De baas van FrieslandCampina zegt zulke onnozele dingen dat je medelijden met hem krijgt

TeunColumns & verhalen

En koe wordt gemolken met een melkmachine.

De baas van FrieslandCampina gaf in deze krant een ontzettend dom interview. Vanuit mijn ivoren strookje in deze krant is het makkelijk om zo iemand de maat te nemen. Als ik dan ook nog oprechte woede voel, dan doe ik er een schepje bovenop en ram ik er een kwaadaardig stukje uit. De vraag is of Hein Schumacher, zo heet die baas, zo’n aanpak verdient. Hij zegt zulke onnozele dingen, dat je je afvraagt of hij ze wel allemaal op een rijtje heeft. Dat verdient eerder compassie dan de knoet.

De veestapel halveren en de melkprijs verdubbelen

Heintje heeft zoals zoveel mannen (sla deze krant maar open) niet door dat de tijden veranderd zijn. Daar kun je kwaad om worden en roepen dat het godgeklaagd is dat iemand die aan het hoofd staat van een miljardenbedrijf dat duizenden melkveeboeren vertegenwoordigt, die verantwoordelijk zijn voor een groot deel van ons stikstofprobleem, nog steeds ouwe oplossingen voor nieuwe problemen aandraagt, maar daar schieten we niks mee op. Heintje denkt oprecht dat hij goed bezig is. Hij weet niet beter.

Het interview begint meteen goed. De gisse journalisten willen met onze Hein een gedachtenexperiment uitvoeren: wat nu als we de veestapel halveren en de melkprijs verdubbelen? Leuk, zinnig en voor wie de discussie over uitstoot en vee een beetje bijhoudt ook weer niet heel verrassend. De druk van de melkindustrie op onze natuur is immens en de boeren verdienen te weinig. Eén en één is twee. De oplossing kan toch niet nog meer schaalvergroting en een verdere race naar de bodem zijn? Gek genoeg snapt Hein er niks van. Hij heeft er nog nooit over nagedacht. In lichte paniek begint hij wedervragen te roepen: Waarom? Wat? Hoe dan? Heintje raakt de weg kwijt en dat is zielig.

Afrikaanse melkpoedermarkt

Hij zet nog maar weer eens een grijsgedraaide plaat op. Technologische oplossingen zullen de uitstoot verminderen! Wordt dat niet al jaren beloofd, zonder enig succes? En natuurlijk is driekwart van onze productie voor de export , we opereren immers in een Europees landbouwsysteem.

Maar hoe zit het dan met de 30 procent van de export naar buiten Europa? Waarom gaat er bijvoorbeeld zoveel melkpoeder naar Nigeria? Hein: ‘Als we dat niet zouden doen, moet je eens kijken wat de geopolitieke gevolgen dan zijn.’ Mijn wakkere collega’s begrijpen hem meteen: ’U bedoelt dat mensen met honger deze kant op zouden komen?’ ‘Natuurlijk.’ O, Heintje toch, moet je echt de Infantino uithangen en de angst voor vluchtelingen gebruiken als argument om de Afrikaanse markt te overspoelen met melkpoeder?

Een koe moet renderen

Het sneue van Hein is dat hij alleen maar in een vast stramien kan denken: meer en efficiënter. Stel nu, zo zegt hij, dat we de Afrikaanse koeien net zo doorfokken als de Nederlandse, zodat ze ook tienduizend liter melk per jaar produceren, in plaats van drieduizend, dan lost dat veel milieuproblemen op. Dan moet je ze wel na vijf jaar doodmaken: ‘Uiteindelijk is een koe een economisch activum. Dat moet renderen. Als je een koe 25 jaar melk zou laten geven, wordt ze steeds inefficiënter. Dan krijg je een gigantisch CO2-probleem.’

Het grootste CO2-probleem wordt natuurlijk veroorzaakt doordat we voedsel dat geschikt is voor menselijke consumptie als diervoer gebruiken. Maar daar kan Hein met zijn hoofdje niet bij.

Deel dit bericht

Sport is nu eenmaal populairder dan mensenrechten

TeunColumns & verhalen

olympische spelen vlam mais

Beste activisten,

Als ik jullie keer op keer hoor zeuren over de misstanden bij grote sportevenementen, dan voel ik alleen maar medelijden. Snappen jullie niet hoe de echte wereld werkt? Eerst ging het maanden over Qatar. Dat het aankomende WK voetbal daar onrechtmatig verkregen was met miljoenen smeergeld en dat er duizenden doden zijn gevallen bij de aanleg van de hotels, wegen en stadions voor het evenement. Verschrikkelijk natuurlijk, maar de baas van Wereldvoetbalbond Fifa, Gianni Infantino, betwist die cijfers. Volgens hem hebben er ‘maar drie’ mensen het leven gelaten bij de bouw van de stadions. En dat zijn er ‘drie te veel’.

Infantino

Toch mooi dat hij die doden betreurt. Infantino roept ook niet zomaar iets van de zijlijn, zoals jullie, maar hij is zelf in Qatar gaan kijken. Sterker nog, hij woont er inmiddels. Niet omdat er in zijn geboorteland Zwitserland een gerechtelijk onderzoek naar hem loopt, maar omdat hij het leven in de Golfstaat gewoon echt heel fijn vindt. Ook met de mensenrechten is weinig mis: ‘De arbeidsomstandigheden in Qatar zijn hetzelfde als in Europa.’ Hebben jullie zelf net zo grondig onderzoek gedaan als de Fifa-baas? Dat dacht ik al.

China en de olympische geest

En nu is China aan de beurt. Jarenlang hoor je er nauwelijks iets over, maar nu er een heerlijk sportevenement wordt gehouden, moeten jullie opeens over de mensenrechten daar beginnen. Het wemelt van de verhalen over critici van het regime die zich niet negatief mogen uitlaten over de Spelen. Sommigen zouden zijn opgepakt en vastgezet. Ook de pers zou niet vrijuit kunnen werken. We hebben allemaal kunnen zijn hoe een NOS- verslaggever tijdens een live-gesprekje door een Chinese dienstklopper het spreken onmogelijk werd gemaakt en werd weggevoerd. Volgens de organisatie was er sprake van een ‘overijverige medewerker’. Die heb je natuurlijk overal.

Ook heeft de Chinese overheid de olympische sporters gewaarschuwd dat atleten die ‘tegen de olympische geest’ handelen of Chinese wet- en regelgeving overtreden, kunnen worden uitgesloten van de Spelen of ‘zekere straffen’ tegemoet kunnen zien.

En dan is er nog de app die sporters verplicht moeten gebruiken om gegevens over hun gezondheid door te geven. Deze app zou niet veilig zijn, waardoor onbevoegden (dus ook de Chinese autoriteiten) erbij zouden kunnen. Zo zouden ze ook kunnen zien of een atleet informatie zoekt over bijvoorbeeld Hongkong of de Oeigoeren, een onderdrukte bevolkingsgroep die we (als ik Joris Luyendijk mag geloven) alleen maar kennen dankzij Arjen Lubach.

DENK eens aan al die sporters en sportfans!

Tuurlijk is dit allemaal niet fraai. Maar weten jullie wel hoe duur en moeilijk het is om zulke grote sportevenementen te organiseren? Dat kunnen ze in corrupte totalitaire landen nu eenmaal beter dan in goed functionerende democratieën, waar iedereen bij het minste of geringste de straat opgaat en het feest verstiert. Dat wil je gewoon niet. Denk eens aan al die sporters die jaren hebben getraind om op het hoogste podium te schitteren! Denk aan de miljarden sportfans over de hele wereld die genieten van competitie van de beste atleten ter wereld. Die zal het een zorg zijn of arme bouwvakkers zijn overleden, hele bevolkingsgroepen worden weggestopt in kampen of oppositieleiders en pers zich niet vrij mogen uiten.

Sport is nu eenmaal populairder dan mensenrechten.

Stop met zeuren.

Deel dit bericht

Van het idealisme om na corona dingen anders te doen is niks over

TeunColumns & verhalen

mondmasker mondkapje weggooien afval riool

Herinnert u zich nog dat we het allemaal beter zouden gaan doen? Eindelijk had corona ook ons land aangedaan en na de eerste angst, paniek en heel veel uitzendingen van Frontberichten begonnen de inzichten te komen: het eenvoudige leven had ook zijn charme, Nederland bleek een prachtig vakantieland, dus waarom zouden we nog zo veel vliegen als we altijd hadden gedaan? Ook het thuiswerken bleek soms best handig.

Futurologen

Waarom zou je elke dag in de file gaan staan, als je ook via een schermpje kan vergaderen? Futurologen en andere profeten voorspelden dat niets ooit meer hetzelfde zou worden. Het luchtruim en de wegen zouden voorgoed een stuk leger worden, bedrijven konden met al die schermarbeiders makkelijk kleiner gehuisvest worden, waardoor een groot deel van de kantoormeters omgezet konden worden in woonruimte.

De afstandsvergaderingen maakten een massale trek naar het platteland mogelijk, waardoor de huizenprijzen in de Randstad zouden dalen. In de grote steden werd een zucht van verlichting geslaakt nu de toeristen weg waren: geen rolkoffertjes, geen feestjes tot diep in de nacht bij de Airbnb’ende buren. Heerlijk! Dit, zo was aanvankelijk de teneur, moesten we vasthouden.

Rotperiode

Ook zou er meer gekeken worden naar de oorzaken van de grote crisis in de gezondheidszorg. Er waren duidelijk te weinig bedden in de ziekenhuizen en op de ic’s. En als we bedden zeggen, dan bedoelen we personeel. Jarenlang was ons gezondheidssysteem ingericht op maximale efficiëntie. Dat kraakte in normale tijden al, maar pas in deze pandemie bleek hoe kwetsbaar het was. Dat moest beter. Er moesten meer mensen worden aangenomen, de zorg moest aantrekkelijker en daarom zou er beter betaald moeten worden. Met klappen voor het personeel dat de coronapatiënten behandelde, kwamen we er niet. Er moest geld bij .

Het landbouwsysteem met ontzettend veel dieren op elkaar in een dichtbevolkt land moest op de schop. Als er in een van de vele megastallen een nieuw virus zou ontstaan dat zou overspringen op de mens, dan zou de volgende pandemie zomaar in Nederland kunnen ontstaan. De ramp zou vele malen groter kunnen zijn dan corona.

Uiteindelijk duurde de rotperiode veel te lang. We werden depressief en vooral jongeren die niet naar school konden of hun studietijd zagen verdampen zonder medestudenten te kunnen ontmoeten hadden het zwaar. Psychische nood kwam op de agenda. Huiselijk geweld ook. Voor deze, soms onzichtbare problemen zou structureel beleid moeten komen.

We willen het oude normaal

Maar nu de WHO voorzichtig het einde van de pandemie heeft aangekondigd (laten we het hopen), lijkt van het aanvankelijk idealisme om ook iets goeds te doen met deze corona-ellende niets meer over. We willen helemaal geen nieuw normaal, we willen het oude. We willen het leven vieren. Logisch. We willen niet meer opgesloten zitten, we willen feesten, drinken, skiën, vliegen en met z’n allen in de file staan.

Over een tijdje is Rutte IV, V of VI de mensen vergeten die psychisch lijden of het thuis zwaar hebben en wordt het idee afgeschoten om meer zorgpersoneel aan te trekken ‘omdat de zorg dan onbetaalbaar wordt’. Of onze landbouw zo wordt hervormd dat een volgend virus geen kans krijgt, valt te bezien. Tot in de volgende pandemie!

Deel dit bericht

Kunst is net als de kerk een uitdrukking van Het Hogere

TeunColumns & verhalen

piano spel muziek noten goddelijk

Halleluja! Debatcentrum De Balie heeft zich bij de Kamer van Koophandel ingeschreven als kerk om net als andere godshuizen tijdens de pandemie open te kunnen blijven. Uiteraard reageerden ‘echte gelovigen’ meteen verbolgen.

Dat doen ze iedere keer als iemand opwerpt dat het toch een tikkeltje vreemd is dat alles dicht moet, maar dat kerken open mogen blijven. ‘De kerkdienst is heel belangrijk voor gelovigen’, zeggen ze dan. Dat geloof en snap ik. Maar als iemand zegt dat theatervoorstellingen, tentoonstellingen en concerten voor hem net zo belangrijk zijn, dan fronsen de mannenbroeders de wenkbrauwen. Dat is natuurlijk iets heel anders! Hoe durf je aards vertier te vergelijken met de viering van Het Hogere? Het antwoord is simpel en ingewikkeld tegelijk: omdat de kunsten ook een uitdrukking zijn van het hogere, het ongrijpbare. Alleen (lang niet altijd) toegeschreven aan een God.

Mitsuko Uchida

Als kind kwam ik weleens bij een vriendje thuis. Zijn moeder draaide wonderschone muziek. Pianoconcert No. 20 van Mozart, gespeeld door Mitsuko Uchida. Na een intro door het orkest van ongeveer drie minuten, valt de piano in. Elke noot helder, maar ook licht, kwikzilverig. Vanaf het moment dat ik het hoorde was ik verknocht aan de muziek en aan de pianiste.

Zo’n vijftien jaar later studeerde ik in Berlijn, toen Uchida daar optrad met dit stuk. De Japanse meesterpianist bespeelde niet alleen haar instrument, maar dirigeerde ook nog het orkest. Iedere keer als ze een hand vrij had, stak die boven de vleugel uit om de muzikanten bij de les te houden. Soms stond ze op. De uitvoering beroerde mij hevig. In de pauze, het orkest zou zonder de pianiste verdergaan, verliet ik de Philharmonie. Deze schoonheid, deze ongelooflijke ervaring, die mij een moment verbond met onbekende Duitsers in een concertzaal in Berlijn, wilde ik vasthouden. Hier, vergeef mij de pathetiek, openbaarde zich de zin van het leven.

Verbondenheid, zingeving

Een Champions League-avond met publiek. De lucht is rood van het Bengaals vuurwerk. De fans zingen. Als er gescoord wordt juichen ze samen, als de VAR beslist over een penalty houdt iedereen de adem in. Dit gaat niet alleen over het spel, over winnen of verliezen. Dit gaat over verbondenheid. Over zingeving. Daarom zijn voetbalwedstrijden zonder toeschouwers stomvervelend.

Een concert waarbij de zanger al na drie woorden zijn mond dichthoudt. Het publiek zingt het hele lied tot het einde. Perfect samen, zuiver en in de maat. In de ogen van de meezingende fans zie je tranen van blijdschap. Als het lied is afgelopen juichen ze voor zichzelf en elkaar. Maar vooral voor de magie die ze samen hebben gecreëerd. Dit ontstijgt het aardse geploeter.

Om ons met de wereld te verzoenen

Het leven is zwaar: goede cijfers halen, geld verdienen, promotie maken, misschien kinderen opvoeden, het juiste doen. We zwoegen door het aardse tranendal tot we doodgaan.

Daarom hebben we het soms nodig om in een zaal te zitten en ons te laten overweldigen door het ongrijpbare. Niet Het Hogere van een God, maar het hogere dat mensen hebben gemaakt die zo briljant zijn dat wij er met ons verstand niet bij kunnen. Niet om de wereld te vergeten, maar om ons met de wereld te verzoenen. Het bestaan heeft alleen zin als we het niet alleen in debet- en creditrekeningen zien. Open in hemelsnaam de theaters. Ook na acht uur ’s avonds.

Deel dit bericht

Moedige politici moeten beslissingen nemen die niet alleen worden gestuurd door modellen

TeunColumns & verhalen

Vijftien verschillende soorten grafieken

‘Ook de schoenenman kon geen empathie meer opbrengen‘, luidde de kop boven een column van Sheila Sitalsing die onlangs in de krant verscheen. Ik was ervan overtuigd dat het stukje over Hugo de Jonge zou gaan. Lollig had hij een foto van zichzelf op Twitter geplaatst, waarop hij naar de coronapersconferentie kijkt. We zagen zijn clowneske schoenen, een bak popcorn en een flesje alcoholvrij bier. Lachen!

Zelfspot

Als zure columnist van de Azijnbode zag ik er vooral narcisme in van een minister die toch weer de aandacht wil opeisen nu alle ogen opeens op een ander zijn gericht. En dus een gebrek aan empathie. Een man die een persconferentie waarin weer maatregelen worden aangekondigd die voor een groot deel van de bevolking pijnlijk zullen zijn (de cultuursector, horeca-uitbaters) als een lolletje afdoet. Als een spektakelstuk zonder gevolgen voor heel veel mensen. Zou hij daar niet iets serieuzer en respectvoller mee kunnen omspringen?

Aan de reacties op (sociale) media te zien, is mijn reactie overtrokken. Laat Hugo die zo hard heeft gewerkt en veel zware momenten heeft gehad, eindelijk eens stoom afblazen. Zelfspot, mooi man! Zo zou je er ook tegenaan kunnen kijken. De overigens uitstekende column van Sitalsing bleek helemaal niet over Hugo de Jonge te gaan, maar dat moet u zelf maar lezen.

Een pandemie op haar einde

De opvolger van Hugo de Jonge, Ernst Kuipers, kreeg veel lof toegezwaaid voor zijn persconferentie. Strak, overtuigend, gezagvol. Toch bleef veel onduidelijk. Op de vraag waarom Nederland als enige land vasthoudt aan een lockdown kwam geen duidelijk antwoord. Zou dit een voorbeeld zijn van ‘het fanatisme waarmee regeringsleiders aldoor hogere vaccinatiegraden najagen’, waarover Maarten Keulemans schrijft , waarbij ‘eerst de nadruk lag op sterfgevallen, daarna op ic-patiënten, nu steeds meer op gewone ziekenhuispatiënten’?

Kuipers had mooie slides met grafieken. Grafieken en modellen lijken heilig in de besluitvorming over de aanpak van deze crisis. Alsof daaraan onomstotelijk objectief valt af te lezen wanneer de deuren van theaters en cafés weer open mogen. De Princeton-sociologen die Keulemans in zijn stuk aanhaalt, moeten er niet veel van hebben: ‘Onszelf losmaken van de grafieken kan weleens de krachtigste stap zijn om de pandemie te beëindigen. Dat is niet de kop in het zand steken. Het is erkennen dat er geen metriek is die aangeeft wanneer een pandemie ten einde is.’

Tabelwens

Dat klinkt aannemelijk. Op een gegeven moment moeten moedige politici beslissingen nemen die niet alleen worden gestuurd door medische modellen. Toch zou ik één grafiek of tabel, die nooit wordt getoond, juist wel willen zien. Die waarop duidelijk te zien is hoe het staat met gevaccineerden, geboosterden en ongevaccineerden in het ziekenhuis en op de ic’s. Hoe groot is het aandeel van elke groep?

Hoe groot is de kans dat je op de ic komt als je twee vaccins hebt gehad, als je de booster hebt ontvangen, en als je niet gevaccineerd bent? Overal en door iedereen wordt met cijfers geschermd, maar deze objectieve gegevens worden nooit gedeeld. Waarom is dat? Alleen als we die hebben, kan er zakelijk over vaccinatie worden gediscussieerd en kan worden bekeken of 2G of 2G+, waardoor bijvoorbeeld Duitsland voor gevaccineerden open is, een uitweg uit deze lockdown is.

Afbeelding: Yvette W via Pixabay

Deel dit bericht

Stop het perverse gedrag van de luchtvaartmaatschappij

TeunColumns & verhalen

Een vliegtuig van Lufthansa staat op een vliegveld.

Daar sta je dan met je goeie gedrag. Je pakt regelmatig de trein, eet geen of weinig vlees, recyclet en hebt een paar zonnepanelen op het dak en dan krijg je zomaar een dikke middelvinger van luchtvaartmaatschappij Lufthansa. Dit bedrijf wil 18.000(!) vluchten zonder passagiers gaan uitvoeren, omdat het bang is anders start- en landingsrechten op bepaalde vliegvelden te verliezen.

Stel je even voor: 18.000 keer de kisten voltanken, laten opstijgen, rondjes vliegen, nog wat brandstof lozen en weer landen. Zonder mensen aan boord. Omdat ze anders hun plekje op de luchthaven kwijtraken. Dat dit financieel uit kan, is sowieso al idioot. Maar wat het aan zinloos brandstofgebruik en CO2-uitstoot betekent, terwijl we nu toch eindelijk de wereld groener gingen maken, is nauwelijks te bevatten. Pervers.

‘Er zit nog geld in het potje’

Deze waanzin doet mij denken aan het fenomeen van de potjes die op moeten. Ik maakte er kennis mee, toen ik, vele jaren geleden, bij de omroep aan de slag ging. Tegen december begon de producer van het programma waar ik werkte bij de buitenlandverslaggevers te informeren wie er nog een leuk reisje wilde maken: ‘Er zit namelijk nog geld in het potje en dat moet op. Anders krijgen we volgend jaar minder.’ De reporters waren blij. Dat potje, daar hadden ze recht op.

Niemand die bedacht dat het voor de omroep en de samenleving beter was het overtollige geld terug te geven, zodat daar andere goeie dingen mee gemaakt konden worden. Het algemeen belang ging niet verder dan het eigen programma. Omdat waarschijnlijk alle producers van alle programma’s zo dachten, werd er structureel veel te veel geld uitgegeven. Niet veel later werd er fors op de omroep bezuinigd en was het uit met deze potjesaanpak.

Lufthansa kiest duidelijk voor Het Kwaad

Sinds Sartre weten we dat ieder mens (en iedere organisatie) verantwoordelijk is voor de eigen daden. Ook onder beroerde omstandigheden heb je keuzes. En Lufthansa kiest duidelijk voor Het Kwaad. Maar die omstandigheden zijn wel beroerd. Om concurrentie (het kapitalistische panacee dat wel vaker tot nare uitwassen leidt) aan te wakkeren, moesten maatschappijen in normale tijden minimaal 80 procent van hun slots gebruiken om die ook volgend jaar te kunnen behouden.

Haalde je dat niet, dan kon een andere luchtvaartmaatschappij het slot overnemen. Ook toen konden spookvluchten soelaas bieden om de norm te halen, dus de concurrentiebevordering stelt weinig voor. In coronatijd heeft de Europese Commissie die norm eerst verlaagd naar 50 procent en onlangs weer verhoogd naar 64 procent .

De Europese Commissie, u weet wel, van de Green Deal, die ‘de CO2-uitstoot in 2030 met 55 procent wil terugbrengen ten opzichte van 1990 en van Europa in 2050 het eerste klimaatneutrale continent wil maken: de Europese Unie dient dan niet meer bij te dragen aan de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen’.

Hoe kunnen we deze ambitie serieus nemen als de Europese Commissie het, onder het mom van concurrentie, niet alleen toestaat, maar zelfs stimuleert dat vliegtuigen zonder passagiers opstijgen? Moeten we de concurrentie om het goedkoopste vliegticket überhaupt nog wel aanmoedigen, als we zulke ambitieuze klimaatdoelen willen halen? Het wordt tijd dat Frans Timmermans een einde aan deze waanzin maakt.

Afbeelding: Pit Karges via Pixabay

Deel dit bericht

Ook voor Sigrid Kaag is macht het politieke wapen om je idealen te verwezenlijken

TeunColumns & verhalen

koffer schatkist geld euro biljetten Ministerie Financiën

Kaag kiest voor de macht en wordt de eerste vrouw op Financiën’, stond onlangs boven een Volkskrant-artikel. Door velen werd de kop als seksistisch beschouwd: ‘Kiest voor de macht, zeggen ze dat ooit over een man?!’

Even op glad ijs: in tegenstelling tot de andere politiek leiders in de coalitie had Kaag lang niet duidelijk gemaakt wat ze zou gaan doen. Zou ze in de Kamer blijven of minister worden? Nu heeft ze een opvallende keuze gemaakt, die haar de meeste macht geeft. De minister van Financiën is bij bijna elk belangrijk kabinetsbesluit betrokken. En dat is geweldig. Politiek gaat immers om macht. Macht is het politieke wapen om je idealen te verwezenlijken. Alleen als je macht een vies woord vindt, kwalificeer je de kop als seksistisch. (Rutte is een uitzondering, bij hem is macht geen middel maar een doel).

Kaag is niet eens econoom!

Kaag krijgt wel veel seksistische drek over zich heen. Nu ook weer. Er wordt schande van gesproken dat ze op Financiën terechtkomt. Ze is niet eens econoom! Haar voorganger Wopke Hoekstra was dat ook niet, die was jurist. Tijdens zijn ministerschap bleek hij een hork te zijn zonder diplomatieke gaven, die de Zuid-Europese landen bruuskeerde in de zwartste periode van de coronacrisis. Hij wordt nu minister van Buitenlandse Zaken. Dilan Yesilgöz wordt de eerste minister van Justitie die geen rechten heeft gestudeerd en Hugo de Jonge was met een opleiding tot onderwijzer minister van Volksgezondheid en gaat nu Wonen doen.

Het kan allemaal, maar over niemand ontstaat zoveel tumult als over Kaag. Terwijl Kaag zo ongeveer het meest indrukwekkende CV heeft van alle ministers. Net als voormalig Financiënminister Hoogervorst deed ze een master Internationale Betrekkingen aan een prestigieuze buitenlandse universiteit en ze heeft bakken internationale ervaring, enorm belangrijk in deze functie.

Zou ze net als Rutte vatbaar zijn voor de lobby van Het Grootkapitaal?

Laten we ook niet te moeilijk doen over Financiën. Hand op de knip, veel nee verkopen en je wordt in dit landje al snel razend populair. Het is een enorm flatteuze functie. Nu er zoveel grote en dure hervormingen op het programma staan – klimaat, stikstof – is het logisch dat de leider van de tweede partij daar bovenop wil zitten.

Het is niet wat Kaag niet heeft gedaan, maar wat ze wél heeft gedaan, wat me zorgen baart: haar baan bij Shell. Zou ze net als Rutte vatbaar zijn voor de lobby van Het Grootkapitaal? In het FD valt te lezen hoe vervuilende bedrijven uit de offshoresector zich met enig dedain keren tegen het ‘antifossiele sentiment’ in Nederland: ‘overal wordt inmiddels een domineessausje overheen gegoten’. Volgens VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen zijn ‘meerdere bedrijven aan het kijken of het slim is om in Nederland te blijven’. Peter Berdowski van Boskalis: ‘Wij worden gedwongen om na te denken of Nederland nog wel het ideale land is om gevestigd te zijn. Dat is geen dreigement, maar het staat bij ons op de agenda.’

Als het geen dreigement is, waarom zeg je het dan? Laten we hopen dat Kaag meer ruggegraat heeft dan Rutte, die bij de eerste grom van een multinational op zijn rug ging liggen. Niet langer paaien die bully’s. Sterker nog, pak ze aan. Laat ook internationale concerns normaal belasting betalen. Go, Kaag!

Deel dit bericht

Leve het ouderwetse kerstpakket met paté uit blik en een half flesje wijn

TeunColumns & verhalen

houtkrullen voor het kerstpakket

Ooit lang geleden, kreeg ik nog weleens een echt kerstpakket. Zo’n houten kistje gevuld met houtkrullen en een keur aan culinaire curiosa: paté uit blik, ragout, pretzels, Turks fruit, kersenbonbons, tamme kastanjes op siroop, een zakje studentenhaver, een potje stemgember, zilveruitjes en een half flesje wijn. Heerlijk vond ik het. Het ouderwetse kerstpakket wist precies mijn cadeautjesgenotsplekje te raken.

Dat begon al met die houtkrullen. Hoe rijker de doos ermee gevuld was en hoe meer de kerstcadeautjes aan het zicht werden onttrokken, des te beter. Dit was een grabbelton voor volwassenen. Wie vond het nou niet leuk om met zijn kleine kindervingertjes door de snippers te woelen en ondertussen elk verpakt cadeautje te voelen om het ideale geschenk eruit te vissen? Het kerstpakket bracht al deze gelukkige herinneringen terug. En dan mocht je ook nog alle cadeautjes houden!

Hoe meer, hoe beter

Ook leuk: de hoeveelheid presentjes. Op cadeautjesgebied ben ik een absolute kwantiteitsman: hoe meer, hoe beter. Wie wil er geen rijk gevulde doos met spiegeltjes en kraaltjes? Dat je graait en nóg een potje met dubieuze inhoud aantreft. Heerlijk. Die dubieuze inhoud zelf wekt ook veel vreugde op. Een blik in een andere wereld, een schaduwrealiteit waarin mensen blikken ragout openen, opwarmen en in een bladerdeegbakje schenken. Bladerdeegdekseltje erop en genieten maar! Eén zo’n pakket kon bewerkstelligen waar een schrijver een heel boek voor nodig had: er werd je een heel, tot dan toe onbekend, leven getoond.

Of, vroeg ik me weleens af, bestonden die levens helemaal niet? Werden die culinaire prullaria speciaal voor het kerstpakket gemaakt van oude fabrieksresten? Producten die nog net te goed waren voor veevoer, maar voor normale menselijke consumptie niet meer geschikt? Zou er in de voedselindustrie een speciale kerstpakkettencategorie bestaan? Hoe dan ook: het traditionele kistje met zaagsel zette de verbeelding aan het werk. Dat is op cadeaugebied het hoogst haalbare.

De basisprincipes van cadeaus geven

Nu is het bij veel bedrijven anders. Je krijgt een maand voor Kerst een mail waarin de keuzes voor het kerstcadeau aan je worden voorgelegd: wil je een bon van een postorderbedrijf, een leuke gadget of een sweater met logo van de organisatie waarvoor je werkt? Graag je maten even invullen en dan kun je je cadeautje op 19 december ophalen bij de administratie. Voor de praktische mens handig, je krijgt niet wat je niet wilt, maar wat is daar de lol van?

Bij cadeaus zijn er toch een paar basisprincipes: de gever bedenkt wat leuk is om te geven (een snipperdoos met echt lekkere dingen zou ook een optie kunnen zijn) en de ontvanger weet van te voren niet wat hij krijgt. Anders kun je net zo goed rond Kerst een kleine bonus op het salaris geven. Niet romantisch, niet gezellig, maar altijd welkom.

Een goede jaarwisseling, lieve lezers

Een subcategorie is de fles wijn. Geregeld krijg ik ze van verschillende opdrachtgevers opgestuurd. Leuk natuurlijk. Wat nog leuker is: je kunt het gegeven paard tegenwoordig in de bek kijken. Met de app Vivino scan je het etiket, waarna de prijs en beoordeling van de wijn worden getoond. Weet je meteen hoezeer de opdrachtgever/ baas je waardeert. Dat kan behoorlijk onthullend zijn. De Volkskrant scoorde gelukkig heel goed. Daarom zal ik ook volgend jaar deze stukjes blijven schrijven. Een goede jaarwisseling alvast, lieve lezers.

Deel dit bericht

In de Volkskrant: Kletspodcasts zijn razend populair: hoe maak je een goede?

TeunIn de media

Podcast Teun en Gijs vertellen alles

Zeggen ze iets onaardigs over iemands uiterlijk, dan haalt dat de podcastaflevering niet. ‘Klein huiselijk leed, wat frictie met partners,’ dat is daarentegen wél goed voer voor de wekelijkse kletspodcast die Teun samen met vriend Gijs Groenteman maakt.

Voor de Volkskrant interviewde Gidi Heesakkers drie succesvolle podcastduo’s over de populariteit van hun kletspodcast. Teun en Gijs praten met haar over die van hen, de podcast Teun en Gijs vertellen alles, online sinds december 2019.

Mensen reageren enthousiaster op deze podcast dan op mijn column of de tv-programma’s die ik maak. Dat is echt opvallend. Soms fiets ik door Amsterdam en roepen mensen met een duim omhoog dat ze net aan het luisteren zijn.

Lees hier het hele artikel, ‘Kletspodcasts zijn razend populair: hoe maak je een goede?’, uit de Volkskrant van december 2021.

Deel dit bericht

Ik wens ons landsbestuur meer pessimisme toe

TeunColumns & verhalen

Man probeert pot augurken te openen

Optimisme wordt vaak als een goede eigenschap gezien, terwijl er op pessimisme behoorlijk wordt afgegeven. Voor je het weet word je voor zuurpruim uitgemaakt, zeker als je voor deze krant schrijft. Dan doop je je pen of toetsenbord in azijn en bijt je na elke zin in een augurk. Je moet de mensen toch hoop bieden? Of ‘perspectief’, zoals dat tegenwoordig vaak wordt genoemd. Dat is trouwens een heel gek woord als je vertrouwen in de toekomst wilt uitdrukken. Perspectief betekent het punt van waaruit je naar iets kijkt; de manier waarop je ergens tegenaan kijkt. Vanuit het ene perspectief kun je de toekomst dus heel somber bezien en vanuit het andere zonnig.

Condition humaine

Maar zegt u, doemdenkers zijn toch vervelend om in je omgeving te hebben? Van die somberaars die zeker weten dat we naar de klote gaan? Ik weet het niet. Ze hebben in ieder geval oog voor de condition humaine en dat is aantrekkelijk. Met hen valt vaak meer te lachen dan met beroepsoptimisten. Die frisgewassen types met Colgate smile die je bij het kleinste sombere zuchtje al lachend keihard op de schouders rammen en roepen dat het allemaal wel goed komt, zijn gewoon irritant. En ze snappen er niks van.

Om met de bekendste ingezonden brievenschrijver van deze krant, Theo Maassen uit Eindhoven, te spreken: ‘Een optimist is een slecht geïnformeerde pessimist’.

Te optimistisch

Als een land in crisis verkeert, scheelt het nogal of optimisten of pessimisten de leiding hebben: vrezen ze het ergste en nemen ze daarom op tijd de nodige maatregelen, of denken ze dat alles wel zal meevallen en zijn ze daarom steeds te laat met ingrijpen?

Helaas zitten wij al deze hele ellendige coronaperiode met een stel onverbeterlijke optimisten opgescheept: Rutte, De Jonge en Van Dissel . Hierdoor komen de maatregelen steeds te laat. Van Dissel gaf het laatst bij Nieuwsuur zelf toe: ‘Helaas heeft de praktijk ons geleerd dat we het soms te optimistisch inschatten. Je hoopt natuurlijk toch dat het dubbeltje soms de goede kant opvalt en we hebben helaas te vaak gezien dat dat dan tegenvalt.’

Dit is toch ongelooflijk! Dat er beleid wordt gemaakt gebaseerd op de hoop dat dubbeltjes de goede kant opvallen? En dat je na drie vallende muntjes nog niet van perspectief wisselt.

We zijn prutsers

Bij de vaccinatiecampagnes en nu weer bij het boosteren zijn we dankzij deze onverbeterlijk rooskleurige inschattingen steeds later dan de rest van Europa. Ons zelfbeeld als land dat dingen snel en efficiënt kan regelen is kapot. We zijn prutsers. Een wonderlijke paradox: als we hadden geweten dat we prutsers waren, dan waren we geen prutsers geweest. Dan hadden we goed naar het buitenland gekeken, hulp van anderen ingeroepen en alles op alles gezet om de zaken goed te regelen. Maar juist omdat we denken dat we superhelden zijn, zijn we kneuzen.

Pessimisme wordt ten onrechte vaak verward met defaitisme. Het wordt niks, dus we doen niks. Het is precies omgekeerd: we vrezen het ergste, dus we spannen ons maximaal in om de ellende te voorkomen. Juist de optimist leunt vaak zelfgenoegzaam achterover, want het komt toch wel goed. Ik wens ons landsbestuur meer pessimisme toe.

Deel dit bericht