kamer gestemd over een motie om jullie een betere beloning te geven. Asscher van de PvdA, die de motie nota bene zelf had ingediend, was te laat bij de stemming, waardoor zijn stem niet meetelde. Oerstom, onvergeeflijk, maar zelfs met zijn stem was de motie niet aangenomen. De hele coalitie stemde tegen en de motie werd  verworpen.

We zijn terug bij het oude normaal waar bullshitbanen beter worden gewaardeerd dan vitale beroepen (onderwijs, ook zoiets) en de KLM meer waardering krijgt dan een verpleegkundige die levens redt. Nogmaals: wat is dat voor waardering?

Jullie kracht is ook jullie zwakte

Weet je wat het is, lieve zorgmedewerkers? Jullie kracht is ook jullie zwakte. Jullie hebben hart voor de zaak. Jullie wagen je leven, redden levens en maken lange uren. Omdat het jullie roeping is. Als mensen hulp of verzorging nodig hebben, dan bieden jullie die. Nobel, maar het geeft jullie een slechte onderhandelingspositie. Schofterigheid wordt in deze wereld vaak beter beloond dan liefde. Niet wie aardig is, beleefd blijft en zijn werk goed doet, wordt beloond, maar wie met zijn vuist op tafel slaat, zijn ego oppompt en wegloopt als hij zijn zin niet krijgt. Je zou je patiënten aan hun lot over moeten laten om meer waardering en geld op te eisen. Dat doen jullie niet – hoe zou dat kunnen? – en dat siert jullie. Maar cynisch gezegd: waarom zou een werkgever jullie meer betalen als hij weet dat jullie het ook voor een grijpstuiver doen? 

Er zullen mensen boos zijn als ze dit lezen. Ze houden echt van jullie en vinden dat jullie meer verdienen. Voor hen is het simpel: onthoud straks bij de verkiezingen dat CDA, VVD, D66 en ChristenUnie tegen het voorstel stemden om jullie meer te betalen. 

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Moet de minister de boeren of hun criticasters aanpakken?

TeunColumns & verhalen

boeren klompen modder

Nederlandse boeren kunnen niet tegen kritiek. Zowat alle Nederlandse boerenorganisaties hebben een huiliehuiliebrief aan premier Rutte en minister Schouten geschreven: ‘Onze goede reputatie bij velen in binnen- en buitenland staat in schril contrast met het imago dat in eigen land wordt gecreëerd, waarbij sprake is van jarenlang stelselmatig stigmatiseren en demoniseren van de Nederlandse landbouw, visserij en ketenpartners.’

Demoniseren! Een beladen en gevaarlijk woord. Een woord waarmee je alle kritiek verdacht maakt en iedere tegenstander beschuldigt van aanzetten tot geweld.

Demonisering

Wie niet voor ons is, is tegen ons. Dat is hoe de briefschrijvers het neerzetten: ‘Door ongefundeerde uitlatingen van diverse ngo’s en framing door sommige politieke partijen is een klimaat ontstaan waarbij vele partners in de landbouw in toenemende mate een radicaliserende druk ervaren.’ Het zou aanzetten tot geweld: ‘Er heerst een klimaat waar aanhangers van dergelijke partijen zich gesteund voelen door hun opinieleiders om de wet te overtreden en daarbij stallen te bezetten, boeren en slachterijen te bedreigen, inbraken te plegen en branden te stichten.’

Deze aanslagen zijn afschuwelijk. De overheid moet er alles aan doen om de daders op te pakken en nieuwe aanslagen te voorkomen. Maar wie is er schuldig aan die demonisering?

Vage beschuldigingen

Helaas zeggen de opstellers van de brief er niet bij om welke ongefundeerde uitlatingen van welke ngo’s het gaat en om welke framing van welke politieke partijen. Misschien omdat er geen concrete (strafbare) uitspraken zijn waarmee je politieke partijen en ngo’s kunt aanpakken? Dan maar vage beschuldigingen de wereld in slingeren. Makkelijk en laf. Maar wie moeten de premier en minister dan aanpakken?

Mag er gezegd worden dat onze veestapel grotendeels verantwoordelijk is voor de hoge stikstofuitstoot? Mag je zeggen dat de mest en methaangasscheten van koeien bijdragen aan klimaatverandering? Mag je zeggen dat het beter zou zijn minder vlees en melk te consumeren? En dat de de race to the bottom van steeds meer vlees voor steeds minder geld moet stoppen?

Of draag je, of liever dragen ‘diverse ngo’s en ‘sommige politieke partijen’ met zulke uitspraken bij aan een klimaat van radicaliserende druk? En wat moeten minister en premier daar dan aan doen? Zulke kritiek verbieden? Het verkleinen van de veestapel is nota bene kabinetsbeleid.

Suggestie van demonisering is doodeng

Deze suggestie van demonisering is doodeng. Elke keer dat er weer een aanslag op een stal wordt gepleegd, kunnen bepaalde politieke partijen (GroenLinks? D66? PvdD?) de schuld krijgen. We hadden nog zo gewaarschuwd!

Aan het eind van de brief wordt opgeroepen de toon van het debat te matigen en verdere radicalisering te voorkomen. Zoals de boeren die rondliepen met een doodskist van Jesse Klaver? Zoals briefondertekenaar Henk Bleker sprak over ‘loserige veganisten’ op wie je moet neerkijken en mede-briefopsteller Mark van den Oever van de Farmers Defence Force de behandeling van boeren vergeleek met de Jodenvervolging?

Rutte grijp in

Bij de boeren zelf lijkt de brief zijn gematigde uitwerking al te hebben gehad. Op boerderij.nl, waar de brief werd gepubliceerd, reageerde er één met ‘het wordt tijd dat we als sector Tjeerd de Groot (D66) hard aanpakken met zijn grievende uitspraken, we moeten die vent monddood maken’. En een ander: ‘Veel Nederlandse boeren zijn zo getergd en woest dat het binnenkort eens fout afloopt. Er komen ongelukken en de politiek moet dat voorkomen.’

Rutte grijp in, om verdere radicalisering te voorkomen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

De flexibele schil is het smerigste begrip uit het bedrijfsleven

TeunColumns & verhalen

Flexibele schil mandarijn

Wat zullen veel zzp’ers nu blij zijn dat ze geen arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) hebben! Die verzekering was bij uitstek zo’n kwestie waarover wij in pre-corona Nederland ons druk maakten. Veel zzp’ers bleken er geen te hebben (veel te duur) en dat leek behoorlijk onverantwoord. Als ze door ziekte niet meer zouden kunnen werken, zouden ze bij fysieke tegenslagen zo aan de bedelstaf raken. Daarom werkt het kabinet aan een voorstel voor een verplichte AOV voor zzp’ers.

Arbeidsgeschikt, maar zonder werk

Wat blijkt nu? Het grootste gevaar voor zzp’ers is niet werkloosheid door ziekte, maar werkloosheid door de economie. Zelfstandigen zijn de werkenden die als eerste in de rij staan om af te worden gedankt zodra het economisch tegenzit. Daar kun je je moeilijk tegen verzekeren. Daar sta je dan: arbeidsgeschikt, maar zonder werk. Het geld dat je had kunnen opsparen of beleggen voor magere tijden is in het grote zwarte gat van de verzekeraar verdwenen.

Volgens het CBS zijn er in Nederland inmiddels drie miljoen flexwerkers. Dat zijn 1,9 miljoen werkers met korte contracten of flexibele uren en 1,1 miljoen zzp’ers. Dat is 34 procent van alle werkenden. Dit zijn mensen die bar weinig rechten en zekerheden hebben. Voor een deel is dat prima, omdat ze daar volgens minister Wiebes ‘ook een beetje zelf voor gekozen hebben’, maar voor een heel groot deel ook niet. Al jaren zijn veel werkgevers huiverig om mensen in vaste dienst te nemen. Ze vervangen vast werk door flexwerk. Die flexwerkers krijgen vervolgens rotcontractjes voor weinig geld (terwijl ze per uur juist meer zou moeten verdienen dan mensen in vaste dienst) en moeten het maar slikken. Voor jou tien anderen.

Morele verontwaardiging

In de journalistiek is het gebruikelijk dat redacteuren en programmamakers eindeloos halfjaarcontractjes aan elkaar rijgen. Zelfs als zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer tevreden is, moet de opdrachtnemer op een gegeven moment vertrekken omdat de werkgever hem anders een vast contract moet aanbieden. De goed functionerende redacteur vliegt eruit en er komt er een vacature voor een nieuwe redacteur.

Dit is het gevolg van door vakbonden en de PvdA bedachte wetgeving om werkgevers te dwingen medewerkers na verloop van tijd vast aan te nemen. Dat dit vervolgens niet gebeurt en de wet dus precies het tegenovergestelde bereikt van wat hij beoogt, is dan maar jammer. Telkens als ik dit aan een PvdA’er of vakbondsfiguur probeer uit te leggen, komt er slechts morele verontwaardiging: ‘Maar die werkgevers moeten die mensen gewoon aannemen!’ Van morele verontwaardiging kunnen flexwerkers niet eten.

Flexibele schil

Een van de smerigste begrippen uit het bedrijfsleven is de ‘flexibele schil’. Dat zijn de werknemers waar je makkelijk vanaf kunt als je even minder mensen nodig hebt. Bijna elk bedrijf zit tegenwoordig zo in elkaar: je hebt een harde kern van vaste medewerkers waar je door dichtgetimmerde cao’s nooit vanaf kunt, ook al voeren ze geen lor uit, en een groot contingent keihard werkende zzp’ers en flexwerknemers die je kunt dumpen bij tegenslag. Zij dragen als het ware het bedrijfsrisico dat het bedrijf zelf niet meer wil dragen. Als ze werkloos worden is er nauwelijks een vangnet.

Het besluit de ontslagboete voor bedrijven grotendeels te handhaven lijkt sociaal, maar is het niet per se. De enorme groep flexwerkers en zzp’ers betaalt de prijs.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Op dieet met Teun, deel 2: het sportdieet

TeunIn de media

op dieet met teun sportdieet

Iedere ochtend staat Teun op de weegschaal. Een gezond BMI jazeker, maar blij is hij niet met zijn spiegelbeeld: ‘Ik kijk in de spiegel en zie een buik die er op zich mee door kan. Toch ben ik ontevreden met wat ik zie: te dik, te weinig gespierd, niet mooi genoeg.’

Ook is Teun bang voor toekomstig overgewicht. Daarom zal hij dit jaar steeds een maand lang een ander dieet uitproberen en hierover verslag uitbrengen in de Volkskrant. Valt hij af? Is het vol te houden?

‘Is één dieet zaligmakend? Of kan ik uit alle voedingspatronen lessen leren die samen tot een nieuwe gezonde leefstijl leiden?

Dieet 2: het sportdieet

Teuns tweede dieetpoging is het sportdieet, oftewel ‘veel trainen, weinig vet en veel koolhydraten en eiwitten eten.’ Totaal anders dan het ketodieet, dat Teun in zijn eerste dieetmaand uitprobeerde; toen at hij juist veel vet en weinig koolhydraten.

Het zesmaal per week sporten went snel. Ook al schaamt Teun zich een beetje voor zijn ijdele verlangen gespierder te zijn. Bovendien groeide hij op in een milieu waar het lichaam bijzaak was ‘en aan sport deed je niet’.

‘In de spiegel zie ik al resultaat en dat stimuleert, maar het kan nog beter en dat stimuleert ook. Wat ik ook doe, ik móét sporten. Opdrukken gaat ietsje makkelijker, ik ren tien kilometer in een uur en mijn gewichten worden steeds zwaarder. Het gaat lekker.’

Corona

Maar door corona wordt alles anders. Niet meer buiten hardlopen, maar thuis afzien op de crosstrainer, ‘een afschuwelijk, geestdodend apparaat’, en niet meer naar de personal trainer, maar sporten op afstand met opgestuurde work-outvideo’s.

De quarantainemaatregelen zijn destructief voor Teuns welzijn: ‘Ik word bevangen door zelfhaat, omdat ik niet productief ben. Sporten helpt mij om de leegte, de sleur en de destructieve gedachten te verdrijven. Een uur mijzelf pijnigen en nergens aan denken en ik voel me weer goed over mezelf.’

Met het eten gaat het daarentegen een heel stuk minder goed. ‘Ik stop met het nauwkeurig afwegen van wat ik eet. Ik wil troost en gezelligheid. Ik eet taarten die mijn thuislerende dochter om de haverklap bakt, maak tripjes naar de keuken om te snaaien en trek net als veel andere Nederlanders aan het eind van de middag flessen wijn open.’ Teun wordt zwaarder en zijn buikomvang groeit.

Tót hij de knop na een interventie uiteindelijk weet om te zetten:

Ik heb (nog) geen sixpack, maar ben wel gespierder in buik en armen en ik voel mij fit. Alleen al dat vlees eten zit me dwars. Ik krijg steeds meer tips dat intensief sporten ook gaat zonder vlees, daarom ga ik hierna een maand strikt veganistisch eten. Kijken of ik net zo fit kan blijven.

Verder lezen

Lees Teuns zeer uitgebreide verslag over zijn sportdieet-maand hier op de website van de Volkskrant.

En lees hier over Teuns eerste dieetmaand: het ketodieet.

Deel dit bericht