Als je een foutje maakt bij de verzekering van Samsung, kom je in een bureaucratische hel terecht

TeunColumns & verhalen

Een kapotte mobiele telefoon van Samsung met een pleister erop

Misschien ben ik er zelf te veel in gaan geloven. Zag ik mezelf niet meer als gewone consument, maar als een verheven versie daarvan. Iemand die haarscherp de listige trucjes van ‘Het Grootkapitaal’ doorziet. Een man die de kleine lettertjes niet meer hoeft te lezen, omdat hij die allemaal al kent. Dán pakken ze je. Dan hebben ze opeens andere, nog kleinere lettertjes die je doodvonnis kunnen betekenen. Niet voor niets was hybris zo’n belangrijk literair thema bij de oude Grieken. Met de held die zich verloor in vermetele overmoed, het lot tartte en het gezag van de goden negeerde, liep het slecht af.

Verzekering bij Samsung

Mijn telefoon was stuk. Omdat het duur was en ik alles kapotmaak, had ik het apparaat direct bij aankoop verzekerd op de site van Samsung. Ik liet het toestel per fietskoerier ophalen om het aan de andere kant van de stad bij het officiële servicepunt te laten repareren. Een dag later zat er een offerte in de mail. De reparatie was duur. Ik belde met Samsung om te vragen of die kosten direct uit de verzekering zouden worden betaald: ‘Dan moet u met Bolttech bellen.’ ‘Wie?’ ‘Bolttech, de verzekeraar.’

Samsung Care+ of Bolttech

Ik had nog nooit van Bolttech gehoord. Op de site heette het Samsung Care+. Ik belde. De medewerker leek geïrriteerd. Ik had het toestel niet naar het servicepunt mogen sturen: ‘U moet eerst een schadeclaim indienen en als die is goedgekeurd kan hij pas naar de reparatie. Als u de polis had doorgelezen dan wist u dat.’

‘Ik dacht dat de verzekering ook van Samsung was.’

‘In de polis ziet u dat het Bolttech is.’

‘Ik zie alleen Amtrust, een verzekeringsmaatschappij in Ierland.’

‘Als u verder leest ziet u ook Bolttech.’

‘Het heet Samsung Care+, dus ik dacht dat het van Samsung was.’

‘Samsung… Care plús, dat is dus niet Samsung. Het is een samenwerkingsverband.’

Ik diende de claim in, die snel werd goedgekeurd. Daarna mocht het toestel naar het servicepunt, waar het al lag. Ik mailde Samsung en hoorde twee dagen niks. Ik belde Samsung, legde uit dat de verzekering was goedgekeurd en dat het toestel op de plek lag waar het moest liggen. Ze konden aan de slag! De Samsungmevrouw dacht er anders over: ‘U heeft het toestel op een verkeerde manier aangemeld. Het enige wat u nu kunt doen is het óf ongerepareerd terug laten komen en opnieuw aanmelden, óf daarheen gaan en aanmelden met de verzekeringscode.’

‘Maar het ligt daar al.’

‘U heeft het verkeerd aangemeld.’

‘Kunt u het reparatienummer niet doorgeven aan de winkel?’

‘Nee. En u ook niet. Ze hebben geen telefoonnummer. Iedere keer als u ze belt, komt u bij ons uit.’

‘Wel vreemd, een telefoonwinkel zonder telefoon.’

‘We zijn ermee bezig een telefoonnummer te creëren.’

‘Geen zorgen, het komt goed’

Ik ben naar de winkel gefietst. Het personeel begreep het idiote van de situatie en stelde mij gerust: ‘Geen zorgen, het komt goed.’ Precies wat ik al die tijd had willen horen. Bij alle complexe systemen is er vaak maar één persoon nodig die menselijk is in plaats van bureaucratisch. Na een week kwam mijn toestel gisteren eindelijk thuis. Van mijn hybris is niks over.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Vattenfall doet aan groenwasserij met model Cara Delevingne en een flesje waternevel

TeunColumns & verhalen

Videostill van het in deze column besproken reclamefilmpje van Vattenfall met Cara Delevingne met de tekst: 'Industriële uitstoot, schoon genoeg voor op je gezicht'

Alle reclames gaan over heden en toekomst. Ze overtuigen je er eerst van dat je iets mist en bieden meteen de oplossing: koop ons product! Soms praten bedrijven expliciet over de toekomst met slogans als ‘Let’s make things better’, ‘Op weg naar 100 procent slaafvrij’ en ‘On the way to planet proof’. Dan zeggen ze: we zijn er nog niet, maar we doen ons best. Koop onze nog niet perfecte spullen vanwege onze goede intenties.

Cara Delevingne

Voor zo’n soort reclame heeft Vattenfall ‘model, actrice en klimaatvoorvechter’ Cara Delevingne weten te strikken. In een verwarrend spotje zien we hoe ze waternevel uit een flesje op haar gezicht spuit. Ze zegt: ‘Deze face mist is gemaakt met de uitstoot van fossielvrije waterstof. Waterstof kan voor een enorme omslag zorgen in hoe we industrieën van energie voorzien. Industriële uitstoot, schoon genoeg voor op je gezicht.’

Nu is dit geen reclame voor face mist maar voor Vattenfall. Wederom een bedrijf dat een niet-perfect product wil verkopen op basis van een stralende toekomst. Het filmpje sluit af met de woorden ‘Fossielvrij leven binnen één generatie’.

Chatten met Vattenfall

Maar hoe dan? Op de site vind ik weinig informatie, maar wel een chatmogelijkheid. Ik vraag:

‘Hoe worden jullie emissievrij binnen één generatie?’

‘Je spreekt met chatbot Nina. We willen een schonere, duurzamere wereld. Voor onszelf maar ook voor de generaties na ons. Daarom zorgen wij dat energie telkens groener wordt. Lees hier op onze site meer over onze 100 procent groene stroom. We wekken steeds meer duurzame energie op uit wind, zon en water. Totdat we volledig fossielvrij kunnen leven.’

Dat klinkt mooi, maar Vattenfall stoot nu nog heel veel CO2 uit. Daarom vraag ik Chatbot Nina wanneer ze hun centrales die op gas lopen, gaan sluiten.

‘Ik zet je door naar mijn collega’s. Je krijgt automatisch antwoord via WhatsApp.’

Een uur later krijg ik een app: ‘Hoi Teun, wat kan ik voor je doen?’

‘Hoe wordt Vattenfall in één generatie fossielvrij?’

‘Ga naar vattenfall.nl , hier zal alles duidelijk moeten worden, Teun.’

Niet dus. Ik bel Kirsten Sleven, campaigner klimaatrechtvaardigheid en energie van Milieudefensie.

‘Wat vind je van de reclame?’

‘Het is een sterk staaltje marketing. Vattenfall is al langer bezig met het inzetten op een schoon imago.’

‘Ze claimen fossielvrij te zijn binnen een generatie?’

‘Vattenfall heeft alleen in Nederland al zes gasgestookte centrales. Ik heb gekeken naar hun klimaatplannen, maar ze hebben geen tijdlijn voor het uitfaseren van gas. Fossielvrij binnen een generatie zonder duidelijk afbouwplan voor gas is ongeloofwaardig.’

‘En die waterstof?’

‘Er wordt heel weinig groene waterstof geproduceerd. Waterstof is heel kostbaar en inefficiënt en op grote schaal vraagt het een onrealistische hoeveelheid aan hernieuwbare energie en water.’

‘Is waterstof per definitie fossielvrij?’

‘Nee. Grijze waterstof bijvoorbeeld is op basis van aardgas. Alleen groene waterstof is fossielvrij.’

‘De reclame gaat niet expliciet over groene waterstof.’

‘Nee, precies. En los daarvan, zoveel werkende waterstofinitiatieven hebben ze überhaupt nog niet.’

‘Het is een beetje greenwashing?’

‘Het is een beetje een wassen neus. Als je hun klimaatplannen bekijkt en kijkt naar wat ze op dit moment doen, dan is het onvoldoende om te beweren dat je in een generatie fossielvrij wordt. Dan moet je veel harder aan de weg timmeren. Te beginnen met het stoppen met fossiel.’

Afbeelding: Videostill van het in deze column besproken reclamefilmpje van Vattenfall met Cara Delevingne met de tekst: ‘Industriële uitstoot, schoon genoeg voor op je gezicht

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Producenten schreven een brief voor behoud van fossiele subsidies; die brief rammelt aan alle kanten

TeunColumns & verhalen

Vijf schoorstenen op een rij waarvan er eentje rook uitstoot

Als consument ben ik gek op advertenties. De hele boodschap van een bedrijf gevat in een lekker beeld en pakkende slogan, heerlijk! Maar het is geen ijzeren wet dat je in een oogopslag hoeft te worden verleid. Neem Rutte, die een hele pagina volschreef over een vaasje, of denk aan de groep groot- industriëlen die vorige week een epistel liet afdrukken waarin ze zich uitspraken tegen het afschaffen van fossiele subsidies.

Dat epistel was eerder een ingezonden brief dan een klassieke advertentie. Maar dan betaald, waardoor hij zeker wordt geplaatst, op een fijn plekje in de krant, zonder te worden geredigeerd of ingekort. Alsof je je verhaal komt vertellen bij Harry Mens. Het privilege van mensen met geld.

Fossiele subsidies om te vergroenen?

In de advertentie wordt ‘namens meer dan 300 industriële bedrijven en branches’ eerst verteld hoe goed de industrie in Nederland al aan het vergroenen is. Er worden verbluffende resultaten behaald, maar dat proces zal in de soep lopen als ‘wat sommige fossiele subsidies noemen’ worden aangepakt of afgeschaft. Dat is oneerlijk, ‘zet groene investeringsplannen op losse schroeven én pakt slechter uit voor het wereldwijde klimaatprobleem’.

Dus bedrijven kunnen alleen maar vergroenen als ze miljarden aan steun krijgen voor het gebruik van fossiele brandstoffen? Echt? En wie zijn die ‘sommigen’ die het over ‘fossiele subsidies’ hebben?

Links bolwerk de Wereldbank, dat schreef dat impliciete subsidies in de vorm van belastingvoordelen en kortingen op fossiele brandstoffen een verwoestend effect op het milieu hebben? Of de 380 vooraanstaande Nederlandse economen die in het FD oproepen tot het stoppen van fossiele subsidies en verwijzen naar het (rode?) IMF, dat op zijn beurt spreekt van 6.000 miljard aan impliciete en expliciete subsidies? Die ‘sommigen’?

Fossiele subsidies zijn oneerlijke concurrentie voor het mkb

Om de mooie initiatieven van de ondernemers te tonen, verwijst de brief naar een site van het ETS-overleg, een groen samenwerkingsverband van werkgevers, VNO-NCW en middenstanders uit de mkb. Maar het mkb heeft de brief helemaal niet ondertekend. Dat is niet zo gek, want kleine ondernemers krijgen geen fossiele voordelen. Een buurtbakkertje betaalt soms wel twaalf keer meer per kuub voor zijn gas dan een broodfabriek. Alleen al vanwege de oneerlijke concurrentie vinden kleine ondernemers deze brief flut.

Onbewuste ondertekenaars

Er is meer vreemds aan de advertentie. Er staan namen van bedrijven en brancheorganisaties onder die niet eens wisten dat ze hadden getekend, zoals de frisdrankenvereniging FWS en de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW). De bierbrouwers staan er ook onder, maar Gulpener heeft zelf juist een brandbrief tegen fossiele subsidies ondertekend.

Ik vraag VNO-NCW hoe dit kan.

‘FWS had achteraf niet op de lijst moeten staan. Dat is een foutje. VEMW had niet begrepen dat ze onder de advertentie zouden komen. Dit is onderling helaas niet goed uitgewisseld.’

‘Om welke 300 bedrijven gaat het die achter deze brief staan?

‘Met branches en bedrijven die onder de brief staan vertegenwoordigen we in de praktijk meer dan 300 bedrijven die hard bezig zijn te verduurzamen en die zich zorgen maken over bijvoorbeeld de hogere energiebelasting op gas die eraan komt, terwijl ze niet op elektra kunnen overstappen.’

‘Er is geen concrete lijst met namen van bedrijven?

‘Met de branches en bedrijven die onder de brief staan vertegenwoordigen we in de praktijk veel meer dan 300 bedrijven die hard bezig zijn te verduurzamen.’

Ik ben benieuwd of we de komende dagen van meer onbewuste ondertekenaars zullen horen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Meer koeien zorgen helaas niet voor meer CO2-opslag

TeunColumns & verhalen

Veel koeien staan op een rij in een weiland naast een sloot

Tijdens een wandeling door de weilanden rond Abcoude stuitte ik op een banier van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond met daarop de tekst: ‘Ons gras zuivert uw lucht. 20.000 kg CO2 wordt hier vastgelegd.’

Dankzij de melkveeboeren wordt er juist CO2 opgeslagen!

Ik was verbaasd en verheugd. Als je de kranten openslaat en af en toe naar een wetenschapper luistert, dan slaat de klok negatieve verhalen over koeien en uitstoot, maar hier werd een heel ander verhaal verteld. Dankzij de melkveeboeren wordt er juist CO2 opgeslagen! Moeten we dan kniesorig mopperen dat die koeien die CO2-uitstoot eerst zelf hebben veroorzaakt, of moeten we blij zijn? Misschien hebben we niet minder, maar meer koeien nodig voor een schone lucht.

Bertus Doppenberg van de melkveehouders

Ik bel Bertus Doppenberg van de melkveehouders. Ons gesprek van een half uur waaiert alle kanten uit. Van snelwegen naar lachgas en de vermeende sublieme voetafdruk van de Nederlandse landbouw. Interessant, maar ik wil het over de CO2-opslag in gras hebben. Ik maak een beknopte samenvatting van de relevantste delen van ons gesprek, die hij ‘jammer genoeg’ heel kort vindt en ‘niet een stuk waar nou echt de wereld van ondersteboven raakt’.

‘Hoe hebben jullie die 20 duizend kilogram CO2 berekend?’

‘Je kijkt naar CO2-vastlegging op grasland, maisland of grond met akkerbouw en daar hebben wij een gemiddelde van genomen.’

‘Die graslanden zijn er voor de koeien, die broeikasgassen produceren. Is het niet vreemd om te zeggen dat de combinatie koeien en gras onze lucht zuivert?’

‘Vergelijk het met de stad met beton, daar is weinig groen. Dat doet niks, maar gewassen leggen CO2 vast.’

‘Er wordt netto door die koeien meer uitgestoten dan het grasland opslaat. Dan klopt die claim toch niet?’

‘Jawel, want dat perceel slaat die CO2 op en dat doet een stuk grond in de stad niet.’

‘In onze intensieve landbouw produceren koeien meer CO2 dan het grasland waarop ze grazen, kan opslaan.’

‘Waarom? Wie zegt dat?’

‘Wetenschappers.’

‘Als uw redenatie klopt, prima, dat zal. Dan is mijn reactie: gaan we onze landbouw dan verplaatsen naar het buitenland met een hogere voetprint?’

‘U wekt de indruk dat de koeien goed zijn voor de CO2-opslag.’

‘Dat is ook zo.’

‘Dat is natuurlijk niet zo.’

‘Ik denk van wel.’

Kan gras de CO2-uitstoot van koeien teniet doen?

De melkveehouders geven hoog op van de CO2-opslag door grasland, maar lijken te vergeten dat hun koeien de uitstoot eerst zelf hebben veroorzaakt. Hoe kijkt Jan Peter Lesschen, senior onderzoeker bodem en klimaat aan de Wageninger Universiteit hiernaar?

‘Dat gras neemt die 20 duizend kilogram CO2 per hectare wel op, maar het grootste deel wordt hetzelfde jaar weer uitgestoten, doordat het wordt opgegeten door de koeien en als CO2 weer de lucht ingaat. Gras slaat via de wortels wel wat CO2 in de bodem op, maar zeker niet zo veel als 20 duizend kilogram.’

‘Kun je door het grasland de uitstoot van de koeien tenietdoen?’

‘In het Nederlandse systeem met veel koeien per hectare is dat niet mogelijk. Koeien produceren meer broeikasgassen dan het gras kan opslaan.’

‘Er zijn te veel koeien?’

‘Ja, het grasland compenseert niet alles.’

‘Wat vindt u van deze poster?’

‘Een beetje misleidend.’

Jammer. Met meer melkkoeien (én weilanden) dringen we de uitstoot van broeikasgassen toch niet terug. De mus blijkt wederom dood.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

De Earth Experience School staat bol van mooie woorden, maar klopt vooral geld uit je zakken

TeunColumns & verhalen

Thuisonderwijs, een bureau met een computer en een speelgoedhelikopter

Met geld kun je alles kopen. Heel goed onderwijs bijvoorbeeld, of heel slecht. Neem de Earth Experience School. Op hun website vind ik prachtige teksten als ‘Mensenkinderen zijn super interessant’, ‘Het mooiste wat je kunt worden, is jezelf! Je intuïtie wijst je de weg’ en ‘Kinderen zijn het zaadje, we geven ze water, zon en liefde en zij gaan bloeien.’

Filosofie

Dat klinkt toch aantrekkelijker dan rijtjes leren, jaartallen stampen en vergelijkingen oplossen? Er zit een filosofie achter: ‘We gaan uit van zelfvoorzienendheid van mens en natuur, zoals in de boeken van Anastasia. Als volwassenen leven we in het verleden van de kinderen die straks volwassen zijn. Wij kunnen dus niet voorspellen hoe hun leven als volwassene zal zijn. Daarom leggen wij geen protocollen op en bepalen wij niet welke vaardigheden wij vinden dat zij zouden moeten ontwikkelen.’

Lief en sympathiek maar als onderwijsinstelling moet je toch juist bepalen welke vaardigheden leerlingen moeten leren? Volgens de onderwijsinspectie wel: ‘Kerndoelen en het uitgaan van referentieniveaus zijn voor alle scholen in Nederland verplicht.’

Biedt de Earth Experience School wel volwaardig onderwijs?

Online worden er allerlei pakketten aangeboden, zowel voor de basis- als middelbare school. Middelbare scholieren schrijven zich eerst in voor 100 euro (‘non-refundable’) en kunnen dan kiezen voor de module basis (vijf live online contacturen voor 120 euro per maand), de module modaal (tien live online contacturen voor 220 euro per maand) of de module intens (tien contacturen plus vijf uur per week individueel met een groep van vier leerlingen, voor 369).

Dit kan de school dus behoorlijk wat geld opleveren. Maar krijgen de leerlingen wel volwaardig onderwijs? Leerplichtambtenarenorganisatie Ingrado vindt van niet: ‘Omdat hier sprake is van online onderwijs, kan er geen sprake zijn van geregeld schoolbezoek. Daarom kunnen leerlingen hun leerplicht hier niet vervullen en wordt een inschrijving op deze school niet als inschrijving volgens de Leerplichtwet erkend.’

Ook de onderwijsinspectie is vernietigend over deze school: ‘Deze organisatie heeft dezelfde status als een zeilschool. Daar kun je ook wat leren, maar het is geen onderwijs zoals Nederlandse leerlingen wettelijk verplicht zijn om te volgen. Je kunt er geen onderwijs volgen in het kader van de leerplichtwet.’

Buitenland of Wonderland?

De school schermt heel erg met het buitenland: ‘Onze school is gelegen buiten de grenzen van Nederland. Hiermee is erkenning vanuit Nederland niet van toepassing. We hebben nu een land gevonden waar we de ruimte zien om deze vrije vorm van onderwijs te kunnen neerzetten en ontwikkelen. Aan de leerling de keuze om iets te kiezen of te ontwikkelen wat hem/haar past.’

Maar om welk buitenland gaat het? Op de site van de school staat niks. Zelfs geen telefoonnummer. De inspectie heeft ook geen idee: ‘We hebben internationaal nagevraagd of deze school bekend is. Dat is niet zo. Hij is niet bekend en niet erkend.’

Waarom zo vaag? Zou ‘het buitenland’ wel in het buitenland liggen? In 2022, toen de Earth Experience School nog de Free Spirit Experience School heette, vestigde die zich in Wonderland. Dat is een stukje land in Nederland waar mensen die het gezag van de overheid niet erkennen een soevereine, niet erkende, vrijstaat hebben uitgeroepen.

Ik zou maar goed nadenken voor je maandelijks honderden euro’s naar deze nepschool overmaakt.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

‘Kan sporen van noten bevatten’: dat klinkt meer naar indekken dan dat het informatie verschaft

TeunColumns & verhalen

Notenallergie in de horeca, een stapel walnoten met een hamer ernaast die de walnoten kraakt

Ik ga graag de deur uit om mijn functie als consument uit te oefenen. Laatst deed ik dat in gezelschap. Om het allemaal net iets interessanter te maken hadden we een consument met een notenallergie meegenomen.

Notenallergie

We streken neer bij een fraai gelegen uitspanning, waar de vriendelijke vrouw uit de bediening ons huisgemaakte taart in het vooruitzicht stelde. ‘Zitten er noten in de appeltaart?’, vroeg de man met de allergie. Als hij per ongeluk een pinda (ja ja, ik weet het, dat is geen noot), walnoot of cashewnoot naar binnen krijgt, moet hij heel stevig ingrijpen (vinger in de keel, adrenalinepen) om te voorkomen dat hij in het ziekenhuis belandt.

De vriendelijke dame zou het even navragen bij de kok. Toen die hoorde dat onze vriend na een hap noten in het ziekenhuis kan belanden, had hij ‘doe maar niet’ over de appeltaart gezegd. Een nadere toelichting over de ingrediënten ontbrak.

‘Saus apart voor de persoon met de notenallergie’

Enige tijd later kwam een andere serveerster naar buiten met een blad vol taarten: ‘Dan heb ik hier de cheesecake met karamelsaus erover en hier een met de saus apart voor de persoon met de allergie.’ Ik vond het om allerlei redenen vreemd en vroeg of er noten in die saus zaten.

‘Er zitten geen noten in, maar er kunnen wel sporen ván inzitten.’

‘Hoe stoppen ze die sporen er dan in?’

De vrouw keek mij vernietigend aan met de typische blik van een dom persoon die zichzelf slim vindt, een mensensoort waarvoor je moet oppassen: ‘Dat is heel simpel.’ Ze pauzeerde even voor maximaal effect: ‘Als er in de keuken met noten is gewerkt, dan kunnen er sporen van in de saus terechtkomen.’ Ze keek mij zo triomfantelijk aan dat ik een beetje uit het veld was geslagen.

Een verdere discussie leek mij zinloos, ik wilde nu eindelijk mijn (wellicht allergene) appeltaart gaan eten en liet het er verder bij. Toch was het vreemd. Waarom serveerde ze de saus die sporen van noten kon bevatten überhaupt nog aan iemand met een allergie? En waarom zou de (huisgemaakte) taart dan wel gevrijwaard zijn van de sporen?

Meer indekken dan informatie verschaffen

Voor mensen met allergieën is het frustrerend dat er niet in elk restaurant een lijst aanwezig is, waarop alle (allergene) ingrediënten per gerecht vermeld staan. Je stuit dan vaak op ‘doe maar niet’ of ‘kan sporen van’-achtige antwoorden. Meer indekken dan informatie verschaffen, lijkt het.

Erna Botjes van Stichting Voedselallergie vindt dit ook irritant: ‘Dat wordt een beetje fiftyfifty zo hè. Eigenlijk zou er in elke horecagelegenheid een lijst in de keuken moeten hangen met alle informatie. Dat moet ook van de wet. Je wilt ook weten wélke noot er in je gerecht zit, want de ene is heel kwalijk, terwijl de andere nauwelijks een reactie oproept.’

In supermarkten gaat het ook vaak mis. Dan staat er ‘kan sporen van’ op verpakkingen van fabrieken waar ze helemaal niet met die allergenen werken: ‘Dat kan indekken zijn, ja. Vervelend, want dan laat je veel spullen staan die je best zou kunnen eten. Je winkelmandje wordt wel erg leeg zo.’

Maximaal genieten

Dus, lieve horecabazen en restauranthouders, zorg dat je weet wat je serveert en deel die informatie ook met je klanten. Dan kunnen zij maximaal genieten van al het heerlijks dat jullie te bieden hebben.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Voedingssupplementen zijn overbodig, juist voor de Arie Boomsma’s van deze wereld

TeunColumns & verhalen

Voedingssupplementen zijn overbodig, stapel van pillen en tabletten met op de achtergrond fruit

Op social media woedt een agressieve campagne voor voedingssupplementen. Pillendraaiers als Viteezy, Vitaily, Mood rise, Bonusan, The happy mammoth, Modern Native, Perfect health, Vitful, Sups Care en Wellvita bieden allemaal hulp bij vage klachten als futloosheid, stress, slecht slapen en humeurigheid. Ook overgangsklachten en verminderd libido zitten vaak in het pakket.

‘Buitengewoon veel extra magnesiumbehoefte’

Maar hoe weet je nu welke pillen en poeders je nodig hebt? Veel bedrijven bieden tegenwoordig een (gratis, sympathiek!) online test aan. Je vult een aantal vragen in en na een paar minuten krijg je advies voor heel dure pillen. Vitakruid is de koning van de online reclame. Hun posterboy Arie Boomsma doet in prachtige filmpjes heel enthousiast over hun supplementen.

In een filmpje zit hij in een poef de online test te doen, die ik ook heb gedaan. Naast vragen over mijn eetpatroon, sporten en slapen werd mij gevraagd of ik regelmatig met het OV reis en of ik vaak ik de buurt kwam van mensen met een gevoelig immuunsysteem. Na een paar minuten bleek ik ‘buitengewoon veel extra magnesiumbehoefte’ te hebben. Mijn totaalpakket kost 91,64 euro.

Vreemd dat mijn behoefte zo groot is, want volgens het Voedingscentrum komt magnesiumgebrek bijna nooit voor, omdat het in heel veel voedingsmiddelen zit. Ik app met een orthomoleculair epigenetisch therapeut van Vitakruid.

Appen met Vitakruid

‘Waarom heb ik zoveel magnesium nodig?’

‘Magnesium speelt een grote rol bij mentale en fysieke inspanningen en kan in die periode extra fijn zijn. Indien nodig kun je op stressvolle dagen magnesium bijslikken, maar ik denk dat als je B12 wat hoger is andere vage klachten ook wel afnemen.’

‘Hoe weet ik of ik tekorten heb?’

‘Je hoeft natuurlijk geen tekorten te hebben om extra te suppleren. Geen tekort betekent niet direct dat het optimaal is.’

‘Je kunt dus voor de zekerheid beter te veel nemen, zodat je van alles genoeg krijgt?

‘ We mogen naast goede voeding zeker wat extra nemen, dat is geen overbodige luxe.’

‘Met zo’n test kunnen jullie goed uitvinden wat ik nodig heb?’

‘Om het helemaal af te stemmen is het goed vooraf even te overleggen, maar de test is een mooie inschatting’

Overbodige voedingssupplementen

Renger Witkamp, hoogleraar voeding en farmacologie in Wageningen ziet het allemaal met lede ogen aan: ‘Deze mevrouw kraamt een mengsel van vaagheden en soms regelrechte onzin uit. Deze supplementen lijken vooral aangeboden te worden aan mensen voor wie ze overbodig zijn. Alleen mensen die heel beroerd eten, een maagverkleining hebben gehad of ernstig ziek zijn, hebben soms specifieke supplementen nodig. De Arie Boomsma’s van deze wereld niet.

Het overgrote deel van de mensen haalt de vitamines en mineralen uit de voeding en heeft geen tekort. Iets extra’s nemen is juist wel een overbodige luxe. Meer is niet beter, meer is slechter.’

‘Wat vindt u van zo’n online test?’

‘Het is lariekoek. Via een pseudo-persoonlijke benadering wordt je een schijnadvies gegeven voor producten die de meeste mensen niet nodig hebben. Je wordt op kosten gejaagd en het grootste slachtoffer is je portemonnee. Als je echt wilt weten of je tekorten hebt, moet je bloed laten prikken.’

‘Deze mevrouw is wel orthomoleculair epigenetisch therapeut.’

‘Dat is een verzonnen en niet bestaande combinatie van wetenschappelijke termen. Vergelijk het met cultureel patholoog of biochemisch paragnost. Onzin dus.’

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Bij AH kunnen klanten kiezen tussen gewone en ‘echte’ prijzen. Maar waarom kan de supermarkt niet gewoon iedereen eerlijk betalen?

TeunColumns & verhalen

Screenshot van de Albert Heijn-website met uitleg over de True Price-campagne met de vraag Hoe duurzaam drink jij je koffie?

Bij drie AH to go’s kun je nu kiezen of je voor je kopje koffie de gewone prijs of de true (echte) price betaalt. Een diep existentiële vraag: wilt u echt of wilt u gewoon? Het antwoord van de gemiddelde Nederlander kan ik wel raden: ‘Echt? Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.’ Echt is trouwens een inflatoir begrip. Zodra klanten er niet meer in geloven, moet de retailer zijn prijzen echt echt noemen en daarna echt echt echt. Heilloos.

De AH ligt vol oneerlijke producten die te goedkoop zijn

Wat is true? Voor veel producten die in de supermarkt liggen, worden mensen uitgebuit en het milieu belast. Daarmee besparen bedrijven veel geld en verwerven ze een gunstige concurrentiepositie ten opzichte van nettere concullega’s. In de Albert Heijn stikt het van de oneerlijke producten die te goedkoop zijn. Nu heeft de grootgrutter laten onderzoeken wat een eerlijk en schoon kopje koffie moet kosten: de true price. Klanten kunnen kiezen of ze die hogere prijs of de gewone, lagere betalen.

Een lang onnavolgbaar gesprek met Anita Scholte op Reimer

Waarom eigenlijk? Waarom kunnen bedrijven hun werknemers niet gewoon betalen waar ze recht op hebben? Ik vraag het Anita Scholte op Reimer, directeur duurzaamheid en kwaliteit van de supermarktketen. Er volgt een lang, onnavolgbaar gesprek waarin het gaat over handelsperspectief beetpakken, inzichten in de hele keten, secundaire data, stappen zetten en bewegen, maar wel in de goede richting. Het klinkt mooi, maar weinig concreet. Dat verliep zo:

‘Kun je niet gewoon iedereen eerlijk betalen? Dan komt de eerlijke prijs toch vanzelf? Nu bepalen supermarkten van te voren wat een product mag kosten en moeten leveranciers maar zien dat ze het daarvoor kunnen producen.’

‘Als je naar de voedselketens kijkt blijkt uit analyses dat niemand in de keten veel marge maakt en dat er zelfs producten zijn waar niemand iets verdient.’

‘Precies. Maar als je eerst de arbeider goed betaalt en zorgt dat alles netjes en veilig wordt geproduceerd, dan kom je uiteindelijk toch bij een redelijke prijs uit?

‘Ik wil het toch op true price houden. Dat vind ik echt een prachtige methode om inzichten te krijgen.’

‘Waarom betaalt Albert Heijn dit niet zelf uit de grote winstuitkeringen aan aandeelhouders en fikse bonussen voor topmanagers?’

‘Dit is een experiment waarbij we op vele assen willen leren en dit is de manier om met elkaar in de hele waardeketen te zorgen dat ketens duurzamer worden ingericht.’

‘In hoeverre is dat een antwoord op mijn vraag?’

‘Ik denk dat iedereen een verantwoordelijkheid heeft. Wij pakken ook onze verantwoordelijkheid. Dat is wat ik erop kan zeggen, Teun.’

‘Waarom krijgen klanten de keuze voor hun koffie minder te betalen dan hij in feite kost?’

‘We willen onze klanten geen verplichting opleggen. We moeten ze aan de hand meenemen, anders gaan ze elders boodschappen doen.’

We vinden uitbuiting normaal

Uiteindelijk vinden we het kennelijk normaal dat arbeiders aan de andere kant van de wereld worden uitgebuit, zodat wij hun producten goedkoop kunnen kopen. Bedrijven verkopen massaal spullen onder de kostprijs. Ze nemen daar geen verantwoordelijkheid voor, maar besteden de ethiek in deze neoliberale markteconomie uit aan de klanten.

Wanneer ik haar vraag wat de supermarkt gaat doen als veel klanten voor de uitbuitkoffie kiezen, antwoordt de woordvoerder van Albert Heijn: ‘Daar zijn we over aan het nadenken en is onderdeel van het experiment.’ Je zou als bedrijf toch eens zelf morele afwegingen maken.

Afbeelding: Screenshot van de Albert Heijn-website met uitleg over de in deze column besproken True Price-campagne

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht

Bij Jinek: Hoe gezond is bespoten groente en fruit eigenlijk?

TeunIn de media

Teun van de Keuken bij Jinek over bestrijdingsmiddelen of gif op groente en fruit

Teun zit aan tafel bij Jinek met een lading groente en fruit voor zich uitgestald. Lijkt gezond, maar is het dat wel? Teun kijkt niet erg vrolijk als hij uitlegt dat we gewoon te weinig weten over de (combinaties van) bestrijdingsmiddelen die op onze groente en fruit zitten.

Jazeker, er zijn normen voor de hoeveelheid bestrijdingsmiddel in het eten. Maar, zo vertelt Teun, ‘er is nooit goed onderzocht hoe de verschillende gifsoorten op elkaar inwerken.’ En dat is zorgelijk. Het is mogelijk tientallen soorten gif binnen te krijgen, maar het is niet goed onderzocht wat daarvan de effecten zijn.

Voorzorgsprincipe

Teun pleit ervoor het voorzorgsprincipe te gaan hanteren: ‘We willen die rommel er niet op voordat we zeker weten dat het geen rommel is.’ Heel veel nieuwe stoffen worden op het moment maar toegelaten op de markt, zelfs al weten we nog niet precies goed wat ze doen. Pas wanneer men erachter komt dat een middel onveilig is, wordt het verboden. En dat terwijl landbouwgif potentieel heel schadelijk is. Teun bespreekt verbanden tussen landbouwgif en parkinson of vruchtbaarheidsproblemen.

Het voorzorgsprincipe moet dus gehanteerd worden. ‘Het is niet zo dat we nu kunnen zeggen: hier word je ziek van. Alleen we weten het niet zeker, en er worden wel verbanden gelegd tussen een combinatie van bestrijdingsmiddelen en ziektes.’

Biologisch

Hoe moeten we nu verder? ‘Het lullige is, dat biologische groenten, waar toch echt beduidend minder bestrijdingsmiddelen op zitten, echt een stuk duurder zijn.’ We moeten toe naar een landbouw zonder bestrijdingsmiddelen of alleen met die middelen waarvan we weten dat ze niet schadelijk zijn, vertelt Teun. Dan zal de prijs ook gaan zakken.

Heeft het dan ieder geval nog zin je groente en fruit te wassen? Nee, dat heet eigenlijk ook al weinig zin.

Kijk terug

Kijk de uitzending van Jinek van 16 mei 2023 terug bij Videoland. Ook aan tafel zitten de advocaten Geert-Jan Knoops en Carry Knoops-Hamburger met wie Teun het nog even over PFAS heeft.

Afbeelding: Screenshot uitzending Jinek van 16 mei 2023

Een klein beetje gerecyclede koffiedrab maakt de luchtvaart helaas niet duurzamer

TeunColumns & verhalen

Recycling van koffiedrab door KLM

Er zijn tientallen manieren waarop je de luchtvaart kunt verduurzamen. KLM doet het met koffie. Je staat er niet bij stil, maar al die bakjes pleur die aan boord worden gedronken en al die bekers en oude kannen, vertegenwoordigen een fenomenale milieuwaarde. Voorheen werden die kennelijk zonder pardon weggegooid, maar nu niet meer.

De luchtvaart duurzamer maken

In een tweet waarvan mijn duurzame consumentenhart een sprongetje maakte, meldde KLM dit: ‘We zetten stappen om de milieu-impact tijdens onze Europese vluchten te verminderen door koffiekannen en -pads te recyclen.’ Super, weggooien is zonde! En: ‘Van onze koffiedrab maken we groene energie.’ Geweldig, in het vliegtuig energie opwekken! En dat is nog niet alles: ‘En dat is niet alles! Aan het eind van dit proces houden we ook nog voedzame compost over. Zo werken we aan een duurzamere toekomst voor de luchtvaartindustrie.’

Als consument houd ik ervan als de dingen simpel zijn. De luchtvaart duurzamer maken door te recyclen en van koffiedrab energie en compost te maken. Maar hoeveel duurzamer? Hoeveel energie wordt er bijvoorbeeld opgewekt uit de koffiedrab? Kunnen we de CO2-uitstoot van onze vluchten via dit vernuftige koffiesysteem compenseren?

Woordvoering KLM

Ik mail een paar keer naar KLM, app een woordvoerder en na heel veel dagen krijg ik contact met een dame die mij eerst vraagt wat ik aan het doen ben en of het grappig wordt. Als ik antwoord, zegt ze dat ze sowieso de organisatie in moet, of ik de vragen op de mail wil zetten en dat het niet zeker is of ik binnen 24 uur antwoord krijg. Ook informeert ze voorzichtig, maar wel herhaaldelijk, of ik deze week niet over een ander onderwerp kan schrijven.

Ik mail de vragen, druk op verzenden en realiseer me dat ik het verkeerd heb aangepakt. Ik ben toch consument? Ik wil toch weten wat consumenten voor antwoorden krijgen? Ik bel de klantenlijn en vraag hoeveel groene stroom er met de koffie wordt opgewekt:

‘We hebben dat niet qua informatie in ons systeem.’ De medewerker vindt wel op de website dat de koffiedrab wordt verwerkt voor biobrandstof voor voertuigen.

‘Ook vliegtuigen? ‘

‘Nee, dat is kerosine.’

‘Hoeveel biobrandstof levert zo’n vlucht op?’

‘Dat staat er helaas niet bij.’

Als ik vraag wat deze nieuwe duurzame koffie-aanpak voor de reductie van de CO2-uitstoot betekent, begint ze over herplantingsprojecten van bomen. Dat die effect hebben is omstreden en heeft sowieso niets met koffie te maken.

Koffiedrab maakt de luchtvaart niet duurzamer

Dan toch maar weer de journalistieke route volgen en Milieu Centraal bellen. Expert duurzaam vervoer Mariken Stolk is niet enthousiast: ‘Dat ze de pads recyclen is logisch en niet iets om je voor op de borst te slaan. Energie opwekken uit koffie heeft niet veel zin omdat de energie-inhoud van koffie behoorlijk laag is en de productie van biobrandstof uit koffiedik niet efficiënt is. Maar vooral pak je hiermee de CO2-uitstoot totaal niet aan. Als je de korte Europese vluchten, naar Parijs, Londen, Berlijn en Rome zou vervangen door de trein zou je veel meer impact maken.‘

Een klein beetje duurzame energie van koffiedrab maakt de luchtvaart helaas toch niet duurzamer. Was ik er bijna ingetuind.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht