De Dutch Greenwashing Award gaat naar Albert Heijn dat zich gedurende een langere periode heeft bewezen als uitblinker in groenwassen

TeunColumns & verhalen

Screenshot van de Albert Heijn-website over de lancering van AH Terra, een nieuwe lijn plantaardige producten

Albert Heijn krijgt dit jaar de Dutch Greenwash Award voor de uitzonderlijke prestaties die de supermarktketen de afgelopen jaren heeft geleverd op het gebied van groenwassen: zich duurzamer, groener en verantwoorder voordoen dan ze is. Hoe goed die groenwasoperatie werkt, zien we al jaren aan het succes van AH bij de Sustainable Brand index.

Sustainable Brand Index

Ieder jaar onderzoekt dit Zweeds bureau welke supermarkt als duurzaamst wordt beschouwd. Vorig jaar won Albert Heijn voor de zesde keer! Nu zegt deze prijs gek genoeg niks over duurzaamheid, want het bureau doet geen onderzoek naar het assortiment of de milieu-aanpak van de supermarkt, maar alleen naar de consumentenbeleving.

En wat blijkt? De grootste en bekendste supermarkt, die in reclame-uitingen de groenste jongen uithangt, werd keer op keer als ‘meest duurzame supermarkt’ gezien. Let wel: ‘volgens consumenten’. Na de winst werd het succes steevast breed uitgemeten, waarmee het een soort self fulfilling prophecy werd: U denkt dat wij groen zijn, daarom krijgen wij een groene prijs en als we die tonen denkt u nóg meer dat we groen zijn. De jury kijkt er met ontzag naar.

De jury was ook buitengewoon onder de indruk van de ‘beter voor’-campagne . Op tal van producten verscheen een rond groen logootje dat heel erg leek op een keurmerk (maar een eigen promotiebeeldmerk was) met daarop bloemen, een dier, een boer met een hooivork en vogels. Idyllisch. Daarbij de tekst: ‘beter voor de koe (als het om rundvlees ging), natuur & boer.’ Na onderzoek, Keuringsdienst van Waarde maakte er een uitzending over, bleken de producten noch beter voor de natuur, noch voor het dier: juist regulier vlees met 1 ster Beter leven kreeg het stickertje, terwijl biologisch vlees, dat echt beter voor natuur en dier is, ervan verstoken bleef.

AH Terra

En nu hangen er posters in de stad met een foto van verschillende vleesvervangers met daarbij de tekst: ‘Probeer het voor de Plantaardigheid een keer. Terra.’ Dat is, lees ik op de site: ‘een nieuwe eigen-merklijn van zo’n 200 plantaardige producten, waarvan 58 nieuwe.’ Marit van Egmond, ceo van Albert Heijn: ‘Door voorop te lopen in de eiwittransitie en ons assortiment met plantaardige eiwitten uit te breiden, bieden we onze klanten de mogelijkheid om bewuste en duurzamere keuzes te maken.’

Nieuwsgierig liep ik een AH in. Terra kon ik nauwelijks vinden, maar wel heel veel, regulier vlees in de bonus. Om een echte eiwittransitie tot stand te brengen moet dat stoppen. Ook zou je minder met vlees moeten stunten in folders. Met 58 nieuwe vlees-en zuivelvervangers kom je er niet.

Superlijst Groen

Deze week kwam de Superlijst Groen uit, een onderzoek van Questionmark naar de duurzaamheid van supermarkten. Albert Heijn staat op een derde plaats, na Lidl en boven Jumbo. AH is goed in rapporteren en heeft mooie ambities maar de inzet voor de eiwittransitie kan echt nog veel beter. Door zich meer op de eigen borst te kloppen, dan echt te vergroenen is Albert Heijn een waardig winnaar van deze prijs.

Noot voor de redactie: de Dutch Greenwashing Award wordt op onregelmatige basis uitgereikt aan bedrijven die zich gedurende een langere periode bewezen hebben als uitblinkers in groenwassen. De jury bestaat uit Teun van de Keuken.

Afbeelding bovenaan: Screenshot van de Albert Heijn-website over de lancering van AH Terra, een nieuwe lijn plantaardige producten

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

In Trouw: met zangeres Lakshmi naar de A12 voor Extinction Rebellion

TeunIn de media

Asfalt met erop een witte pijl die omhoogwijst

In Trouw is een lang dubbelinterview te lezen met Teun van de Keuken en Lakshmi. Ze praten over hun inzet voor de idealen van Extinction Rebellion, demonstreren op de A12, en het voortbestaan van al wat leeft op aarde.

Solidariteit met de underdog

Teun legt uit dat zijn journalistieke werk niet in tegenspraak is met demonstreren. ‘Alsof je in dit vak niet altijd op z’n minst een beetje subjectief bent. Mijn programma’s zijn allemaal gemaakt vanuit een zekere solidariteit met de underdog. Me uitspreken over de klimaatcrisis is dus niet in tegenspraak met – maar eerder de uitkomst ván mijn journalistieke werk. Ik heb genoeg reportages gemaakt en naar wetenschappers geluisterd om te weten dat we bezig zijn de boel te verkloten. De aarde warmt veel te snel op.’

IJdelheid

Na een column in de Volkskrant, ‘Bij Extinction Rebellion moet je door de BN’ers heen kijken‘, kreeg Teun een uitnodiging van schrijfster Maartje Wortel om eens naar een bijeenkomst van Extinction Rebellion te komen. Daar, in de Tolhuistuin in Amsterdam, werd hij overtuigd om mee te doen met acties. Er was ‘een omdraaiing in mijn denken in gang gezet’.

Teun overwon zijn angst voor ijdel te worden versleten. ‘Was ik in feite niet nóg ijdeler als ik zou wegblijven bij een demonstratie omdat ik niet herkend wilde worden?’

Volgens mij kan je beter proberen de wereld beter te maken en af en toe te falen dan roepen dat je het al lang hebt opgegeven en niets je nog ene moer kan schelen.

Teun van de Keuken over het hypocrisieverwijt

Lees het interview in Trouw

Lees hier op de website van Trouw het hele interview dat Arjan Visser had met Teun van de Keuken en Lakshmi.

Afbeelding van joffi via Pixabay

Deel dit bericht

Voorlichtingscampagnes over goede voeding hebben niet zo veel zin; laten we liever het aanbod in supermarkten gezonder maken

TeunColumns & verhalen

Voorlichtingscampagnes over voeding werken niet, een gele appel kijkt verbaasd naar een verschrikte venkelknol

‘Goh’, dacht ik toen ik twee weken geleden de resultaten van het CBS-onderzoek naar gezonde voeding las. Ik stootte de klank zelfs uit toen ik het bericht las: ’Goh!’ Het was een cynische goh, maar of je dat kon horen weet ik niet. Wel keek mijn vrouw verbaasd op van haar breiwerkje. ‘Wist je dat Nederlanders graag gezonder willen eten, maar dat ze daar niet in slagen? Dat heeft het CBS onderzocht.’

Gezonder willen eten

Ze luisterde al niet meer. 36 procent van de volwassenen zou graag gezonder willen eten. Bijna de helft laat zich af en toe door anderen overhalen om iets ongezonds te eten en 39 procent vindt het zelf moeilijk om ongezond eten te laten staan. De cijfers lijken me wat laag, maar verder: ‘Goh.’

17 procent van de mensen zegt dat de prijs de grootste belemmering is om gezonder eten te kopen. Ook dit verbaast me niet. Ongezond rommelvoer, gemaakt van goedkope ingrediënten als suiker, zout en vet is goedkoop en gezond eten is duurder. Als je weinig geld hebt, kies je eerder voor iets wat vult dan iets wat voedt.

Ongezond eten

Problematisch is het wel. Kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen en lage opleiding brengen gemiddeld vijftien jaar van hun leven meer in slechte gezondheid door en sterven zes jaar eerder. Uit het onderzoek blijkt verder dat ruim de helft van de mensen het vooral moeilijk vindt om ‘nee’ te zeggen tegen ongezond eten als zij met anderen zijn die ongezond eten en bijna de helft vindt het moeilijk om ongezond eten laten staan bij stress.

Laten mensen die in armoede leven nu én veel meer stress hebben en in een veel ongezondere omgeving leven dan mensen met geld. In armere wijken zijn twee keer zoveel ongezonde zaken als in gegoede buurten.

Voorlichtingscampagnes veroordelen

Hoe helpen we mensen in armoede gezonder te eten en gezonder te worden? Niet door overheidsvoorlichting blijkt uit het promotieonderzoek van Tim van Meurs van de Erasmus Universiteit. De lager opgeleiden voor wie de campagnes bedoeld zijn, wantrouwen de instituten die de adviezen geven, ervaren ze als betuttelend en als een aanval op hun keuzevrijheid: ‘Een grote groep Nederlanders ziet de huidige adviezen over goede voeding eerder als een veroordeling, dan als hulpmiddel. Keer op keer krijgen zij te horen dat ze op een verkeerde manier eten.’

Bovendien sluiten de adviezen van linksdraaiende hbo’ers of academici vaak niet aan bij de belevingswereld van de mensen die gestimuleerd moeten worden gezondere keuzes te maken. Lees hierover ook het fantastische boek Beledigende broccoli, van Tim ’S Jongers

Voorlichten, stimuleren en gezondheidslabels op verpakkingen hebben weinig zin. Het probleem is dat 80 procent van het aanbod in de supermarkt ongezond is. Hetzelfde geldt voor de aanbiedingen. Ook het overgrote deel van de reclamegelden gaat naar ziekmakend rommelvoer. Als de omgeving grotendeels ongezond is en promotie ervoor ook, dan ‘creëer je een sociale norm waarin ongezond normaal is’ aldus Sebastiaan Aalst van Food Cabinet. Gezond wordt dan abnormaal.

Stop met al die voorlichting en maak de omgeving gezonder

Als het dan ook nog eens duurder is en je door stress niet de tijd hebt rustig over een voedzaam maaltje na te denken, dan is de keuze snel gemaakt. Stop met al dat voorlichten en maak de omgeving gezonder. Laten we om te beginnen die ongezonde 80 procent gezond maken.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Laten we ophouden nieuwe spullen te kopen; dan hoeven ze ook niet gemaakt te worden

TeunColumns & verhalen

Stop de Spullencyclus, afbeelding van een verdrietige Kermit met twee tassen in zijn hand en 200 euro

In de discussie over fossiele subsidies wordt vaak geroepen dat al die vervuilende industrie ook heel belangrijk is. Die maakt spullen die we allemaal gebruiken en nodig hebben. Kijk maar in je huis wat daar allemaal staat. Allemaal producten van de ‘maakindustrie’(dit woord komt pleonastisch op mij over, maar is me toch dierbaar).

Voor mij geldt dat ook. Ik houd van spulletjes, gadgets en mooi kookgerei. Vaak belet mijn vrouw mij het kopen, door te zeggen dat iets ‘eigenlijk niet nodig is’. Dan wacht ik een aantal maanden om te zien of de kriebel die er aanvankelijk was, toen ik het object van begeerte naar me zag lonken in een etalage of een reclame, er nog is. Het verlangen was bij die eerste ontmoeting bijna fysiek: ik moést die pan, dat mooie opschrijfboekje of de bloedgeile nieuwe telefoon hebben.

Begeerte slijt

Vaak werkt het wachten goed. Begeerte slijt. Zeker de helft van de spullen die ik wilde kopen, koop ik uiteindelijk niet. Maar zodra het ene verlangen is gedoofd, steekt er een nieuw de kop op. Er zijn weer nieuwe glimmende spulletjes op de markt die naar mijn aandacht hengelen: ‘Ik ben nieuw, nieuw, nieuw, neem mij!’ De cyclus houdt nooit op. Constant moet ik mijzelf in bedwang houden.

De meeste spullen zijn ‘eigenlijk niet nodig’

Mijn vrouw heeft natuurlijk gelijk. De meeste spullen zijn ‘eigenlijk niet nodig’. Koop, bijvoorbeeld voor de keuken, een paar echt goede messen en pannen, onderhoud ze goed en je kunt er bijna een leven lang mee vooruit. Maar we zijn rusteloos. Alle apparaten heb ik in mijn leven als consument (dus in mijn hele leven) groot en klein en weer groot zien worden.

Telefoons werden van bakstenen schattige opvouwbare kiezels naar weer enorm. Koptelefoons verdwijnen onzichtbaar in de oorschelp of zijn gigantische exemplaren die je draagt als een bouwvakker met een drilboor. Voortdurend komen er producten op de markt die beter zijn dan de vorige. Tv’s gingen van zwartwit naar kleur, naar HD naar HD ready, naar 4k. Laptops en mobieltjes kunnen dingen die ze eerst niet konden. Maar misten we die dingen? Natuurlijk niet. We wisten niet dat we ze wilden.

Fabrikanten en marketeers weten wat wij willen voordat we het zelf in de gaten hebben. We dachten gelukkig te zijn met het oude, tot het nieuwe op de markt kwam. Hoe mooi, hoe handig, we willen het! We denken misschien zelfs eindelijk gelukkig te worden van de nieuwe spullen. Dat is natuurlijk niet zo, maar proberen gelukkig te worden is moeilijker dan iets te kopen. Dus dempen we onze onrust met een aankoop, die alweer oud is als we hem hebben aangeschaft. Er verschijnt meteen iets nieuws en beters dat wij dus niet hebben.

Eindige grondstoffen

Laten we deze cyclus stoppen en de existentiële gaten in onze ziel op andere manieren proberen te vullen. Dan worden wij gelukkiger, kan de industrie minder produceren, worden er minder minder delfstoffen gebruikt en wordt er minder brandstof verstookt. Veel van die nieuwe spullen, die onweerstaanbaar zijn als ze eenmaal zijn gemaakt en gemarket, zijn namelijk eigenlijk niet nodig. Laten we ouwe spullen weer repareren! En de economie dan, die alleen draait als we elk jaar meer produceren? Met eindige grondstoffen is dit model onhoudbaar. Daarvoor moeten we iets anders verzinnen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Hoe kom je in drie zinnen van ‘Hi Teun’ via een typering van de tijdgeest naar een proefpakket voor biologische thee?

TeunColumns & verhalen

Vier theezakjes op een rij

In mijn mail zit een bericht van een man. Laten we hem om privacy redenen Marco noemen. Ik ken Marco niet, maar hij mij kennelijk wel, want hij heft zijn mailtje amicaal aan met ‘Hi Teun’. Daarna valt hij met de deur in huis: ‘Dit is het tijdperk van bezinning.’ Waar heb je het over, Marco die ik niet ken? Waarom vul je mijn mailbox met analyses van ons tijdgewricht? Of hebben we dronken in het café zitten ouwehoeren over filosofie en geschiedenis en wil jij het inzicht met me delen dat zich vanochtend tegelijk met de kater aan je openbaarde? Als dat zo is ben ik het (en jou) compleet vergeten. Sorry, man.

Bezinning in een kopje thee

De mail gaat verder. Na een zin over duurzaamheid, zingeving en gezondheid begint Marco over een theemerk. Het is fantastisch, bezinning in een kopje. Marco is er zo enthousiast over dat hij mij gratis een proefverpakking met drie verschillende smaken aanbiedt. Wat is dit voor gast? Hoe kom je in drie zinnen van ‘Hi Teun’ via een typering van de tijdgeest naar een proefpakket voor biologische thee?

Als ik ook iets over deze tijd mag zeggen, dan stel ik vast dat Marco lijdt aan twee kwalen van nu: een gebrek aan focus en een veel te grote ontvankelijkheid voor spullen.

Jij geeft niets om bezinning

De eerste zin van je mail intrigeerde me, Marco. Waaraan merk je dat we van een jachtig tijdsgewricht dat draaide om succes en materiële zaken zijn overgegaan naar een spirituele fase in de geschiedenis waarin we meer nadenken over onze plaats in de schepping? Ik was bereid mij open te stellen voor jouw analyse en verrast te worden. Maar dan sla je mij in het gezicht met je aanbieding voor biologische thee! Dan ben je dus puur materieel bezig.

Heb je misschien zelfs financiële belangen in deze thee-onderneming, Marco? Misschien gebruik je je filosofietjes alleen maar om het gesprek te starten om vervolgens keihard reclame te maken. Jij geeft niets om bezinning.

Yogi Tea met meer dan zestig smaakmelanges

De rest van de mail gaat alleen nog over de thee. Ik lees dat het merk avant-gardistisch is, op ayurvedische leest is geschoeid, authentieke ingrediënten bevat die voor een pure smaakbeleving zorgen en ongeëvenaard de lekkerste is. Dat het niet alleen lekker smaakt, maar ook goed is voor de body. Dat het theemerk zijn missie ademt. Dat alle theemelanges een exotisch tintje hebben en een heilzame uitwerking hebben op geest en ziel. Dat het merk met plezier de groeiende vraag naar meer variatie beantwoordt met meer dan zestig verschillende melanges en dat dit het eerste theemerk was dat op het label van een theezakje een mooie spreuk toevoegde: ‘Een hartverwarmende opkikker.’

Je mag je Yogi Tea houden

Hi Marco, in een tijd van bezinning zou er geen groeiende vraag naar meer variatie bestaan en zou je die zeker niet beantwoorden met meer dan zestig smaakmelanges. Dan hoefden we niet steeds meer en nieuw en anders, maar zouden we tevreden zijn met één of twee. In een tijd van bezinning zouden we zeker geen mooie spreuk op ons theezakje willen. In tijd van bezinning zouden we een goed gesprek kunnen hebben zonder dat je me iets probeerde te verkopen Jammer, Marco. Je mag je Yogi Tea houden.

In tijd van bezinning zouden we een goed gesprek kunnen hebben zonder dat je me iets probeerde te verkopen Jammer, Marco. Je mag je Yogi tea houden.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

‘De overheid moet ook meer doen’, is een heel raar zinnetje in een voorlichtingsfilmpje van de overheid

TeunColumns & verhalen

Een groene wereldbol wordt vastgehouden door een vrouwenhand met natuur op de achtergrond

Op televisie wordt een heel lieve overheidsspot uitgezonden die ‘Zet ook de knop om’ heet. Een vader, ouwe witte man met grijs haar en stoppelbaardje, type sympathieke boomer, is nogal sceptisch als hij op televisie rampberichten over het klimaat ziet. ‘Klimaat, lastig hoor’, zucht hij. Zijn dochter spreekt hem bestraffend maar liefdevol toe: ‘Pap, serieus, we moeten allemaal meer doen. Anders verandert het leven op aarde voorgoed.’

Overheidsspot ‘Zet ook de knop om’

‘De overheid moet ook meer doen’

We zien beelden van overstromingen en bosbranden. De dochter houdt met een vriendinnetje een spreekbeurt waarin zij zegt dat ondernemingen nóg duurzamer kunnen ondernemen. Haar vriendinnetje vult aan: ‘De overheid moet ook meer doen’, en zij gaat weer verder met ‘Precies! En wijzelf ook natuurlijk.’

Hierna belanden we in zo’n typisch gemoedelijk preapocalyptisch voorlichtingsfilmpje uit de jaren negentig, waarin we werden opgeroepen spaarlampen te gebruiken en de kraan niet te laten lopen tijdens het tandenpoetsen. Druppels die wij als burgers en consumenten op een steeds heter wordende plaat moeten gooien om een immens probleem aan te pakken.

‘De overheid moet ook meer doen’, is een heel raar zinnetje in een voorlichtingsfilmpje van de overheid. Is de overheid nu via overheidspropaganda de overheid aan het aansporen klimaatvriendelijker te handelen? Is dat een efficiënte besteding van publieke middelen? Is het niet handiger als de minister even naar zijn ambtenaren loopt om ze tot duurzamer beleid aan te zetten?

‘En wijzelf natuurlijk ook’

Ook wordt de overheid wel heel snel afgehandeld. Na het vreemde zinnetje pakt onze jonge protagonist meteen over met ‘En wijzelf natuurlijk ook’. De overheid is genoemd, die moet ‘meer doen’ en daarna hoeven we het er niet meer over te hebben. De olifant kan de kamer uit. Maar wat is dat meer? Wat moet de overheid doen? Als je dan via de tv met je ambtenaren communiceert, wees duidelijk. Meer wat?

Daar wil de overheid het liever niet over hebben. Het gaat erover wat wij moeten doen: ‘Anders omgaan met energie, anders omgaan met spullen, anders reizen en anders eten.’ Gezemel, gerommel in de marge, lief hobbyisme uit een tijd dat de situatie nog niet zo ernstig leek. Dat weet de overheid zelf ook.

Fossiele subsidies

Volgens recent onderzoek geeft ze 37,5 miljard aan fossiele subsidies. Dat is meer dan de 35 miljard die het kabinet voor klimaatmaatregelen heeft gereserveerd. Wat moeten wij dan nog met onze goede gedrag? Natuurlijk kun je over die 37,5 miljard discussiëren. Wat valt precies wel onder subsidies en wat niet? Maar stel dat je met een ander uitgangspunt op 20 miljard euro uitkomt? Dan is het nog steeds krankzinnig.

De overheid zorgt ervoor dat grootverbruikers van energie honderd keer minder energiebelasting betalen dan kleine middenstanders en burgers. Op vliegtuigkerosine en brandstof voor de scheepvaart wordt geen accijns geheven en op vliegtickets geen BTW. Ook de productie van kunstmest is accijnsvrij.

Anders reizen? Vliegen wordt goedkoop gehouden door de overheid en het openbaar vervoer wordt nauwelijks gesteund. Anders eten? De biologische landbouw die geen (gesubsidieerde) kunstmest gebruikt is alleen daardoor al duurder. Anders met energie omspringen? En Tata en Shell dan, die zo veel minder voor hun gas betalen dat ze het lachend kunnen laten lopen? Die kleine lieve schattige aanpassingen in ons leven zullen heus wel iets opleveren, maar de overheid moet inderdaad meer doen. Veel meer. Wij zijn niet gek.

Afbeelding: Annette via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Stop met dat bedrijfje spelen en behandel de NS als een openbare nutsvoorziening

TeunColumns & verhalen

Een trein van NS staat stil op Amsterdam Centraal Station

Als consument heb ik een innige relatie met de klantenservice van bedrijven. Is een product niet bezorgd, kapot of snap ik het niet, dan bel ik de helpdesk. Problemen met rekeningen of verhoogde tarieven? Even de telefoon pakken. Hoewel even? Van keuzemenu’s tot verkeerde afdelingen en drukte die momenteel langer dan normaal is: het kan eindeloos duren voor je de juiste persoon aan de lijn hebt.

Chatbots zijn behoorlijk dom

Dat is frustrerend. Ook voor de bedrijven zelf. Die willen daarom het liefst helemaal niet meer met ons telefoneren. In een stuk in de NRC las ik dat veel bedrijven telefoonnummers verstoppen en chatbots naar voren schuiven. Dat zijn computers die Laura of Frank heten. Ze zijn behoorlijk dom, snappen je vraag niet en verwijzen je naar informatie op de site waar je niet om hebt gevraagd. Gelukkig kun je ook chatten met echte medewerkers.

Dure treinkaartjes bij NS

Ik besloot mijn geluk te beproeven bij de NS. Al jaren ben ik klant van dit bedrijf, dat ik niet helemaal een echt bedrijf vind, omdat het volledig staatseigendom is. Economen vinden dat vast dom van mij. NS- directeur Wouter Koolmees ook. In deze krant verantwoordde hij zijn salaris van 490 duizend euro: ‘We hebben veel complexe logistieke systemen. Die worden op een bedrijfsmatige manier gerund’.

De NS wil volgend jaar de treinkaartjes duurder maken met een inflatiecorrectie én een paar procent daarbovenop. Ook zou Koolmees de tarieven in de spits willen verhogen om de treinen dan leger te krijgen. Hij snapt niet waarom mensen juist in de spits willen reizen: ‘Het lijkt alsof reizigers denken: als ik naar kantoor ga, dan wil ik ook echt om half negen op de zaak zijn. Om maar te laten zien dat ze nog echt aan het werk zijn.’ Dit zegt meer over Koolmees dan over zijn klanten.

Prijsverhogingen zonder verbetering van service

Na een vruchteloze sessie met virtueel assistent Jens van de NS over de prijsverhogingen van treinkaartjes, vroeg hij mij of ik een echte medewerker wilde spreken. Dat wilde ik. Bijna twee uur later had iemand ‘Dat komt door de inflatie en verhoogde kosten’ getikt. Ik antwoordde: ‘De prijsverhoging is bovenop de inflatie. Paar procent erbij. Terwijl de service niet wordt verbeterd.’ Tien minuten later: ‘Goedenavond, ik neem de chat over. Als ik je goed begrijp wil je weten waarom de prijzen verhogen.’ ‘Ja.’ Na een stilte van een uur en tien minuten appte ik weer: ‘Hallo. U heeft de chat overgenomen en ruim een uur niets geantwoord.’

Vijfentwintig minuten later had weer iemand anders de chat overgenomen: ‘Als ik het goed begrijp, ben je het niet eens met de prijsverhogingen?’ Ik legde nogmaals uit dat ik prijsverhogingen zonder verbetering van de service niet begrijp. De medewerker antwoordde: ‘Mijn excuses voor de slechte service die je hebt ervaren. Ik zou hierover een klacht willen indienen zodat we onze service verbeteren en ook een beter product leveren.’ Na ruim vier uur ben ik murw gebeukt.

‘NS, stop met dat bedrijfje spelen’

Als dit een voorbeeld is van de bedrijfsmatige aanpak van de NS, dan ben ik niet enthousiast. Stop met dat bedrijfje spelen en behandel de NS als een openbare nutsvoorziening, die mensen helpt die op het OV zijn aangewezen. Kies voor het klimaat en jaag mensen niet de auto in. Stel een directeur aan die de reizigers begrijpt. Voor een normaal salaris.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Afbeelding: 2427999 via Pixabay

Deel dit bericht

Samenleven en compassie zijn er door jaren neoliberaal bestuur uit geramd. Alles draait om verdienen en uitgeven.

TeunColumns & verhalen

Kermit heeft briefjes van honderd euro in zijn ene hand en tassen in de andere hand, is gaan winkelen, in een neoliberale wereld draait het om geld verdienen en uitgeven

Zo’n twintig jaar geleden begon het grote afschuiven van verantwoordelijkheden van bedrijven naar consumenten. Ik herinner me hoe we televisieprogramma’s maakten over de erbarmelijke werkomstandigheden in de chocolade-industrie. We filmden mensen (kinderen) die waren geronseld om te werken op cacaoplantages, niet betaald kregen en gedwongen werden te werken. Volgens de definities van de Verenigde Naties was er sprake van gedwongen (kinder-)arbeid en moderne slavernij.

‘De consument wil het!’

We vroegen de fabrikanten hoe dit mogelijk was. Konden ze hun waar niet op een eerlijke wijze maken? Hun antwoord was altijd dat de consument (nooit ‘consumenten’, maar altijd ‘de consument’, als één anoniem, maar toch solide blok met dezelfde wil) dit nu eenmaal wilde. Als die geen moderne slavernij wilde, dan zou hij de door slechte arbeidsomstandigheden bezoedelde waar niet kopen.

Dit veronderstelt overigens dat consumenten van elk product weten hoe het is gemaakt en dat is niet zo is. Bedrijven namen dus zelf NUL verantwoordelijkheid voor de misstanden die met hun producten waren gemoeid. Als klanten afgehakte kinderhandjes wilden, dan zouden ze dat met liefde verkopen. De consument wil het!

Ik nam een advocaat in de arm om mij veroordeeld te krijgen

Ook ik was de consument. Als het dan allemaal mijn verantwoordelijkheid was, dan moest ik er ook maar voor boeten. Op een dag at ik eenentwintig repen chocolade en klaagde mezelf aan voor heling: producten kopen die op criminele wijze waren verkregen/vervaardigd (zowel in de landen van de cacaoplantages als in Nederland was deze moderne slavernij illegaal) is strafbaar.

Ik nam een advocaat in de arm om mij veroordeeld te krijgen en een getuige die gedwongen in de cacao-oogst in Ivoorkust had gewerkt, vertelde zijn verhaal in de Amsterdamse rechtbank. Het was indrukwekkend. Uiteindelijk oordeelde de rechter dat er inderdaad sprake was van moderne slavernij in de cacao-industrie, dat zowel bedrijven als consumenten daar verantwoordelijk voor waren, maar dat ik niet veroordeeld kon worden, omdat (uiteraard) niet bewezen kon worden dat de getuige de cacaobonen had geoogst die ik had opgegeten.

Inmiddels is het consumentdenken algemeen aanvaard. Demonstranten die zich tegen fossiele subsidies keren, worden steevast bevraagd op hun persoonlijke keuzes. Zijn ze wel brandschoon, of doen ze ook weleens dingen die de aarde geweld aandoen? In het laatste geval (wat altijd zo is) moeten ze hun mond houden.

Neoliberaal bestuur

Het idee dat (alleen al vanwege de effectiviteit) zaken op een grotere schaal aangepakt moeten worden, dat de grootste vervuilers niet in de watten moeten worden gelegd met gunstige financiële voorwaarden maar tot de orde moeten worden geroepen, dat er in de wereld meer is dan kopen en verkopen, dat we een samenleving vormen en dat we onze toekomst kunnen bepalen via maatschappelijke actie én politiek (herinnert u zich deze nog?!), lijkt volkomen weg.

Samenleven en compassie zijn er door jaren neoliberaal bestuur uit geramd. Als bedrijven gesteund moeten worden om winst te maken, moeten wij gestimuleerd worden om te consumeren. Alles draait om verdienen en uitgeven. Hoe meer, hoe succesvoller. We lijken inmiddels slechts consumenten, die voor verandering alleen nog kunnen stemmen met onze portemonnee. Maar we zijn zoveel meer. We zijn buren, ouders, kinderen, broeders en zusters, collega’s, vrienden, geliefden, landgenoten en wereldburgers. Samen kunnen we de geschiedenis op talloze manieren een andere kant op duwen om ook de kleine consumentjes een fijn leven te geven. Fijne vakantie!

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Vertrouw het feminisme van bedrijven niet

TeunColumns & verhalen

Reclame van Maltesers over werkende moeders die chocolade verdienen

Als consument ben ik dol op algoritmes. Op mijn sociale media krijg ik doorgaans alleen advertenties te zien voor producten waarvan mijn oude witte mannenhartje sneller gaat kloppen. Steeds hebben ze het bij het rechte eind. Naar volle tevredenheid heb ik fietstassen, schriftjes en sweaters gekocht, waarvan ik niet eens wist dat ik ze wilde hebben.

‘Maltesers steunt vrouwen’

Ik mag mezelf dan als een kritische consument zien (dan pakken ze je juist!), ook ik val direct voor de kracht van goede reclames. Nadeel van die algoritmes is dat je nooit te weten krijgt welke spullen mensen uit andere bubbels gaan kopen zonder dat ze wisten dat ze ernaar verlangden.

Maar daar kwam een paar dagen geleden verandering in, toen een advertentie van Maltesers per abuis door mijn bubbelwand heen was gedrongen: ‘Elke vrouw verdient steun om alle ballen in de lucht te houden.’ Het bleek te gaan over de uitdagingen waar moeders voor staan.

Maltesers is er voor werkende moeders

Ik bezocht de website van de chocoladeballetjesfabrikant die ‘samen de last verlichten op een (h)eerlijk, lekker luchtige manier’ propageert: ‘Voor werkende moeders kan het een onmogelijke taak zijn om de behoeften van het gezin in evenwicht te houden, goed werk te leveren op het werk en alles te doen wat thuis gedaan moet worden’.

Er worden tips gegeven als ‘omarm imperfectie’ en ‘vier de positieve punten’. Verder wijst de chocoladefabrikant partners, familie en vrienden, managers en collega’s aan als hulpbronnen om de last te verlichten. Reuze mooi en sympathiek, maar wat hebben chocoladeballetjes hiermee te maken?

Chocola voor moeders die ten onder dreigen te gaan

Nadere research wijst uit dat er vaker een link wordt gelegd tussen chocola en moeders die ten onder dreigen te gaan in de hectische maalstroom van werk, opvoeding, huishoudelijke taken, een druk sociaal bestaan en een opwindend seksleven. Om dat allemaal vol te houden hebben ze ‘een moment voor zichzelf’ nodig.

Welverdiend en vaak met chocola: ‘Vooral als moeder, wanneer je lange tijd alle ballen in de lucht moet houden, is het goed om mama me-time te gaan nemen en dingen te doen waar je blij van wordt’. ‘Stap uit de vicieuze cirkel van dagelijkse verplichtingen, gewoontes en haast met onze speciale tijd voor jezelf- chocoladecadeaus.’ En: ‘Alleen maar huishouden, gezin, werk, sport en geregel. Waar is dat momentje met die reep chocolade nou gebleven??’

Bananen voor moeders

Het begrip voor de drukke moeders die niet aan zichzelf toekomen is groot. De oplossing komt meestal in cacaovorm, maar kan, volgens Chiquita, ook een banaan zijn: ‘Moeders cijferen zichzelf weg en zetten zich in voor het welzijn van anderen. Ze hebben veel gemeen met bananen – ze zijn praktisch, kunnen elke situatie aan en maken ons gelukkig. Ze houden alle ballen in de lucht – zetten zich honderd procent in voor werk en gezin – en vergeten toch nooit een verjaardag’.

De feministische handschoen van het grootkapitaal

Het is ontroerend hoe het grootkapitaal de feministische handschoen oppakt. Tussen alle hectiek tien minuten met een kop thee, een reep of een banaan en je kunt er weer tegenaan. Een verdomd me- momentje! Ga toch weg. Een kapitalistische oplossing in een systeem dat duidelijk niet ten faveure van vrouwen (laat staan moeders) werkt. Bedrijven varen hier wel bij, maar als we de positie van de vrouw willen verbeteren zijn radicalere veranderingen nodig. Dat zoethoudertje houdt de ongelijkheid alleen maar in stand.

Afbeelding: Screenshot van de website van Maltesers over de besproken campagne ‘Samen de last verlichten’

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Stop de spaarprogamma’s van luchtvaartmaatschappijen

TeunColumns & verhalen

Het loont om te vliegen bij de spaarprogramma's van de luchtvaartmaatschappijen

De spaarprogramma’s van luchtvaartmaatschappijen zoals Frequent flyers en Miles and More zijn pervers. Terwijl we minder moeten vliegen, zetten ze aan tot méér. Hoe vaker je in het vliegtuig stapt, hoe meer privileges je krijgt: extra beenruimte, kortere wachtrijen en upgrades. Veel vliegen kan je zelfs gratis vliegreisjes opleveren.

Het loont om te vliegen

Op de KLM-site leggen ze de experience points (XP)uit: ‘Elke keer dat u met KLM vliegt, krijgt u XP. Zodra u genoeg XP heeft verdiend, heeft u automatisch het volgende Flying Blue-niveau behaald en kunt u meteen van uw nieuwe voordelen genieten.’ Als je minder vliegt, loop je juist de kans op allerlei beloningen mis. Blijf dus vliegen!

Zelfs een korte vlucht naar Parijs of Londen, waarvoor je anders misschien de trein zou nemen, helpt om in de hoogste categorie te blijven, begrijp ik van de Flying Blue-medewerker met wie ik app: ’Indien u met KLM vliegt kunt u er zeker miles en XP mee verdienen.’

‘Dus het loont om te vliegen?’

‘Zeker. Met XP kunt u opklimmen in ons loyaliteitsprogramma en profiteren van vele voordelen.’

‘Zit er nog iets in het programma om het duurzamer te maken?’

‘Zeker. Bij Flying blue kunt u bij KLM Sustainable Aviation Fuel of CO2-compensatie afkopen bij iedere vlucht. Daarmee spaart u ook nog eens voor extra miles en XP.’

‘Dus je compenseert én je spaart miles en XP waarmee je misschien weer extra vluchten krijgt? Win win.’

‘Dat is inderdaad een win- winsituatie. Wij vinden het ontzettend belangrijk om hierover na te denken. Dankuwel dat u meedenkt aan onze moeder aarde:)’

In slaap gesust

Bert van Mourik van Natuur & Milieu vindt de situatie niet zo win-win: ‘Ze doen zogenaamd iets voor duurzaamheid, maar eigenlijk stimuleren ze daar meer vliegen mee.’

‘Dat is geen win-win-situatie?’

‘Het is een schijnvoorstelling, Meer vliegen is per definitie minder duurzaam dan minder vliegen. Je gaat meer vliegen en dus meer CO2 uitstoten. Dat wordt dan gecompenseerd door het planten van bomen die over dertig jaar de CO2-uitstoot weer opnemen en dan krijg je ook nog punten zodat je goedkoop weer een nieuwe vlucht kunt doen. Dat is de grootste onzin die er is.’

‘Bij Miles and More van Lufthansa kun je een Mindful flyer worden. Je compenseert de CO2-voetafdruk van je vlucht en steunt duurzame projecten die het klimaat beschermen. Als je de eerste keer hebt gecompenseerd, krijg je een digitale Climate supporter-badge, die je kunt delen op social media. Is dat wel goed?’

‘Dat is vooral goed voor Lufthansa en het vliegen zelf, dat op deze manier mooi in beeld komt. Er wordt de suggestie gewekt dat daar alles verantwoord gebeurt. Mensen worden ermee in slaap gesust.’

‘Is er een mogelijkheid dat je beter bezig bent voor het klimaat door te vliegen dan door niet te vliegen?’

‘Nee, die is er niet.’

‘Wat wil je dat er gebeurt met dit soort frequent flyer-programma’s?’

‘Ik zou graag zien dat ze verboden werden, want ze stimuleren gedrag dat slecht is voor het klimaat, ons leefmilieu en de geluidsbelasting voor omwonenden. Verbieden is lastig, maar in Duitsland worden die miles bijvoorbeeld als inkomen gerekend en moeten mensen daar inkomensbelasting op betalen. Zo’n aanpak lijkt me een minimum.’

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht