De coronacrisis is waarschijnlijk ook een obesitascrisis

TeunColumns & verhalen

man gewicht overgewicht corona

Vorige week stelde Bert Wagendorp in de Volkskrant de vraag: ’Wat als de coronacrisis ook een obesitascrisis blijkt?’ Die vraag is terecht, sterker nog, deze crisis ís waarschijnlijk ook een obesitascrisis.

Maar de immer sympathieke Bert, met het hart op de juiste plaats, trok de (moreel en analytisch) verkeerde conclusies: ‘Roken, drinken, schransen, be my guest. Althans, tot een van mijn geliefden dringend een ic-bed nodig heeft en die allemaal zijn bezet door zwaarlijvige coronapatiënten. Dat zal zeker ten koste gaan van mijn liberale opvattingen en solidariteit.’

Overgewicht

Gek. Waarom opeens die solidariteit laten varen? Het wordt heel ingewikkeld als je het principe van eigen schuld in de zorg gaat doorvoeren. Skiërs en voetballers met gescheurde kruisbanden, ex-rokers met longkanker, overwerkte managers met hartklachten; moeten die allemaal achteraan sluiten? Bewust of onbewust leven we allemaal weleens ongezond.

Wagendorp haalt in zijn column intensivist Peter van der Voort van het UMCG aan, die bij Jinek meldde dat het overgrote deel van de coronapatiënten aan ‘adipositas’ lijdt. Dat is een deftig woord voor overgewicht.

Obesitas

Dat klinkt heftiger dan het is. Iedereen met een BMI van 25 tot 30 heeft dat. Als ik 85 kilo zou wegen met mijn 1 meter 84 , dan zou ik ook overgewicht hebben. In 2019 had de helft (!) van alle volwassen Nederlanders overgewicht. Als we niet ingrijpen dan is dat in 2040 nog meer: 62 procent.

Diederik Gommers wijst erop dat een groot deel van de coronapatiënten op de ic’s echt obese is: zo’n honderd kilo bij 1 meter 80. In Nederland is 15 procent van de bevolking zo zwaar. En ook dat aantal groeit.

Moeten we nu alle mensen met overgewicht uit de ic’s weghouden, om plaats te maken voor de geliefden van Bert die allemaal perfect hebben geleefd? Of alleen de echt obese? En waar leg je de grens? Op welke grond? Het lijkt mij een lastig betoog.

Overgewichtscrisis

Maar we hebben wel een overgewichtscrisis. Overgewicht kan leiden tot nare ziektes zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten, gewrichtsklachten, kanker en depressie. De kosten van een ongezonde leefstijl (ongezond eten, te weinig bewegen, stress en slecht slapen) worden geraamd op 1,6 miljard euro per jaar. Dat moeten we aanpakken. Volgens hoogleraar diabetologie Hanno Pijl kan 60 tot 80 procent van de grote chronische ziektes voorkomen worden door een gezondere manier van leven.

Als er zoveel chronische ziektes vermeden kunnen worden door gezonder te leven, dan is overgewicht de ergste aandoening van deze tijd. Kennelijk lukt het de helft van onze bevolking niet om gezond te leven.

Obesogene samenleving

Dat is niet gek. Aan de ene kant is ons brein al sinds de prehistorie erop gericht juist het calorierijkste voedsel te eten, omdat je toen niet wist wanneer je weer te eten kreeg. Aan de andere kant wordt er nu altijd en overal ongezond voedsel aangeprezen en aangeboden. We leven in een samenleving die ons dik maakt. Een obesogene samenleving, noemt hoogleraar Voeding en Gezondheid Jaap Seidell dat.

Wagendorp heeft het over het laten varen van liberale principes. Dat doet de overheid in deze coronatijd volop om ons gezond te houden. Als deze crisis voorbij is, zou ze daar wat betreft het probleem van overgewicht mee moeten doorgaan: pak de obesogene samenleving aan.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Kaartje gekocht voor een voorstelling die niet doorgaat? Dikke pech, maar vraag je geld niet terug

TeunColumns & verhalen

Corona covid dansen man vrouw

We zitten nu zo’n tweeënhalve week in deze ongezellige toestand. Geen concerten, geen theater, geen sportwedstrijden, niet naar de film, niet naar het museum, niet uit eten en niet naar het café. Naar voor ons: de cultuursnuivers, de sportliefhebbers, de restaurantbezoekers en de kroegtijgers, en nog naarder voor de mensen die dagelijks bezig zijn ons leven mooier, spannender, interessanter en lekkerder te maken.

Dure kaartjes

Ik zou met een goede vriend naar een concert gaan. Dure kaartjes. Het ging dus niet door. Ik vroeg hem of hij het geld zou terugkrijgen: ‘Geen idee, maar als het helpt om de concertzaal overeind te houden, dan mogen ze het van mij houden.’ Een kleine openbaring. Ik had het nog niet zo bekeken, die vriend is van nature iets socialer dan ik, maar hij had wel gelijk. 

Ooit, hoop ik dan toch, mogen we weer naar buiten. Dan zou het fijn zijn als daar ook nog wat te beleven is. Als het cafeetje op de hoek er nog is, het buurtrestaurant, de kleine bakkertjes en slagertjes en de bioscopen en theaters. Het zou me een grauwe boel worden als dat allemaal is verdwenen.

Geld dat je normaal al had uitgegeven

We kunnen van alles doen om dit te voorkomen. Om te beginnen dus door die houding van mijn vriend over te nemen. Heb je een kaartje voor een voorstelling gekocht en kun je er niet heen? Dikke pech, maar claim het geld niet terug. Het is al uitgegeven en je kunt toch niet naar buiten. Zie het als een donatie aan de schouwburg. Kijk thuis naar een concertregistratie of naar de verfilming van Who’s affraid of Virginia Woolf en waan je in het theater. Sterker nog: koop een theaterbon. Hetzelfde geldt voor mensen die een vakantiehuisje in een park hebben geboekt of die het geld voor de kinderopvang willen terugkrijgen. Niet doen! Dat geld had je normaal al uitgeven en je moet toch binnenblijven. 

Vergeet de kleine winkeliers niet

Mijn favoriete cafeetje serveert nu afhaalkoffie. Op mijn boodschappenrondje ga ik er altijd even langs. Misschien dat al die koffies zijn zaak net overeind houden. Mijn buurtrestaurant bezorgt nu, net als veel van zijn collega’s, aan huis. Als je het kunt betalen, laat dan af en toe eten thuisbezorgen. Ook kun je in heel Nederland tegoedbonnen kopen voor restaurants: je betaalt nu en na de coronacrisis ga je er eten. Zo houden die zaken cashflow in deze moeilijke tijden. Mijn boekhandel is gesloten om drukte te vermijden maar bezorgt nu aan huis.

Bestel je boeken sowieso niet klakkeloos bij de grote online-ketens, maar kijk wat je plaatselijke boekwinkel voor je kan doen. Hetzelfde geldt voor de boodschappen. In de supermarkten wordt keihard gewerkt en als je naar de omzet kijkt, gaan de zaken er goed. Dat is reuze fijn, maar vergeet ook de kleine winkeliers niet: de bakkers, de slagers, de vis- en de groenteboeren. Ook zij kleuren de straat.

Op 11 oktober speelt Krystian Zimerman alle concerten van Beethoven in het Concertgebouw. Die vriend en ik hebben kaartjes. Al mijn hoop en verlangen is gericht op dat concert op die datum. Ik bid dat we dan weer naar buiten mogen, dat we samen in een schouwburg mogen zitten en dat het Concertgebouw nog bestaat. Wat zou dat heerlijk zijn.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Stupide gedrag maakt lockdown onvermijdelijk

TeunColumns & verhalen

corona lockdown

Vorige week nam ik mijn vaste route om een stukje hard te lopen. Normaal is het daar doodstil, maar nu leek het er op de Kalverstraat in betere tijden. Alle gekooide dieren willen even naar buiten, de spieren in beweging zetten. Sommigen lijken het noodlot te willen bezweren door fit te blijven: ik ben gezond dus mij overkomt niets.

Anderhalve meter

Het was zeer onaangenaam. Ik zigzagde over het niet heel erg brede weggetje om te proberen minimaal anderhalve meter van mijn mederenners, wandelaars en fietsers te blijven. Anderen leken zich minder druk te maken: ze renden en wandelden rakelings langs hun medeweggebruikers. Geregeld belandde ik in de berm om toch nog enige afstand te kunnen houden, mijn hoofd afgewend. Sindsdien ren ik daar niet meer.

In mijn buurt wordt nog vrolijk gevoetbald. Dat mag ook van de burgemeester van Amsterdam, dus waarom zou je het niet doen. Maar wel anderhalve meter afstand houden, hè jongens! Dat zoiets praktisch niet uitvoerbaar is als je de bal van elkaar wilt afpakken – en dat wil je – doet niet af aan de goede intenties. Tussen die voetballertjes staan ouders met elkaar te praten. Niet op de voorgeschreven afstand, maar zo dichtbij als in het pre-coronatijdperk gewoon was.

Sommige van die mensen ken ik wel een beetje. Hoogopgeleide mensen, succesvolle mensen. Wat denken zij? Staan ze boven de adviezen van de overheid? Wanen zij zich onaantastbaar? Één keer riep ik ‘Anderhalve meter afstand, graag!’, naar iemand die veel te dicht lang mij liep. Ik kreeg een snauw dat ik ‘geen grappen moest maken.’ Ik word er moedeloos van.

Amsterdamse Bos

Thomas, de personal trainer die mij begeleidt bij mijn grote dieetproject voor deze krant, dat nu even niet zo belangrijk is, nodigde mij uit om in het Amsterdamse Bos te gaan trainen. De sportschool is immers dicht. Uit vrees dat het daar ook weleens druk zou kunnen zijn, hebben we dit toch niet gedaan.

Uit foto’s van Het Parool bleek dat een goede beslissing: een enorme groep mensen was daar tegelijk van het mooie weer aan het genieten. In het Vondelpark dezelfde soort taferelen: menigten die gezellig op elkaar getast het weekend aan het vieren waren. Ook de stranden en markten waren overvol dit weekend: anderhalve meter afstand? Waarom zouden ze? Wat bezielt deze mensen? Waarom zijn die markten eigenlijk nog open?

Thomas stuurt mij nu iedere week zelfgemaakte filmpjes met full body work-outs om ruim een uur flink te zweten. Het is niet ideaal, maar het kan even niet anders.

Totale lockdown

We zijn of asociaal of dom of hulpeloos. Voordat deze crisis ons teisterde, schreef ik al dat we niet te veel moeten verwachten van de eigen verantwoordelijkheid van de mens om altijd de juiste beslissingen te nemen. We kunnen ons maar moeilijk beheersen om zo onszelf en onze omgeving gezond te houden. Als we allemaal wat verstandiger en socialer met onze (beperkte) bewegingsvrijheid omgaan, dan is een totale lockdown niet nodig. Nu wordt hij onvermijdelijk. Bedankt.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Alles is futiel in tijden van corona

TeunColumns & verhalen

corona social distancing thuiswerken

Wie zit nog te wachten op praatjes over verpakkingen, misleidende reclameslogans en de obesogene samenleving? In het verleden kreeg ik het nog weleens aan de stok met mensen die mijn stukjes ‘lekker belangrijk’ vonden, want ‘er zijn ergere dingen in de wereld’. Dat vond ik een dooddoener. Want ja, er zijn inderdaad altijd ergere dingen in de wereld en die worden in de krant ook heus wel behandeld.

Liveblogs en sociaal isolement

Maar we willen toch ook over iets anders lezen? Nu niet meer dus. U niet en ik ook niet. Op verschillende binnen- en buitenlandse sites houd ik de liveblogs over corona bijna van minuut tot minuut bij. Vrienden delen geregeld lange artikelen met grafieken, waarvan de strekking steevast is dat het virus niet moet worden onderschat en dat rigoureuze maatregelen noodzakelijk zijn.

In het gebouw van KRO-NCRV was het afgelopen vrijdag spookachtig leeg. Iedereen die kon thuisblijven, had dat ook gedaan. Het was bemoedigend dat zoveel mensen de oproep tot sociaal isolement hadden opgevolgd, maar het had ook iets griezeligs. Zo’n groot gebouw met zo weinig mensen.

Postapocalyptisch, maar dan pre-apocalyptisch. In de kantine mochten niet meer dan 99 mensen tegelijk. Dat was geen probleem, want in het hele gebouw waren misschien maar een man of dertig aanwezig. Hier het spiegelbeeld van hamsteren: de cateraar had normaal voedsel ingekocht, maar er was niemand om het op te eten. Dat zou dus allemaal worden weggegooid.

We hadden het alleen maar over corona

Deze week was ik bezig met opnamen over een omstreden behandeling voor uiteenlopende aandoeningen als ADHD, autisme, depressie en epilepsie. Hiervoor interviewde ik ook artsen. Zij stonden mij welwillend te woord, maar hadden natuurlijk iets anders aan hun hoofd. Voor en na de gesprekken hadden we het alleen maar over corona. Het onderwerp van deze reportage – mensen in nood tot kostbare en dubieuze behandelingen verleiden – was heus niet onbelangrijk, zoiets moet je als journalist maken. Maar nu ook? Of willen we artsen maar over één ding horen praten?

Dan toch een observatie vanuit mijn futiele universum over corona. Opeens zag ik geregeld reclames voor neussprays, waarin op subtiele wijze een bepaalde afweer tegen virussen werd gesuggereerd. Soms verscheen het woord ‘virus’ enorm groot in beeld. Misschien werden die altijd al zo uitgezonden, geen idee, maar nu vielen ze op. Uiteraard wordt nergens over corona gerept, maar wie wil er nu geen bescherming tegen virussen? Als argeloze consument zou je kunnen denken dat een dagelijkse neusdouche je vrijwaart van covid-19. Dat is onzin.

Neusspray

Fabrikanten zijn vaak heel slim met woorden; ze wekken de indruk dat hun middel ergens tegen helpt, maar ze zeggen het niet. Zo zeggen ze ‘bij verkoudheid’ en niet ‘helpt tegen verkoudheid’. Daar kom je juridisch altijd mee weg. Als je toch een juridische grens overgaat, kom je in de problemen.

Zo tikte de Reclame Code Commissie (RCC) vorig jaar Physiomer op de vingers voor een reclame waarin de neusspray Physiomer Normal Jet aanbevolen werd met ‘voorkomt griep en verkoudheid. Klinisch bewezen effectief.’  Omdat de claim niet is gerechtvaardigd dat een product besmetting effectief voorkomt, achtte de RCC de reclame misleidend en oneerlijk.

Denk dus niet dat een simpele spray het antwoord is op corona en houd je aan de voorschriften van het RIVM en de regering.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Corona heeft hoe dan ook gewonnen

TeunColumns & verhalen

corona virus covid-19

‘En wat nu als er een lockdown komt?’ Er viel een stilte. ‘O, vanwege corona, bedoel je?’ We lachten een beetje. Ik zou over een paar weken een lezing gaan geven en de organisator hield er alvast rekening mee dat het gevreesde virus roet in het eten zou gooien: ‘Want dat is best reëel.’ ‘Nou, dan gaat het niet door en zien we wel of het een andere keer kan.’ Vrolijk beëindigen we de telefonische vergadering.

Hamsterende Italianen

Op het journaal zagen we Italianen in een lange rij voor de supermarkt. Groepje voor groepje mochten ze de winkel in om te hamsteren. Het was misschien wel hun laatste kans in lange tijd om aan eten te komen. Mijn vrouw vroeg zich af of wij dat ook moesten doen, nu het nog kon. Stel dat de winkels zouden leegraken door paniek? Voorlopig houden we ons hoofd koel.

Barstend van de corona

Ik woon in een buurt met veel kakkers. Die gaan allemaal op wintersport. Kennelijk was Noord-Italië dit jaar de place to be. Goede sneeuw, uitstekende après-ski én barstend van de corona. Nu zijn ze terug. Bij elk hoestje in het buurtcafé kijk ik toch even of iemand zo’n onnatuurlijke bruine wintersportteint heeft. Profileren voor de eigen veiligheid.

Een vriendin van mijn dochter was op vakantie in een plaatsje geweest waar iemand aan corona was overleden. Kan zij dan wel gewoon naar school? Als typische Nederlander wil ik beleid. Er komt een mail: ‘Het RIVM meldt dat leerlingen, ouders en personeelsleden die in besmette gebieden zijn geweest gewoon naar school of werk mogen komen, zolang zij geen symptomen vertonen die horen bij coronavirus.’

Op het werk gaat het er strenger aan toe. Een medewerker moet twee weken thuisblijven omdat hij in Lombardije was geweest. Toen bekend werd dat corona Tilburg had bereikt, werd een stagiair naar huis gestuurd. Zij had daar carnaval gevierd en kende een vriend van de zoon van de patiënt heel goed. Een cameraploeg mocht niet naar Duitsland omdat ze daar weleens besmet zouden kunnen raken.

Diemen

En toen kwam Diemen. Daar woon ik bijna. Wat betekent dat dan voor de buitenlandse reizen? Diemen is dichterbij dan Duitsland. Misschien willen de Duitsers ons nu niet meer. We zijn nu zelf afkomstig uit een risicogebied. Mijn beste vriend appte vanuit Marokko waar hij op vakantie is, over zijn coronazenuwen: ‘Het voelt heel gek om vanuit hemels en zonnig coronavrij Marokko terug te vliegen naar grauw besmet Diemen.’

Bij HC Diemen, de hockeyclub van mijn dochter, mogen er voor de wedstrijden geen handen meer worden geschud. Heeft dat zin? Van het RIVM moeten we onze handen wassen en niezen in onze elleboog. De contacten van de patiënten worden allemaal nauwkeurig nageplozen. Maar kan dat? Ik ken bars in Amsterdam waar mensen in het weekend op elkaar gepropt staan. Daar is nog geen millimeter om te hoesten of niezen volgens de voorschriften. Wie weet of daar geen coronalijder tussen zit?

Corona heeft hoe dan ook gewonnen

Moeten we niet meer naar die cafés gaan? Of moeten we niet toegeven aan paniek en is die paniek voorlopig schadelijker dan het virus zelf? De beurzen zitten flink in de min, mensen verliezen een hoop geld en zaken dreigen failliet te gaan. Corona heeft hoe dan ook gewonnen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Op dieet met Teun, deel 1: het ketodieet

TeunIn de media

op dieet met teun ketodieet

Iedere ochtend staat Teun op de weegschaal. Een gezond BMI jazeker, maar blij is hij niet met zijn spiegelbeeld: ‘Ik kijk in de spiegel en zie een buik die er op zich mee door kan. Toch ben ik ontevreden met wat ik zie: te dik, te weinig gespierd, niet mooi genoeg.’

Ook is Teun bang voor toekomstig overgewicht. Daarom zal hij dit jaar steeds een maand lang een ander dieet uitproberen en hierover verslag uitbrengen in de Volkskrant. Valt hij af? Is het vol te houden?

‘Is één dieet zaligmakend? Of kan ik uit alle voedingspatronen lessen leren die samen tot een nieuwe gezonde leefstijl leiden?

Dieet 1: het ketodieet

Teuns eerste poging is het ketodieet, een regime waarbij zeer weinig koolhydraten worden gegeten, maar wel veel groente, eiwitten en dierlijke vetten. Verboden zijn onder meer brood, pasta, fruit, suiker en alcohol.

De eerste week blijkt loodzwaar. Maar daarna zijn de constante honger en sloomheid verdwenen en blijkt het dieet redelijk goed vol te houden. Alternatieven met minder koolhydraten blijken prima te eten; de bloemkoolrijst en courgettepasta zijn blijvertjes.

Teuns smaak verandert zelfs door het ketodieet. ‘Alsof ik alles intenser waarneem. Veel voedsel vind ik te zout en inmiddels ben ik helemaal van suiker afgekickt.’

Irritaties

Een minpunt van het ketodieet is het constant moeten wegen van alles wat gegeten wordt om maar niet teveel koolhydraten binnen te krijgen. Het leidt tot irritatie in huize Van de Keuken. ‘Als ik mijn vrouw vraag of ik nog even een wortel mag wegen terwijl zij aan het koken is, ontploft ze bijna: ”Ik ben blij als dat stomme keto klaar is!” Stiekem leg ik de wortel op de weegschaal. Hij mag in het eten.’

Na een maandje keto is Teun een aantal kilo afgevallen en voelt hij zich ‘gereset’: hij gaat bewuster om met wat hij eet en is minder verslaafd aan suiker.

‘Het ketodieet is een uitstekend dieet om snel een paar kilo kwijt te raken, maar het lijkt mij niet geschikt voor de lange termijn. De hoeveelheid vlees staat me tegen, en het gebrek aan vezels en bepaalde vitaminen lijkt mij niet erg gezond. Ook maakt de afname in kracht en conditie dit dieet weinig aantrekkelijk.’

Verder lezen

Lees Teuns zeer uitgebreide verslag over zijn keto-maand hier op de website van de Volkskrant.

Deel dit bericht

Goed dat de sigarettenverkoop wordt ingeperkt

TeunColumns & verhalen

sigarettenverkoop omzet

Supermarkten zijn tabakszaken die ook nog wat voedsel verkopen: handelaars in levens- en doodsmiddelen dus. Dat wist ik niet. Maar nu een meerderheid in de Tweede kamer voor een verbod op de verkoop van tabak in supermarkten en tankstations blijkt te zijn, komt dit opeens aan het licht. Nieuws heeft soms leuke bijvangst.

Sigarettenverkoop

Hierover lees ik in het AD,  dat de afgelopen dagen veel over deze tabaksban heeft gepubliceerd, veel interessante cijfers. Zo zijn de omzetcijfers van tabak in supermarkten de afgelopen jaren alleen maar gestegen: ‘In 2018 werd de ‘magische grens’ van 2 miljard euro gepasseerd. Vorig jaar kwam daar alweer 62 miljoen bij: tabak bracht bijna 2,1 miljard in de kassa. Dat is 6,2 procent van de omzet, net zo veel als bijvoorbeeld verse groente.’ Die hele groente-afdeling brengt dus net zoveel op als die sigarettenpakjes die achter de kassa worden verkocht! Ook interessant: in de jaarlijkse Merken Top 100 van Foodmagazine staat Marlboro steevast op nummer 1. Het merk is goed voor 477 miljoen euro.

De NS heeft onlangs aangekondigd de verkoop van sigaretten op stations te gaan stoppen. En nu moeten de supermarkten en tankstations er dus ook aan geloven. Dit zijn juist de plekken die laagdrempelig zijn, waar mensen toch al veel tijd doorbrengen en waar verveling voor de tabaksverslaafde makkelijk leidt tot impulsief even snel een pakje sigaretten kopen. Geen wonder dat de overheid juist op deze plekken de verkoop van tabak wil tegengaan.

Belangenverenigingen

De verschillende belangenverenigingen zijn boos. Zo pleit Ewout Klok van de tankhouders, én voorstander van de verkoop van alcohol bij tankstations, voor preventie en bewustwording en de verantwoordelijkheid van de koper zelf: ‘Het lijkt wel een staaltje symboolpolitiek naar de buitenwereld, zo van: kijk ons eens goed bezig zijn. Maar intussen laten ze wel hardwerkende ondernemers aan hun lot over.’ De tankhouders vinden de maatregel extra oneerlijk, omdat ‘zij in een branche werken waar amper kinderen komen’, directeur René Roorda van de supermarktbrancheorganisatie heeft het over ‘onfatsoenlijk bestuur’ en de Vereniging Nederlandse Sigaretten- en Kerftabakfabrikanten (VSK), vindt de plannen ondoordacht en heeft grote zorgen: ‘Mocht het straks inderdaad zo zijn dat je daar geen sigaretten meer kunt kopen, dan zullen klanten massaal naar de tabakswinkels gaan. De kans is aanwezig dat die speciaalzaken overspoeld zullen worden met veel mensen en dat niet aankunnen.’

Jan Willem Burgering van de tabakswinkels is gek genoeg ook niet blij, omdat hij bang is dat tabakshandels straks vergunningen moeten hebben waardoor ze alleen nog maar tabak mogen verkopen en niets anders. Het gevolg: ‘Straks gaat de roker in het buitenland zijn rookwaren voor een heel jaar inslaan.’

19.000 tabaksdoden per jaar

Al deze argumenten maken weinig indruk. Waarom hameren zoveel verkopers van slechte waar op voorlichting? Omdat ze weten dat die niet werkt. Anders zouden ze er wel tegen zijn. Er sterven jaarlijks 19.000 mensen in Nederland als gevolg van roken. Daar zijn harde maatregelen voor nodig. Dat dit inkomsten kost voor pomphouders en supermarkten is heel vervelend en misschien is daar compensatie mogelijk, maar dat is geen argument om zo veel mensen te laten sterven. Wie per se wil roken, gaat maar naar een speciaalzaak. Dat is pas een echt bewuste keuze. Bij de minder gemotiveerde rokers kunnen we sigaretten beter uit de buurt houden.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Minister De Jonge, stop met de zonnebank

TeunColumns & verhalen

zonnebank solarium

Beste Hugo de Jonge,

U gaat om de week onder de zonnebank, omdat mensen anders drie keer op een dag zeggen dat u er beroerd uitziet: ‘En dan ga je je na een tijdje ook zo voelen. Dat kun je beter voor zijn.’ Heel begrijpelijk. Om die reden heb ik dat zelf ook een tijdje gedaan. En eerlijk is eerlijk, het deed wonderen.

Alleen al om midden in mijn winterdip even de kou en de duisternis te ontvluchten en een kwartiertje de warmte op mijn huid te voelen, was heerlijk. Ik voelde mij beter en ik zag er niet meer permanent doodmoe uit, maar juist energiek en gezond. Alleen is het helemaal niet gezond. Je kunt er kanker van krijgen. Daarom ben ik met die zonnebanken gestopt. En dat zou u ook moeten doen, geachte minister van Volksgezondheid.

Zonnebank verbieden

U geeft met uw zonnebankhoofd een totaal verkeerd signaal. Dat zagen we onlangs in een wonderlijke uitzending van de talkshow OP1, waarin een professor van het Integraal Kankercentrum Nederland het moest opnemen tegen de eigenaresse van een zonnecentrum. De professor, Peter Huijgens, kwam met angstwekkende cijfers. Huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland, jaarlijks zijn er 70.000 nieuwe gevallen in Nederland, waarvan 20.000 mensen de gevaarlijkste vorm krijgen.

De professor pleitte daarom voor een verbod op de zonnebank. Dit zou tot een halvering van het aantal nieuwe gevallen van huidkanker kunnen leiden.

‘Met alle respect…’

De uitbaatster van het zonnecentrum was het niet met hem eens: ‘Met alle respect… ik denk dat deze meneer echt wel weet waarover hij praat, maar…’, waarop zij haar eigen wetenschappelijke informatie begon voor te lezen. Toen ontspoorde het gesprek op een manier die we in het huidige fakenewstijdperk wel vaker zien.

De professor probeerde duidelijk te maken dat hij het recentste onderzoek over dit onderwerp heus wel kende en dat het algemeen aanvaard was dat zonnebankbezoek leidt tot huidkanker. Presentator Sander Schimmelpenninck riep blij dat het wel het klimaatdebat leek, waarop presentatrice Welmoed Sijtsma de discussie afkapte met: ‘Het is minder interessant wat wel of niet per se waar is.’

De huidkankerspecialist sputterde dat het daar nu juist wél om gaat. Ook de aanwezige oud-hoofdredacteur van De Telegraaf en Stem des Volks, Sjuul Paradijs, deed nog een duit in het zakje: ‘U bent ondernemer en u wordt in de hoek gedrukt door deze meneer en wij weten niet of deze meneer wel gelijk heeft.’ Wat een tijd.

Stop vandaag nog met de zonnebank

Beste Hugo, tijdens dit gesprek werden beelden van u getoond, waarin u toegaf regelmatig in het tosti-ijzer te liggen. U werd medestander van de zonnebankbranche genoemd. Dat is toch pijnlijk? Als minister van Volksgezondheid ben je er om de volksgezondheid te beschermen. Om artsen en wetenschappers te steunen die daar ook voor opkomen en onzinverhalen ontkrachten die tot ziekmakend gedrag kunnen leiden. Om te strijden tegen kanker. Maar dat kunt u niet, omdat u er niet vermoeid wil uitzien.

Mijn advies: slaap wat langer, doe aan yoga, mediteer, neem af en toe een massage en smeer u desnoods in met een bruiningscrème zonder rotzooi. Stop vandaag nog met het bezoek aan de zonnebank, maak dat publiekelijk bekend en ga praten met wetenschappers die verstand hebben van huidkanker. Dank.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Composteerbaar klinkt leuk, maar je bewijst het milieu er geen dienst mee

TeunColumns & verhalen

Stel je hebt een kinderfeestje of een picknick in het park en je wilt een beetje verantwoord uit de hoek komen. Dan zou je je zomaar aangetrokken kunnen voelen tot bekertjes, bordjes en messen die zijn gemaakt van bioplastic – dus niet van aardolie, maar van bijvoorbeeld mais of rietsuiker.

‘100 procent composteerbaar’

Geen fossiele brandstoffen, dus goed voor het milieu. Vaak worden ze ook nog aangeprezen als ‘100 procent composteerbaar’. Dat is helemaal mooi want dan vergaan ze dus vanzelf, net als blaadjes, eierschalen en groenteschillen. Geen zwerfvuil en geen plasticsoep dus. Met die gedachte zou je zelfs in de verleiding kunnen komen het hele composteerbare servies na de picknick gewoon in de bosjes te mikken.

Precies dat vertelde een verkoper van composteerbare wegwerpregenjassen –hoe bedenk je het – mij aan de telefoon: dat je de plastic jasjes na gebruik gewoon in de berm zou kunnen slingeren. Ze zouden vanzelf ontbinden in factoren.

Flauwekul

Dat is niet alleen asociaal, maar ook flauwekul. Al die composteerbare producten – dit geldt ook voor de verpakkingen van bioplastic die je wel in de supermarkt aantreft – vergaan niet vanzelf in de vrije natuur. Het is gewoon zwerfvuil dat de natuur ontsiert en waar vogels en andere dieren in kunnen stikken.

Ook op de eigen composthoop in de tuin vergaat het spul niet goed. Bedrijven zien het begrip ‘composteerbaar’ kennelijk anders dan de argeloze consument. Hun verpakkingen composteren onder normale omstandigheden niet zoals tuinafval en groente- en fruitresten.

Slechts in theorie composteerbaar

Maar vanwaar dan die claim ‘100 procent composteerbaar’? Dit is een beetje gek. Bedrijven die deze claim hanteren, baseren zich op een Europese norm die zegt dat een product binnen twaalf weken moet vergaan in een professionele compostinstallatie. Waar die twaalf weken vandaan komen, is volstrekt onduidelijk. Hier in Nederland draaien die compostinstallaties bijvoorbeeld helemaal niet zo lang. Een cyclus waarin van groente- fruit- en tuinafval compost wordt gemaakt, is vier tot zes weken lang. Dan is het zwarte goud klaar om over de tuin te worden gestrooid.

De industrie werkt dus met een norm die niet aansluit op de praktijk. Hun verpakkingen zijn in de theorie composteerbaar, maar in de praktijk niet. Je moet ze dus ook niet bij het gft aanbieden. De afvalverwerkers verbranden de bioplastics. Dat weten die fabrikanten zelf ook wel, maar als ze klanten een goed gevoel kunnen geven en er zelf geld aan kunnen verdienen, waarom zou je dan slapende honden wakker maken?

Neem je eigen beker mee

Veel bedrijven hebben verantwoorde, composteerbare koffiebekertjes. Wij bij de omroep ook. We doen ze in een aparte afvalbak en ze worden gescheiden aangeleverd. Voor het televisieprogramma De Monitor, dat maandag wordt uitgezonden, onderzochten we wat ermee gebeurt. Wat blijkt? De afvalverwerker gooit de zorgvuldig gescheiden bekertjes bij het restafval en verbrandt ze.

Het kan nog erger: de Rijksoverheid denkt haar afbreekbare bekertjes – 85 miljoen per jaar! – op een verantwoorde manier te laten verwerken. Er zou wc-papier van worden gemaakt. Maar wat blijkt nu? Ze gaan gewoon de oven in. Volgens afvalverwerker Renewi omdat de bekers ‘te vies’ zijn. De overheid is geschokt door deze ontdekking en wil nog niet op het nieuws reageren, omdat het nog ‘te vers’ is.

Composteerbaar klinkt leuk, maar je hebt er weinig aan. Neem allemaal een eigen beker mee naar je werk, gebruik hem jaren en je bewijst het milieu pas echt een dienst.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal

Bij Jinek: over het ketodieet en wat te doen aan Teuns ‘iele armpjes’

TeunIn de media

Teun van de Keuken ketodieet Jinek

In 2020 test Teun een maand lang steeds een ander dieet uit. Hij startte het jaar met het ketodieet. Bij Jinek vertelt hij erover en geeft hij prijs wat zijn volgende dieetproject zal zijn.

Na een maand keto’en, waarbij koolhydraten zoveel mogelijk gemeden worden, had Teun voor de uitzending net voor het eerst weer friet gegeten. Het frietje oorlog, ‘een hele goede’, voelde nu echter als een baksteen op de maag. ‘Als een waanzinnige’ had hij de hele bak leeggegeten, zijn jongste dochter was pas bezig met haar tweede frietje.

Voor zijn volgende dieetpoging gaat er gesport worden. Er moet nu namelijk ook iets gebeuren aan de ‘iele armpjes’ van Teun. Dat wordt een opgave, want Teun zegt nooit echt plezier te hebben ervaren aan het sporten. Maar tijdens het sportdieet zal hij toch echt zes dagen per week moeten sporten…

Lees en kijk verder

Lees hier meer over Teuns ervaringen met het ketodieet.

Lees hier meer over Teuns ervaringen met het sportdieet.

En bekijk hier het fragment terug op de website van Jinek (6 februari 2020).

Afbeelding: Screenshot uitzending Jinek van 6 februari 2020

Deel dit bericht